Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Federaal Planbureau: opwaartse herziening vooruitzichten economische groei (22/11/1999)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

Het Federaal Planbureau heeft zijn economische groeivooruitzichten voor 1999 en 2000 opwaarts herzien, omwille van de recente evolutie van de nationale en internationale economische indicatoren. Ook de nieuwe maatregelen die in de Federale Begroting 2000 werden opgenomen, verklaren deze herziening. Bij deze gelegenheid werd een nieuwe evaluatie gemaakt van de effecten van de dioxinecrisis.

De nieuwe vooruitzichten worden toegelicht in het novembernummer van “Short Term Update”. In deze kwartaalpublicatie analyseert het Federaal Planbureau eveneens de methodologie die gebruikt werd bij de raming van de impact van de dioxinecrisis.

Economische groei: 1,9% in 1999 en 3% in 2000

In juli baseerde het Federaal Planbureau zijn vooruitzichten op een scenario dat tijdens de eerste helft van 1999 een zeer matige groei vertoonde, waarna deze tijdens het tweede halfjaar aan kracht zou winnen. Uit de Belgische trimestriële nationale rekeningen blijkt echter dat het BBP tijdens het tweede kwartaal van 1999 sterker groeide dan verwacht, waardoor de economische groei over de eerste zes maanden van 1999 (tegenover dezelfde periode van 1998) op 1,7% uitkwam. Bovendien wijst de vooruitlopende BBP-indicator van het Federaal Planbureau in de richting van een verdere conjuncturele herneming tijdens de tweede jaarhelft van 1999. Ten slotte geven de huidige beschikbare data aan dat de impact van de dioxinecrisis op de groei in 1999 in de lijn zou liggen van de raming gemaakt in juli (zie verder). Rekening houdend met al deze elementen werd de groei van het BBP opwaarts herzien van 1,7% naar 1,9%.

Twee factoren, nl. de aantrekkende economische groei op wereldvlak en de maatregelen in het kader van de Federale Begroting 2000, hebben geleid tot een opwaartse herziening van de vooruitzichten voor de groei van het Belgische BBP in 2000 van 2,5% naar 3%. Eerstgenoemde factor, die de belangrijkste impact heeft, geeft aanleiding tot een sterkere uitvoer, terwijl de tweede, op korte termijn, vooral het privé-verbruik positief beïnvloedt.

De verbeterde economische toestand op wereldvlak (met name in de opkomende economieën, maar eveneens in de VS en Japan) heeft een aantal internationale instellingen er recent toe aangezet hun vooruitzichten voor de economische groei en de wereldhandel naar boven bij te stellen. Als gevolg hiervan zou de invoer door onze belangrijkste handelspartners en door de rest van de wereld versnellen, wat aanleiding geeft tot een sterkere dynamiek van de Belgische potentiële afzetmarkten. Derhalve zou de Belgische uitvoer in 2000 een sterkere groei kennen dan voorzien in juli.

In vergelijking met de vooruitzichten van juli werd voor het jaar 2000 rekening gehouden met een bijkomende budgettaire impuls van ruim 30 miljard frank. Gezien de huidige onzekerheden rond de timing en de concrete modaliteiten van de begrotingsmaatregelen, moeten de geraamde effecten van deze impuls met de nodige omzichtigheid worden benaderd. Niettemin is momenteel reeds duidelijk dat, op korte termijn, de belangrijkste effecten van deze maatregelen voelbaar zullen zijn op het privé-verbruik, via hun impact op de werkgelegenheid (gevolg van verlaging van socialezekerheidsbijdragen) en het beschikbare inkomen van de gezinnen (belastingverminderingen en verhoging van de laagste pensioenen).

De werkloosheidsgraad volgens de gestandaardiseerde Eurostat-definitie zou in 2000 terugvallen tot 8,7%, dit is 1,3%-punten lager dan in 1994. Voor het zesde opeenvolgende jaar zou een stijging van de binnenlandse werkgelegenheid genoteerd worden. Ongeveer een derde van de werkgelegenheidsgroei in 2000 zou voortvloeien uit een stijging van de overheidstewerkstelling en diverse speciale programma’s. Ondanks de gestegen olieprijzen en een verwachte lichte toename van de onderliggende inflatie, zou de binnenlandse consumptieprijsinflatie in 2000 beperkt blijven tot 1,2%, tegenover 1,1% dit jaar. De volgende indexaanpassing van de lonen en wedden in de overheidssector en de sociale uitkeringen zou pas in 2001 plaatsvinden

 
De effecten van de dioxinecrisis

In juni jongstleden maakte het Federaal Planbureau een raming van de effecten van de dioxinecrisis op het Belgische bruto binnenlands product en de buitenlandse handel. In die oefening werd uitgegaan van een tweeledige hypothese over het gedrag van de Belgische consumenten en de buitenlandse afnemers. Er werd aangenomen dat de Belgische gezinnen gedurende een periode van twee weken hun verbruik van verdachte voedingswaren (producten opgenomen in de officiële lijst die op 8 juni door de regering werd gepubliceerd) zouden beperken. De buitenlandse afnemers zouden hun aankopen van de betrokken producten verminderen met het equivalent van één maand omzet (degressief gespreid over de periode tot begin 2000). Op basis van deze hypothesen zou de dioxinecrisis in 1999 een negatieve impact hebben op de totale finale vraag van 24,6 miljard frank. Aan de hand van de multiplicatoren van de input-outputanalyse, raamde het Federaal Planbureau het effect van deze daling van de finale vraag op het Belgische BBP in 1999 op 0,18% (dit is 14,5 miljard). Het grootste deel van deze negatieve impact op het BBP zou voortvloeien uit een verslechtering van het saldo van de buitenlandse handel, als gevolg van een dalende uitvoer en een toename van de finale invoer. Aan de hand van het macrosectorale model Hermes werd bovendien een raming gemaakt van de tweedeorde-effecten op het BBP uitgaande van het verlies aan inkomens: -0,03% in 1999 (wat het totale effect in 1999 op -0,21% zou brengen).

Momenteel zijn gegevens voor de maanden juni en juli 1999 beschikbaar, wat reeds een partiële confrontatie tussen verwachtingen en realisaties toelaat. Voor de twee maanden samen bedroeg de daling van de toegevoegde waarde in de voedingsnijverheid (de landbouw niet meegerekend) 3,6 miljard frank (tegenover een voorziene terugval van 3,9 miljard). De daling van de uitvoer van verdachte producten bedroeg 12 miljard frank (tegenover een voorziene terugval van 14,9 miljard). De overschatting van de impact op de uitvoer zou hoogstwaarschijnlijk tenietgedaan zijn in de maand augustus, toen de Europese Commissie de verkoop op de Europese markt verbood van alle niet-gecertificeerde Belgische producten die meer dan 2% dierlijk vet bevatten.

De modellen die het Federaal Planbureau voor zijn ramingen heeft aangewend, laten helaas niet toe rekening te houden met de vernietiging van voorraden, de impact van prijswijzigingen op de buitenlandse handel en de toename van de activiteit als gevolg van de crisis (bijvoorbeeld de laboratoriumtests). Nochtans lijken de data voor de maanden juni en juli en de eerste beschikbare cijfers voor de maand augustus de initieel geraamde macro-economische effecten van de dioxinecrisis grotendeels te bevestigen.

 

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

None

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots