Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Tien jaar economische begroting : een terugblik op de kwaliteit van de vooruitzichten  (18/03/2004)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

Het Federaal Planbureau publiceert in het jongste nummer van ‘Short Term Update’ (1-04) de resultaten van een ‘post mortem’ analyse die werd uitgevoerd na 10 jaar economische begroting. In die analyse worden de vooruitzichten van de economische begroting beoordeeld aan de hand van drie vragen. Is de grootte van de voorspellingsfouten aanvaardbaar? Zijn de vooruitzichten vertekend in de ene of andere richting? Wat ligt aan de basis van de gemaakte voorspellingsfouten? Op grond van de hieronder weergegeven resultaten kan de kwaliteit van de vooruitzichten bevredigend genoemd worden.

Tien jaar economische begroting

De macro-economische kortetermijnvooruitzichten waarvan de federale regering uitgaat bij het opstellen van haar begroting, kortweg ‘economische begroting’ genoemd, worden sedert 1994 opgemaakt door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). Binnen het INR werd de taak van het voorbereiden van de economische begroting toevertrouwd aan het Federaal Planbureau (FPB). Voor het volbrengen van die taak ontwikkelde het FPB het macro-econometrische kwartaalmodel Modtrim, dat de hoeksteen van het voorspellingsproces vormt. De gepubliceerde vooruitzichten zijn evenwel nooit pure modelresultaten. Een zekere mate van oordeelmatige inbreng speelt eveneens een rol, bijvoorbeeld om rekening te houden met de meest recente conjuncturele informatie zoals die blijkt uit vooruitlopende indicatoren (‘leading indicators’).

Het begrotingsproces in België verloopt in twee rondes. Op het einde van de zomer wordt de initiële begroting voor het komende jaar opgesteld, uitgaande van de macro-economische vooruitzichten zoals vastgelegd in de economische begroting. De voorspellingshorizon van die vooruitzichten (verder aangeduid als ‘eerste ronde-vooruitzichten’) bedraagt zes kwartalen. In februari van het jaar daarop wordt een updating van de economische begroting gemaakt ten behoeve van de begrotingscontrole, met een kortere voorspellingshorizon van vier kwartalen (verder aangeduid als ‘tweede ronde-vooruitzichten’).

In een post mortem analyse worden vooruitzichten geconfronteerd met realisaties. De analyse hier werd uitgevoerd over de periode 1993-2002 voor twee sleutelvariabelen, namelijk economische groei (groeivoet van het bbp tegen constante prijzen) en inflatie (groeivoet van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, NICP). De analyse is gebaseerd op een twintigtal economische begrotingen. Aangezien het hier niet om een zeer groot staal van voorspellingsoefeningen gaat, is enige omzichtigheid bij de interpretatie van de resultaten geboden.

De economische begroting wordt opgesteld onder de hypothese van ‘ongewijzigd beleid’. Die hypothese vormt onmiskenbaar een handicap voor de precisie van de vooruitzichten. Inflatie en groei kunnen immers beïnvloed worden door beleidsmaatregelen, hoewel de impact ervan op korte termijn niet mag overdreven worden.

Behoudens precisie behelst de kwaliteit van vooruitzichten ook aspecten als coherentie en volledigheid. De keuze van een model als hoeksteen van het voorspellingsproces getuigt alvast van het belang dat bij de opmaak van de economische begroting aan die laatste aspecten wordt gehecht.

Wat is de grootte-orde van de voorspellingsfouten en is die aanvaardbaar?

Uit de analyse blijkt dat de gemiddelde absolute fout in de eerste ronde-vooruitzichten 1,0 procentpunt bedraagt voor de bbp-groei en 0,6 procentpunt voor de inflatie. Dit geeft meteen een idee van de, vrij grote, onzekerheid die rond economische vooruitzichten hangt. Dit pleit er tevens voor heel omzichtig om te springen met vooruitzichten en de nodige reserves in acht te nemen. Om die reden bijvoorbeeld worden de vooruitzichten van het Centraal Planbureau voor de Nederlandse economie steeds afgerond tot op een kwart procentpunt.

Zoals verwacht kan worden ligt de gemiddelde absolute fout in de tweede ronde-vooruitzichten lager: 0,7 procentpunt voor bbp-groei en 0,4 procentpunt voor inflatie. Dit toont het nut aan van een updating van de economische begroting ten behoeve van de begrotingscontrole.

De vooruitzichten uit de economische begroting blijken over het algemeen iets accurater te zijn dan de vooruitzichten die internationale instellingen zoals de Europese Commissie en de OESO voor België maken. Eerlijkheidshalve moet hieraan worden toegevoegd dat de economische begroting iets later wordt opgesteld en dus meer informatie integreert. Verder blijkt dat de economische begroting, over het algemeen, ook preciezer is dan vooruitzichten die op zogenaamde ‘naïeve’ methodes berusten.

Al bij al kan uit dit alles besloten worden dat de voorspellingsfouten binnen aanvaardbare marges blijven. Vergeten we ook niet dat rond de realisaties eveneens een zekere mate van onzekerheid hangt: de gemiddelde herziening van de bbp-groei (tussen de eerste en de meest recente versie van de nationale rekeningen) bedraagt over de voorbije tien jaar 0,5 procentpunt.

Zijn de vooruitzichten vertekend?

Naast het beoordelen van de grootte-orde van de fouten is het evenzeer van belang na te gaan of de voorspellingsfouten niet overhellen in de ene of andere richting. Over de voorbije tien jaar blijkt het aandeel van de zogenaamde ‘systematische bias’ in de totale fout verwaarloosbaar klein te zijn, zowel in de eerste als in de tweede ronde. Dit betekent dat we over de onderzochte periode kunnen gewagen van ‘neutrale’ vooruitzichten.

De eerste ronde-vooruitzichten blijken over het algemeen wel te conservatief te zijn: extreem hoge of lage groeivoeten worden minder goed voorspeld, aangezien in die vooruitzichten (met een horizon van zes kwartalen) meestal uitgegaan wordt van een eerder ‘trendmatig’ scenario. In de tweede ronde-vooruitzichten is het mogelijk een beter beeld te krijgen van de positie in de conjunctuurcyclus en valt het conservatieve karakter van de vooruitzichten grotendeels weg.

Wat ligt aan de basis van de gemaakte voorspellingsfouten?

Zoals hierboven uitgelegd is de economische begroting het resultaat van een modeluitkomst, die bijgesteld kan worden op basis van een oordeelmatige inbreng van experts en de meest recente conjuncturele informatie. In de economische literatuur bestaat vrij grote eensgezindheid over het feit dat een dergelijke werkwijze de accuratesse van de vooruitzichten verhoogt.

Het spreekt voor zich dat zelfs een perfect model geen correcte vooruitzichten zal genereren indien het gevoed wordt door foutieve basishypothesen. De hypothesen met betrekking tot de buitenlandse afzetmarkten worden gewoonlijk afgeleid uit de vooruitzichten van internationale instellingen (zoals Europese Commissie, OESO, IMF) en de meest recente consensusvoorspellingen. Voor financiële variabelen (zoals olieprijzen, wisselkoersen, interestvoeten) worden technische hypothesen opgesteld, die onder meer gebaseerd zijn op noteringen op de termijnmarkten.

Men kan aantonen dat, over de voorbije tien jaar, een correcte inschatting van het verloop van de buitenlandse afzetmarkten de voorspellingsfout op de groei van het bbp meer dan halveert, en dit zowel in de eerste als in de twee ronde-vooruitzichten.

Fouten in inflatievoorspellingen blijken samen te hangen met onjuiste hypothesen omtrent de olieprijs uitgedrukt in euro. Gedurende de afgelopen tien jaar waren ze echter ook te wijten aan andere factoren, zoals onvoorziene wijzigingen van indirecte belastingen en de bij periodes zeer volatiele voedselprijzen (als gevolg van klimatologische omstandigheden of ziektes die de veestapel getroffen hebben).

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

None

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots