Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Welvaartsbinding van de sociale zekerheidsuitkeringen: het Federaal Planbureau presenteert een analyse van de recente ontwikkelingen (22/04/2008)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

In het kader van het Generatiepact dat van kracht is sinds eind december 2005 werd een structureel mechanisme ingevoerd dat de sociale uitkeringen bindt aan de welvaartsevolutie. Het mechanisme is tweeledig en waarborgt flexibiliteit, terwijl de afwikkeling ervan toch bijzonder complex blijft. Enerzijds definieert het mechanisme een methode om de enveloppe beschikbaar voor welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen te berekenen. Anderzijds voorziet het in een overlegprocedure tussen sociale partners waardoor binnen deze budgettaire enveloppe concreet invulling gegeven wordt aan de welvaartsaanpassingen. Dat mechanisme werd een eerste keer toegepast in 2006, zowel wat betreft de bepaling van de omvang van de beschikbare budgettaire enveloppe als de concrete invulling van de verhogingen van de sociale uitkeringen in 2007-2008. In de voorliggende studie bekijkt het Federaal Planbureau de toepassing van dat mechanisme en geeft een gedetailleerde analyse van deze eerste concrete toepassing.

De studie herinnert aan de basishypothesen waarop de wetgever de berekeningsmethode van de begrotingsenveloppe heeft gesteund. Het betreft de hypothesen inzake welvaartsbinding van de langetermijnscenario’s voor de sociale uitgaven die regelmatig worden gepubliceerd door de Studiecommissie voor de Vergrijzing van de Hoge Raad van Financiën. De studie toont op welke punten de wetgever van die hypothesen is afgeweken, met name door a priori de waarde van de stijgingscoëfficiënt van de uitgaven te bepalen zonder te verwijzen naar de groeivoet van de lonen. De studie wijst op enkele interpretatieproblemen van de wetgeving wat betreft de berekeningsmethode van de budgettaire enveloppe en komt terug op de opties die in 2006 ter zake werden gekozen. Ze beschrijft in detail de verschillende maatregelen die in het kader van de welvaartsaanpassing van de sociale uitkeringen voor de periode 2007-2008 werden goedgekeurd en de evolutie van hun budgettaire impact tegen 2012.

De totale budgettaire enveloppe voor welvaartsaanpassingen die de regering voor 2007 heeft vastgelegd, bedraagt, overeenkomstig de opeenvolgende beslissingen van de Ministerraden van Gembloux en Oostende in 2004, uiteindelijk 174,3 miljoen euro. De budgettaire enveloppe voor 2008 werd bepaald op basis van een simulatieoefening die door de sociale parastatalen werd uitgevoerd en waarbij gebruik werd gemaakt van de parameters van de wet betreffende het Generatiepact : ze bedraagt 232,6 miljoen euro en moet worden opgetrokken tot 254,3 miljoen euro om rekening te houden met de 21,7 miljoen euro voor de welvaartsaanpassingen die reeds werden beslist op de Ministerraad van Oostende. De samenvoeging van de enveloppes voor beide jaren (428,6 miljoen) vormt het geheel van budgettaire middelen die in 2008 zijn voorzien voor de welvaartsaanpassingen van 2007-2008.

De studie toont dat de budgettaire kosten van alle genomen maatregelen grosso modo overeenstemmen met de vooraf vastgelegde enveloppe. Die kosten bedragen over beide jaren immers 431,9 miljoen euro. Het is echter zo dat het jaareffect van sommige maatregelen die in de loop van 2008 van kracht zijn geworden en het structurele karakter van de meeste maatregelen (verhoging van minima en sommige berekeningspercentages van vervangingsinkomens) tot gevolg hebben dat de budgettaire kosten van die maatregelen op middellange termijn (tegen 2012) op het niveau van 2009 gehandhaafd blijven (rond 500 miljoen euro, of 0,13 tot 0,14 % van het bbp).

Die maatregelen worden vervolgens in de algemene context geplaatst van het sinds 2000 gevoerde beleid inzake de verhoging van de sociale uitkeringen. Die verhogingen worden vergeleken met de loonevolutie over dezelfde periode. Gelet op de zeer bescheiden loonstijgingen van de voorbije jaren, leidt de verhoging van sommige sociale uitkeringen tot een duidelijke inhaalbeweging van grote categorieën van sociale uitkeringsgerechtigden ten opzichte van de levensstandaard van de actieven. Die beweging doet zich het meest voor bij de laagste uitkeringen (minima van de takken invaliditeit en pensioenen, werkloosheidsuitkeringen van alleenstaanden en samenwonenden) zowel in de werknemersregeling als in die van de zelfstandigen; deze laatste regeling kent echter de grootste verhogingen. Aangezien deze regeling proportioneel een groter aantal minimumtrekkers telt, weegt de verhoging van de uitkeringen in die regeling gemiddeld ook veel zwaarder door dan in de werknemersregeling.

De voor 2007-2008 genomen maatregelen voor de welvaartsbinding van de sociale uitkeringen worden eveneens gesitueerd in een toekomstgerichte visie - tegen 2012 – wat de impact van de toekomstige toepassing van het Generatiepact op de sociale uitgaven en op de gemiddelde sociale uitkeringen betreft. De  vergelijking met de voorziene loonontwikkeling bevestigt de tendens van een zekere vernieuwde generositeit binnen het beleid voor de welvaartsbinding van de sociale uitkeringen, zowel in de werknemersregeling als in de zelfstandigenregeling. In dit laatste geval is deze generositeit zeer duidelijk in navolging van de beleidsmaatregelen getroffen sinds 2000. De budgettaire kosten van de maatregelen die overeenkomstig het Generatiepact vanaf 2009 moeten worden genomen, worden geraamd op 0,25 % van het bbp tegen 2012 (ongeveer 1 miljard euro), rekening houdend met de toekomstige budgettaire enveloppes.

Ter illustratie wordt tot slot de budgettaire impact van twee scenario’s van alternatieve beleidsmaatregelen voor de welvaartsbinding van de sociale uitkeringen bestudeerd. Het ene met een grotere, het andere met een kleinere generositeit in vergelijking met de maatregelen van het Generatiepact.

  Beschikbare gegevens

None
Please do not visit, its a trap for bots