Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Een economische analyse van de sector van alcoholische dranken in België [ Working Paper 02-16 - ]

In deze paper wordt een analyse gemaakt van het belang van de sector van alcoholische dranken voor de Belgische economie, met een bijzondere focus op bier. Vooreerst wordt een beeld gegeven van het recente verloop van de productie, de in- en uitvoer en het binnenlands verbruik van alcoholische dranken. Die analyse op productniveau wordt aangevuld met een bespreking van de bedrijfstak van de vervaardiging van alcoholische dranken, waarbij de productie, de toegevoegde waarde, de investeringen en de werkgelegenheid aan bod komen. Tot slot worden op basis van de input-outputtabellen van 2010 de productie-, inkomens- en werkgelegenheidsmultiplicatoren gepresenteerd en wordt de totale bijdrage aan het Belgische bbp en de werkgelegenheid berekend van de integrale productie- en distributieketen van geproduceerde en ingevoerde alcoholische dranken.

  Publicatietype

Working Papers

De Working Paper presenteert een studie of analyse die het FPB op eigen initiatief uitvoert.

In de bespreking op productniveau, waarmee de paper aanvat, is er aandacht voor de evolutie van de productie, de invoer, de uitvoer en het binnenlands verbruik in de periode 2002-2013/2014. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen vier groepen van alcoholische dranken. Ter vergelijking worden ook cijfers getoond over mineraalwater en frisdranken en over groente- en vruchtensappen. De bedragen voor productie en binnenlands verbruik zijn uitgedrukt in miljoen euro, niet in liter. Het gaat bovendien om basisprijzen. Dat zijn prijzen zonder transport of distributiemarges, accijnzen of btw.

Bier is de belangrijkste alcoholische drank geproduceerd in België. De productiewaarde van bier gestegen van 1563 miljoen euro in 2008 tot 1 880 miljoen euro in 2013. Dat impliceert een jaarlijkse groei van 3,8%. In dezelfde periode is de uitvoer van bier gestegen met van 590 miljoen euro tot 861 miljoen euro, een groei op jaarbasis van 7,9%. In 2014 nam de uitvoer verder toe tot 911 miljoen euro. De invoer van bier is gestegen met 5,2% op jaarbasis sinds 2008 tot een bedrag van 112 miljoen in 2013. Het binnenlands verbruik van bier is in de periode 2008-2013 met zo’n 60 miljoen euro gestegen tot op een niveau van ongeveer 1130 miljoen euro, wat neerkomt op een jaarlijkse groei van 1,2%. Daarmee blijft het binnenlands verbruik in euro belangrijker dan de uitvoerwaarde van bier.

Het tweede belangrijkste product is mout, dat zowel in 2008 als in 2013 instond voor zo’n 400 miljoen euro aan productiewaarde. Mout wordt in sterke mate uitgevoerd.

De productie van wijn, ciders en andere gegiste dranken en die van gedistilleerde alcoholische dranken is toegenomen in de periode 2008-2013, maar vertegenwoordigen ook in 2013 slechts resp. 1% en 2% van het Prodcom totaal voor alcoholische dranken. Deze dranken zijn vooral belangrijk om hun invoer. De invoer van wijn, ciders en andere gegiste dranken groeide met 11% in de periode 2008-2014 tot een bedrag van 1 046 miljoen euro in 2014; die van gedistilleerde alcoholische dranken (waaronder whisky, gin, rum, wodka, tequila, cognac…) groeide zelfs met 39% tot een bedrag van 286 miljoen euro in 2014.

De productie van mineraalwaters en frisdranken kende een groei van 16% in de periode 2008-2013. Daarmee wordt een bedrag van 1 360 miljoen euro bereikt in 2013. De productie van groente- en vruchtensappen kende een terugval met 26% tot een bedrag van 100 miljoen euro in 2013. Als men de in- en uitvoer van alle hier beschouwde drankentypes en van mout samentelt, had België een negatief handelssaldo in de periode 2009-2012 (tot -330 miljoen in 2010/2011), gevolgd door een nulsaldo in 2013 en 2014.

Frankrijk blijft onze voornaamste exportmarkt van bier met een aandeel van 31% in 2014. In 2008 was dat wel nog 35%. Frankrijk wordt in 2014 gevolgd door de Verenigde Staten (19%), Nederland (17%) en Duitsland (7%). Enkel het aandeel van de VS is gegroeid over de beschouwde periode. In 2008 bedroeg haar aandeel nog slechts 12%. Daarnaast is ook de groei van de uitvoer van bier naar Aziatische landen, waaronder China en Japan opmerkelijk, zij het dat hun aandeel nog beperkt blijft.

Mout wordt in sterke mate uitgevoerd naar andere werelddelen, zoals Afrika, Zuid-Amerika of Azië. De invoer van wijn komt nog steeds overwegend uit Frankrijk, ondanks een daling van het ingevoerde bedrag: in 2014 werd met 576 miljoen euro voor 28 miljoen minder ingevoerd uit Frankrijk dan in 2008. Frankrijk wordt als herkomstland van wijnen gevolgd door Spanje en Italië, die beide een flinke groei realiseerden.

De volgende stap in de studie is een analyse op het niveau van de bedrijfstak van alcoholische dranken (niet langer op productniveau). Deze analyse is gebaseerd op de meest recente gegevens van de nationale rekeningen en gaat in het bijzonder in op de productie, de toegevoegde waarde, de investeringen en de werkgelegenheid in de bedrijfstak Dit in vergelijking met het geheel van de voedingsnijverheid.

In 2013 vertegenwoordigt de bedrijfstak van de alcoholische dranken 6,4% van de productie en 13% van de toegevoegde waarde van de voedingsnijverheid in België. Over de periode 2009-2013 was de gemiddelde jaarlijkse groei van de waarde van de productie van de bedrijfstak van de alcoholische dranken twee keer zo groot als die van de bedrijfstak van mineraalwater en frisdranken (3,4% tegenover 1,7%), maar was ze minder sterk dan de groei van de productie van de voedingsnijverheid in haar geheel (gemiddelde jaarlijkse groei van 4,9%).

De toegevoegde waarde tegen lopende prijzen volgt een veel minder gunstige evolutie dan de productie, aangezien de groei van de productie tegen lopende prijzen van de alcoholische dranken gepaard gaat met een toename van het intermediair verbruik in waarde van de bedrijfstak die twee keer zo groot is tussen 2009 en 2011. Het aandeel van de toegevoegde waarde in de productie van de bedrijfstak daalde zo van 41,4% in 2009 tot 34,9% in 2011 en hernam licht tot 38,7% in 2013.

De investeringen in de bedrijfstak van de alcoholische dranken groeien sterk sinds 2010. Die groei doet zich zowel voor op het vlak van de bruto-investeringen tegen lopende prijzen – die meer dan verdubbeld zijn tussen 2009 en 2013 – als op het vlak van hun aandeel in de totale investeringen in de voedingsnijverheid (dat aandeel steeg van 8% tot 16% tussen 2010 en 2013).

In 2014 waren in de bedrijfstak van de vervaardiging van alcoholische dranken ongeveer 6 300 personen tewerkgesteld, terwijl dat aantal in 1995 nog 7 700 bedroeg. Het aandeel van de alcoholische drankenindustrie in de totale werkgelegenheid van de voedingsnijverheid viel over de voorbije twintig jaar terug van 7,8% naar 6,7%. Nochtans is de laatste jaren (sedert 2010) een voorzichtige positieve kentering merkbaar in de  werkgelegenheid van de sector, zowel in de biersector als in de bedrijfstak van de andere alcoholische dranken.

Werknemers maken het merendeel uit van de werkgelegenheid in de bedrijfstak van de alcoholische dranken; het aandeel van de zelfstandigen bedraagt slechts 2,5%. Meer dan 90% van de werknemers zijn  tewerkgesteld in de brouwerijsector. Qua persoons- en jobkenmerken oogt die groep vrij traditioneel: een hoog aandeel mannen, een vrij oude werknemerspopulatie en relatief weinig deeltijdwerk. De positieve kentering in de evolutie van de werknemers in de brouwerijsector sedert 2010 ging evenwel gepaard met een toename van het aandeel van vrouwelijke en jongere werknemers.

Het gebruik van de input-outputtabel voor het jaar 2010 laat tenslotte toe om het belang van de bedrijfstak van alcoholische dranken te bepalen. Daarbij wordt rekening gehouden met de directe en indirecte effecten van deze bedrijfstak op de rest van de economie.

De multiplicatoren van de finale vraag worden veelvuldig gebruikt in economische impactanalyses en als synthetische metingen van de reactie van een economie op een exogene schok die de finale vraag treft.

De productiemultiplicatoren meten de productie die gegenereerd wordt in de gehele economie, in alle productiestadia, om een antwoord te bieden op een verandering van de finale vraag die gericht is op de binnenlandse productie van goederen of diensten. Ze zijn een maatstaf van de onderlinge integratiegraad van de bedrijfstakken door de bedrijfstakken aan te duiden die het meest verbonden zijn met de andere bedrijfstakken in België. De inkomensmultiplicatoren vertalen de verandering van de productie als gevolg van de verandering van de finale vraag in een verandering van de inkomens van de gehele economie. Zo meten ze de impact van een verandering van de finale vraag gericht op de binnenlandse productie van goederen of diensten op het bbp van een land.

In 2010 had de bedrijfstak van de alcoholische dranken een multiplicator van 1,57, die dicht in de buurt ligt van de multiplicator van de economie (1,59) maar die lager is dan de multiplicator van alle diensten (1,68) en die veel lager is dan de totale voedingsnijverheid (1,89). De Belgische productie van alcoholische dranken stimuleert meer bepaald de productie van meerdere diensten, maar heeft weinig impact op de productie van goederen. De inkomensmultiplicator van de bedrijfstak van de alcoholische dranken bedraagt 0,65. Dat betekent dat een toename van de finale vraag gericht op de Belgische productie van alcoholische dranken met een miljoen euro leidt tot een verhoging van het bbp met 0,65 miljoen euro en een verhoging van de intermediaire invoer van België met 0,35 miljoen euro. Die multiplicator ligt hoger dan die van het gemiddelde van de goederen en die van de totale voedingsindustrie (respectievelijk 0,47 en 0,53). Dat wordt vooral verklaard door het relatief groot aandeel van de primaire input in de productie van die bedrijfstak (0,39 tegenover 0,23 voor alle goederen en 0,20 voor de totale voedingsnijverheid).

Tot slot zorgt de bedrijfstak van de alcoholische dranken direct en indirect voor 6 arbeidsplaatsen in de gehele economie via intermediaire leveringen, per miljoen euro van de finale vraag (waarvan 2,8 initiële arbeidsplaatsen die onmiddellijk gemobiliseerd worden binnen de bedrijfstak door de exogene schok). De werkgelegenheidsmultiplicator van de bedrijfstak van de alcoholische dranken is dus in totaal gelijk aan 2,11 arbeidsplaatsen per initiële arbeidsplaats.

Op basis van de input-outputtabel van 2010 is de gecumuleerde bijdrage tot het bpp en de tewerkstelling van de productie en de distributie berekend. De resultaten zijn vergeleken met die van dezelfde oefening op basis van de input-outputtabel van 2005.

In 2010 is de vervaardiging van alcoholische dranken verantwoordelijk voor 0,44% van het bruto binnenlands product. Ten opzicht van het jaar 2005, toen het aandeel nog 0,51% bedroeg, is dat een beperkte daling. Het aandeel van 0,44% omvat zowel de directe als de indirecte bijdrage: 0,32% van het bbp had rechtstreeks te maken met de toegevoegde waarde creatie bij de productie van alcoholische dranken. 0,12% slaat op de gecumuleerde effecten bij de andere bedrijfstakken via de keten van toeleveranciers van die bedrijfstak. De 0,32% omvat de bbp-bijdrage van accijnzen en btw op in België vervaardigde alcoholische dranken. Die bedraagt op zich reeds 0,12% van het bbp in 2010 (0,13% in 2005).

Daarnaast werd ook de bbp-impact van de distributie van Belgische alcoholische dranken via de handel en de horeca geraamd. De distributie van in België vervaardigde alcoholische dranken via handel en horeca staat in 2010 in voor 0,65% van het bbp. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het jaar 2005, waarin het aandeel nog 0,59% van het bbp bedroeg. Er is een substitutie van in het binnenland geproduceerde alcoholische dranken door ingevoerde maar dit effect wordt net iets meer dan geneutraliseerd door de toename van de distributiemarges t.o.v. 2005.

Ook de bbp-bijdrage van de distributie van ingevoerde alcoholische dranken werd berekend. Die bedraagt in 2010 0,49% van het bbp. De distributie van ingevoerde alcoholische dranken heeft aan belang gewonnen, want in 2005 bedroeg dit aandeel 0,43%. Dit is het gevolg van een dubbel effect: enerzijds de substitutie van in het binnenland geproduceerde alcoholische dranken door ingevoerde en anderzijds de toegenomen distributiemarges.

Naast de bbp-bijdrage werd ook het gecumuleerd tewerkstellingseffect van de vervaardiging en de distributie van alcoholische dranken berekend. In 2010 genereert de vervaardiging van alcoholische dranken een werkgelegenheid van ongeveer 10 800 personen in België. Dat is 0,24% van de werkgelegenheid in België. 5 350 van deze personen zijn direct tewerkgesteld in de bedrijfstak van alcoholische dranken, 5 450 zijn tewerkgesteld in andere bedrijfstakken via de keten van toeleveranciers. In 2005 bedroeg het gecumuleerd tewerkstellingseffect ongeveer 10 900 personen, waarmee een aandeel van 0,27% in de werkgelegenheid bereikt werd.

De distributie van in België geproduceerde en ingevoerde alcoholische dranken levert met een gecumuleerde tewerkstellingseffect van respectievelijk (ongeveer) 42 800 en 16 500 personen een grote bijdrage tot de werkgelegenheid in België (i.p.v. 40 300 en 11 700 in 2005). Het aandeel in de werkgelegenheid is toegenomen van 1,27% in 2005 naar 1,32% in 2010.

  Verwante documenten

    None

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots