Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Het Federaal Planbureau onderzoekt de economische impact voor België van de Europese uitbreiding tot de landen van Midden- en Oost-Europa  (07/07/2001)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

De economieën van de landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE) zijn nu al sterk geïntegreerd in de Europese economie. Niettemin blijft de inzet van de toetredingsonderhandelingen van de LMOE belangrijk voor België en de andere lidstaten omdat de volgende uitbreiding een grotere verscheidenheid in de Europese Unie (EU) tot gevolg zal hebben. De bevolking en het bbp zullen immers aan een ander tempo groeien.

De impact van de uitbreiding voor de huidige Europese lidstaten kan via verschillende kanalen tot uiting komen. De handel kan beïnvloed worden door minder grote belemmeringen, door sterkere concurrentie en specialisatie en door een inhaalbeweging in de LMOE. De arbeidsmarkt, de groei en de overheidsfinanciën kunnen ook door de komst van buitenlandse arbeidskrachten worden beïnvloed. In het laatste nummer van zijn nieuwsbrief “Short Term Update”stelt het Federaal Planbureau de eerste resultaten voor van een onderzoek naar de economische impact voor België van de Europese uitbreiding en beperkt zich darbij tot enkele aspecten van de handel en de migraties tussen België en de LMOE. Wat die aspecten betreft, zouden de economische gevolgen van de uitbreiding gering zijn.

Impact op de handel

Met de Europese uitbreiding zal het vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal ook in de LMOE gelden. De effecten van de uitbreiding op de handel tussen de EU en de LMOE zouden gering zijn. Naast de lagere douanerechten en de opheffing van kwantitatieve beperkingen die al werden doorgevoerd in het kader van een associatie-overeenkomst voor het verkeer van industrieproducten, betekent de toetreding tot de EU de afschaffing van de formaliteiten aan de grens, van de fiscale en technische belemmeringen voor het verkeer tussen de EU en de LMOE. Dat is een gevolg van de uitbreiding van de eenheidsmarkt tot de LMOE. De toetreding van de LMOE tot de EU brengt ook de liberalisering van de handel in landbouwproducten met zich mee.

Voor België en de huidige EU-lidstaten betekent die toegenomen liberalisering van het handelsverkeer mogelijk nieuwe afzetmarkten in de nieuwe lidstaten. Er kan ook een intensievere mededinging ontstaan. Zoals uit de vroegere uitbreidingen blijkt, zou de toekomstige evolutie van het handelsverkeer tussen België en de LMOE ook worden beïnvloed door een geleidelijke convergentie van het bbp per hoofd in de uitgebreide Europese Unie (inhaalbeweging door de LMOE).

Wat de handel betreft, moet er bij de evaluatie van de impact van de uitbreiding op de Belgische economie rekening gehouden worden met de omvang van het handelsverkeer tussen België en de LMOE en de blootstelling van de verschillende sectoren aan dat soort verkeer. De Europese uitbreiding zal hogere aanpassingskosten veroorzaken voor de landen waarin de vergelijkende voordelen voor dezelfde sectoren gelden als in de LMOE. Ze zullen immers gevoeliger zijn voor de concurrentie uit die landen.

In de periode 1990-1998 vertegenwoordigt het handelsverkeer met de LMOE een relatief gering aandeel in het verkeer in België. Niettemin groeit dat verkeer snel, vooral wat de uitvoer naar de LMOE betreft. De handelsbalans van het verkeer tussen België en de LMOE vertoont een overschot en groeit sinds 1991. Tussen 1990 en 1998 nam het aandeel van de LMOE met 0,50% à 2,37% toe in de totale uitvoer van België en met 0,53% à 1,63% in de totale invoer. De voornaamste uitvoersectoren van België naar de LMOE zijn: de mechanische en elektrische machines, plastic, de auto- en farmaceutische industrie. Onder de invoer naar België uit die landen vindt men: elektrische en mechanische machines, de auto-industrie, meubels en kleding.

De macro-economische impact van een toegenomen verkeer tussen België en de LMOE zou verwaarloosbaar zijn. Niettemin kan een verscherpte concurrentie drukken op de marges en een versnelling van de groei tot gevolg hebben.

Impact van de migraties

De impact van de Europese uitbreiding naar het Oosten op de bevolkings- en werknemersmigraties in België zou beperkt zijn. Begin januari 2000 vertegenwoordigden de LMOE-burgers (12 300 personen) slechts 1,4% van het totaal aantal buitenlanders (897 100) die in België verbleven. In 1999 vertegenwoordigden hun nettomigraties (1 500 personen) naar België 7,1% van alle nettomigraties van buitenlanders (21 300 personen).

Een recent rapport van een Europees consortium van onderzoekcentra heeft de effecten geschat van de Europese uitbreiding naar het Oosten op de nettomigraties tussen de LMOE en de EU, na het wegvallen van de grenzen. Op basis van die projecties zou België een toename van zijn totale bevolking en bijgevolg van zijn werkkrachten kennen. Als we die resultaten vergelijken met de Belgische bevolkingsvooruitzichten, die al rekening houden met de regelmatige toename van de migraties zonder opening van de grenzen, zou een uitbreiding van de EU in 2002 bijvoorbeeld een bijkomende bevolkingsgroei van 12 300 personen in 2010 betekenen, van wie 7 700 zich bij de werkkrachten zouden voegen.

Om de impact van die migraties op de economische activiteit in België te meten, moet er rekening worden gehouden met de effecten van de toegenomen nettomigraties naar alle Europese lidstaten op de Europese economische groei. Op basis van een studie van de Europese Commissie en van een simulatie die met het internationale econometrische model van het FPB werd uitgevoerd, zou de toename van de nettomigraties naar de huidige vijftien Europese lidstaten een positief effect uitoefenen op hun economische groei. Ook zou het bbp van de EU na tien jaar met 0,3% toenemen, wat gunstig zou zijn voor de uitvoer van België.

Een versnelde groei van de uitvoer naar de EU en de toegenomen bevolking en werkkrachten hebben een macro-economische en budgettaire impact voor België die geëvalueerd kan worden met het nationale econometrische model van het FPB. De groei van de werkkrachten zou grotendeels (bijna 70%) de werkgelegenheid bevorderen. Op middellange termijn zou het bbp met 0,1% à 0,2% toenemen. De sociale uitgaven (werkloosheid, kinderbijslag, gezondheidszorg) en opleidingsuitgaven zouden ook licht groeien. In totaal zou er nagenoeg geen impact zijn - in procent van het bbp - op het vorderingenoverschot van de Staat.

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

None

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots