Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Studiecommissie voor de vergrijzing - Jaarlijks verslag [ FORVERG202001 - ]

De Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) is belast met de redactie van een jaarlijks verslag over de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing. De SCvV werd opgericht door de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds. De wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van de crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën heeft het Zilverfonds opgeheven, maar het voortbestaan van de SCvV bevestigd.

  Auteurs

Gemeenschappelijke publicatie
 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Vooruitzichten

De vooruitzichten presenteren de toekomstige evoluties in België, zowel in socio-economische, budgettaire en energiedomeinen als voor de transportvraag.

De Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) werd opgericht door de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds. De wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van de crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën heeft het Zilverfonds opgeheven, maar de SCvV bevestigd. Dezelfde wet heeft het opschrift van de wet van 5 september 2001 vervangen door ‘Wet tot oprichting van een Studiecommissie voor de vergrijzing en opstelling van een Vergrijzingsnota.’

De SCvV maakt een jaarlijks verslag op over de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing. In die context presenteert het eerste hoofdstuk van het jaarlijks verslag 2020 de evolutie van alle sociale uitgaven tot 2070. Die evolutie wordt geïllustreerd aan de hand van de budgettaire kosten van de vergrijzing tussen 2019 en 2070, met name de variatie tussen die twee jaren van alle sociale uitgaven, uitgedrukt in procentpunt van het bbp. De budgettaire kosten van de vergrijzing zijn gevoelig voor onzekerheden over toekomstige evoluties van de determinanten ervan, zoals bijvoorbeeld over de evolutie van de economische groei of van de bevolking. Vandaar dat naast het referentiescenario ook alternatieve scenario’s met betrekking tot de sleutelparameters productiviteit, werkloosheid en vruchtbaarheid worden voorgesteld. Dit jaar wordt in een focus ook nog bijzondere aandacht besteed aan de impact van de demografische vergrijzing op de projectie van de publieke uitgaven voor gezondheidszorgen op lange termijn.

Het tweede hoofdstuk illustreert de sociale gevolgen van de vergrijzing of de sociale houdbaarheid. Enerzijds geeft het een stand van zaken van het armoederisico bij ouderen en gepensioneerden, in vergelijking met zowel andere groepen als de buurlanden, en van de evolutie van de minimumpensioenen en de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) ten opzichte van een armoededrempel. Anderzijds worden de langetermijnvooruitzichten van de sociale houdbaarheid van de pensioenen geïllustreerd aan de hand van de evolutie van het armoederisico en de ongelijkheid tussen inkomens van de gepensioneerden. De hypothesen die de basis vormen van de projectie van deze indicatoren zijn identiek aan de hypothesen die zijn gebruikt in het kader van de evaluatie van de budgettaire kosten van de vergrijzing.

Het SCvV-verslag presenteert vooruitzichten tot 2070, en dus geen voorspellingen. Voorspellingen pogen de best mogelijke raming te geven van een nabije toekomst (een jaar, of zelfs twee jaar). Vooruitzichten die worden opgesteld over een langere periode berusten onvermijdelijk op hypothesen. Gezien de onzekerheid waarmee bepaalde hypothesen worden omgeven, worden zeer vaak gevoeligheidsanalyses van de resultaten voor bepaalde sleutelparameters voorgesteld. Vooruitzichten beweren niet ‘het’ exacte cijfer te geven voor een gegeven horizon, maar vormen een besluitvormingsinstrument waarmee het debat ter zake kan worden gekaderd.

Crisis COVID-19 in het Jaarlijks Verslag 2020

De coronacrisis heeft zware economische en sociale gevolgen. Hoewel op dit moment de gevolgen nog moeilijk in te schatten zijn, worden bepaalde effecten in rekening gebracht in de verschillende analyses van dit rapport.

Zo houden de budgettaire kosten van de vergrijzing (hoofdstuk 1) rekening met de impact van COVID-19 op de demografische groei en op bepaalde macro-economische variabelen (bbp, werkloosheid,…) en met de tijdelijke genomen maatregelen (tijdelijke werkloosheid, overbruggingsrecht, ouderschapsverlof). Hoewel de gezondheidscrisis en de genomen maatregelen om deze te bestrijden als tijdelijk worden beschouwd, wordt er ook een impact op lange termijn verwacht. Zo zou er een permanent verlies van het bbp zijn en zou de structurele werkloosheidsgraad op lange termijn later worden bereikt ten opzichte van een situatie zonder deze crisis. Merk op dat zonder de tijdelijke maatregelen de effecten van de crisis nog groter zouden zijn.
 
Wat de sociale houdbaarheid van de vergrijzing betreft (hoofdstuk 2), zal de impact van de coronacrisis vooral spelen via de armoededrempel en bij de toets van de minima aan deze drempel. De crisis zal geen sterke invloed op het bedrag van de pensioenen hebben. Maar de algemene terugval in het beschikbaar inkomen in 2020 impliceert een lagere armoededrempel, waardoor de relatieve inkomenspositie van gepensioneerden verbetert en ze gemiddeld een lager armoederisico zullen hebben dan in een situatie zonder deze crisis. Vanaf 2021 zal het beschikbaar inkomen weer geleidelijk aan toenemen en zal de armoededrempel en het armoederisico bij gepensioneerden evolueren naar een niveau dichtbij wat werd verwacht zonder de crisis.

Merk op dat de economische en sociale gevolgen van de coronacrisis veel ruimer zijn dan wat in het huidig Verslag van de SCvV kon worden voorgesteld. Deze gevolgen worden in verschillende werkgroepen die de regeringen hebben opgericht bestudeerd. Dit valt dan ook buiten het bestek van het Jaarlijks Verslag van de SCvV. Gegeven de omvang van de impact van de crisis, zowel op vlak van socio-economische groepen die getroffen worden als op vlak van dimensies (inkomens, gezondheid, sociaal contact, onderwijs), kan de SCvV in dit Verslag in geen geval exhaustief zijn voor wat betreft de inkomens- en sociale gevolgen van de crisis, noch op ouderen, noch op andere socio-economische groepen. De SCvV beperkt zich hierbij tot wat kwantificeerbaar is op basis van de indicatoren of resultaten die standaard worden voorgesteld in het rapport.

Gegeven de vele onzekerheden over de evolutie van de COVID-19-epidemie en over de socioeconomische gevolgen ervan, benadrukt de SCvV het onzekere karakter van de impactraming van de COVID-19-crisis op de budgettaire kosten en op de sociale houdbaarheid van de vergrijzing.

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots