Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Economische Begroting 2009 - De economische groei zou 1,6 % bedragen in 2008 en 1,2 % in 2009  (12/09/2008)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. Deze macro-economische vooruitzichten dienen als basis voor de opmaak van de federale ontvangsten- en uitgavenbegrotingen voor het jaar 2009.

De groei van het bbp in volume zou volgend jaar 1,2 % bedragen, na 1,6 % in 2008. De economische kwartaalgroei zou in het derde kwartaal van 2008 nagenoeg stilvallen, om vervolgens geleidelijk te herstellen tot 0,5 % in de tweede helft van 2009. De groeivertraging van de Belgische economie is toe te schrijven aan een afkoeling van zowel de uitvoer als van de binnenlandse vraag. De uitvoergroei wordt afgeremd door de verzwakking van de internationale conjunctuur en zou dit jaar op 2,9 % uitkomen. Door de recente depreciatie van de euro zou de uitvoer in 2009 met 3 % stijgen, ondanks de groeivertraging van de buitenlandse afzetmarkten. De groei van de binnenlandse vraag zou verzwakken tot 2,7 % in 2008 en 1,1 % in 2009 onder invloed van de particuliere consumptie en de investeringen. De binnenlandse werkgelegenheid zou in 2008 gemiddeld met 68 500 personen toenemen. In 2009 remt de vertraging van de economische groei de werkgelegenheidstoename af tot 27 900 personen. De geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad zou uitkomen op respectievelijk 6,8 % en 6,9 % in 2008 en 2009 (t.o.v. 7,5 % in 2007). De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, wordt voor dit jaar en voor volgend jaar geraamd op respectievelijk 4,7 % en 2,7 %. De gezondheidsindex zou met 4,2 % en 2,6 % toenemen. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex, zou de huidige spilindex overschreden worden in juli 2009.

Aanzienlijke groeivertraging van de Europese economie in 2008 en 2009

Na een onverwacht sterk jaarbegin, ging de economische activiteit in de eurozone er licht op achteruit in het tweede kwartaal van 2008. De mondiale groeivertraging en de sterke appreciatie van de euro bemoeilijkten de uitvoer, terwijl de verminderde afzetperspectieven een rem zetten op de bedrijfsinvesteringen. Verder speelde de oplopende inflatie de particuliere consumptie parten. In lijn met de evolutie van de wereldeconomie, wordt tijdens de tweede helft van 2008 en in 2009 een bescheiden economische groei verwacht, die pas eind 2009 opnieuw zijn trendwaarde bereikt. De economische groei in de eurozone zou daardoor uitkomen op 1,3 % in 2008 en op 1,2 % in 2009 (na 2,6 % in 2007).

De recente terugval van de grondstoffenprijzen op de internationale markten heeft de inflatievrees wereldwijd enigszins getemperd. In combinatie met een Europese economische groei die op korte termijn broos blijft, zou dat leiden tot een beperkte versoepeling van het monetair beleid in de eurozone in de loop van 2009. Tegen die achtergrond zouden de marktrentevoeten in 2009 licht dalen. De wisselkoers- en de olieprijshypothesen zijn gebaseerd op de termijnmarktnoteringen van eind augustus. De wisselkoers van de euro zou gemiddeld op 1,51 dollar per euro uitkomen in 2008 en op 1,44 dollar per euro in 2009. De gemiddelde prijs van een vat ruwe olie zou respectievelijk 114 en 120 dollar bedragen. Deze vooruitzichten gaan gepaard met belangrijke onzekerheden omtrent de evolutie van de grondstoffenprijzen en de mate waarin de Europese economie zich tijdens de volgende kwartalen herstelt.

Ook de Belgische bbp-groei valt in 2008 en 2009 terug door een afkoeling van de uitvoer en van de binnenlandse vraag

De Belgische economie groeide in 2007 met 2,8 %. Sinds het vierde kwartaal van 2007 heeft de verzwakking van de uitvoer en van de binnenlandse vraag echter een vertraging van de economische groei in de hand gewerkt. In navolging van de Europese conjunctuur, zou de groei van de Belgische economie in het derde kwartaal van 2008 nagenoeg stilvallen, om vervolgens geleidelijk te herstellen tot 0,5 % in de tweede helft van 2009. De bbp-groei in volume komt daardoor uit op 1,6 % in 2008 en op 1,2 % in 2009. De erg zwakke groei in de tweede jaarhelft van 2008 drukt het jaarcijfer voor 2009. De Belgische uitvoer blijft niet ongevoelig voor de groeivertraging in zijn buitenlandse afzetmarkten en boet aan kracht in vanaf het tweede kwartaal van 2008. In de loop van 2009 zou de uitvoergroei opnieuw aantrekken onder impuls van het schuchtere herstel van de internationale economie. De Belgische uitvoer zou in de periode 2008-2009 trager blijven groeien dan de buitenlandse afzetmarkten, maar het verlies aan buitenlandse marktaandelen zou geleidelijk kleiner worden. De uitvoergroei wordt in 2008 (2,9 %) nog gehinderd door de appreciatie van de effectieve wisselkoers van de euro tijdens de eerste jaarhelft. De recente depreciatie van de euro zou de uitvoerprestaties van de Belgische economie ten goede komen. Ondanks de vertraging van de groei van de buitenlandse afzetmarkten in 2009 (4,4 %, tegenover 4,7 % in 2008) zou de uitvoergroei uitkomen op 3 %.

De invoer blijft in 2008 in sterkere mate toenemen dan de uitvoer. Samen met een aanzienlijke ruilvoetverslechtering (-1 %) als gevolg van de hoge olieprijzen, krimpt het overschot op de lopende rekening daardoor tot nauwelijks 0,1 % van het bbp. In 2009 zou de netto-uitvoer een bescheiden positieve bijdrage leveren tot de economische groei, maar door een verdere ruilvoetverslechtering zou het externe overschot volledig verdwijnen.

De groei van de binnenlandse vraag zou in 2008 en 2009 verzwakken tot resp. 2,7 % en 1,1 %, tegenover 3,4 % in 2007, onder invloed van de particuliere consumptie, de bedrijfsinvesteringen en de investeringen in woongebouwen.

De evolutie het totaal reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen wordt dit jaar en volgend jaar sterk beïnvloed door de inflatieversnelling in 2008 om twee redenen. Ten eerste wordt de groei van het reëel beschikbaar inkomen negatief beïnvloed omdat de recente toename van de inflatie in belangrijke mate te wijten is aan de stijging van de energieprijzen. De gezondheidsindex, die als basis dient voor de indexering van de lonen en de sociale uitkeringen, houdt daar slechts gedeeltelijk rekening mee waardoor die een stuk trager toeneemt dan de totale inflatie. Ten tweede reageren de indexeringsmechanismen met vertraging op de evolutie van de gezondheidsindex, waardoor de indexering dit jaar lager en volgend jaar hoger zou uitkomen dan de toename van de gezondheidsindex. Niettemin zou het reëel beschikbaar inkomen van de particulieren in 2008 nog licht toenemen (0,1 %) dankzij de sterke toename van de werkgelegenheid. De gezinnen zouden een kleiner deel van hun inkomen sparen (11,9 %, tegenover 13,1 % in 2007) waardoor de particuliere consumptie nog toeneemt met 1,4 %. Geholpen door de indexering, waarin nog gedeeltelijk de sterke inflatie van 2008 weerspiegeld wordt, zou de groei van het reeel beschikbaar inkomen in 2009 aantrekken tot 1,8 %. Daardoor zou de kwartaalgroei van de particuliere consumptie licht aantrekken. Op jaarbasis blijft de consumptiegroei echter beperkt tot 0,8 % als gevolg van een ongunstig overloopeffect.

Met een toename van ruim 8 %, vormden de bedrijfsinvesteringen (gezuiverd voor de aankoop van overheidsgebouwen) de belangrijkste groeimotor van de Belgische economie in 2007. Dat zou zo blijven in 2008 (een jaargroei van 6,6 % in volume), al is dat in belangrijke mate toe te schrijven aan een zeer gunstige uitgangspositie in het begin van het jaar. In navolging van de afbrokkeling van de capaciteitsbezettingsgraad en van de indicator van het ondernemersvertrouwen zou de groei van de bedrijfsinvesteringen vanaf het tweede kwartaal immers fors worden teruggeschroefd. In de loop van 2009 zouden de bedrijfsinvesteringen geleidelijk aan kracht winnen, maar door het zwakke startpunt blijft de jaargroei in 2009 beperkt tot 1,7 %.

Met een volumegroei van 5,3 % zetten de investeringen in woongebouwen in 2007 opnieuw een sterke prestatie neer (de voorbije vijf jaren stegen de gezinsinvesteringen gemiddeld met meer dan 7 %). Niettemin was de activiteit in de woningbouw reeds in de loop van vorig jaar duidelijk over haar hoogtepunt heen, o.m. door de toegenomen financieringskosten. De gegevens uit de architectenenquête, die een goede indicatie geven voor het toekomstige verloop van de woningbouwactiviteit, wijzen eveneens op een duidelijke afkoeling. De volumegroei van de gezinsinvesteringen zou beperkt blijven tot 1,3 % in 2008 en licht negatief zijn in 2009 (-1,1 %).

De versnelling van de groei van de overheidsconsumptie in 2008 stemt overeen met de impact van de overheveling van de dekking van de kleine gezondheidsrisico’s van de zelfstandigen van de particuliere naar de publieke sector, met een neerwaarts effect op de particuliere consumptiegroei tot gevolg. De overheidsinvesteringen (gezuiverd voor de verkoop van overheidsgebouwen) vielen in 2007 terug met ruim 8 % in volume. Die daling volgt op de aanzienlijke investeringsactiviteit met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. In 2008 zouden ze licht toenemen (0,9 %) en in 2009 versnellen tot 5,8 %, vooral onder impuls van de lokale besturen.

Sterke daling van de werkloosheidsgraad in 2008, gevolgd door een lichte toename in 2009

Tussen begin 2006 en midden 2008 nam de binnenlandse werkgelegenheid aanzienlijk toe. In de tweede helft van 2008 zouden er aanzienlijk minder jobs bijkomen als gevolg van de economische groeivertraging. Door het gunstige startpunt, zou de werkgelegenheid dit jaar gemiddeld met nog 68 500 personen toenemen (t.o.v. 72 600 personen in 2007). In 2009 zou de netto-werkgelegenheidscreatie beperkt blijven tot 27 900 personen.

Gecumuleerd over de periode 2008-2009 zou de netto-werkgelegenheidscreatie bijgevolg relatief hoog blijven, onder meer dankzij de verdere toename van het aantal dienstenchequebanen en het aantal zelfstandigen (gecumuleerde toenames van respectievelijk 32 000 en 24 000 eenheden).

De werkgelegenheidsgraad stijgt daardoor van 62,9 % in 2007 tot 63,4 % in 2008 en tot 63,5 % in 2009. De werkgelegenheid neemt in 2008 sterker toe dan de beroepsbevolking, wat resulteert in een verdere daling van het aantal werklozen. In 2009 zou hun aantal daarentegen licht toenemen. De geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad (berekend op basis van de arbeidskrachtenenquête) zou daardoor uitkomen op respectievelijk 6,8 % en 6,9 % in 2008 en 2009, t.o.v. 7,5 % in 2007.

De inflatie lijkt midden 2008 over haar hoogtepunt heen en zou afkoelen tot gemiddeld 2,7 % in 2009

Tussen augustus 2007 en juli 2008 liep de inflatie, gemeten als de jaar-op-jaargroei van het nationaal indexcijfer der consumptieprijzen (NICP), op van 1,1 % tot 5,9 %. Die toename was vooral het gevolg van de prijsstijgingen voor energie- en voedingsgrondstoffen op de internationale markten, de verhoging van de transport- en distributienettarieven voor gas en elektriciteit in januari 2008, en bijkomende tariefverhogingen door de meeste aardgasleveranciers. Eind augustus lag de olieprijs uitgedrukt in euro 15 % lager dan de piek die in de loop van juli werd bereikt. Bijgevolg viel de inflatie in augustus terug tot 5,4 %. Op basis van termijnmarktnoteringen wordt verwacht dat de prijs van een vat ruwe olie (zowel in dollar als in euro) licht zal toenemen tot midden 2009. Niettemin daalt de jaar-op-jaargroei van de olieprijs tot juli 2009, waardoor de inflatie verder zou terugvallen. Op jaarbasis zou de inflatie 4,7 % bedragen in 2008 en vertragen tot 2,7 % in 2009.

In de voorbije maanden werd een lichte versnelling van de onderliggende inflatie opgetekend die verband houdt met het doorsijpelen van de hogere grondstoffenprijzen en nominale lonen in de prijzen van andere goederen en diensten. Die beweging zou zich voortzetten tot eind 2009 en daardoor de neerwaartse beweging van de totale inflatie enigszins afremmen.

De gezondheidsindex zou zowel dit jaar als volgend jaar gemiddeld minder sterk groeien dan het NICP doordat de gezondheidsindex niet beïnvloed wordt door het prijsverloop van benzine en diesel. De maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex geven aan dat de volgende overschrijding van de spilindex (die momenteel 112,72 bedraagt) zou plaatsvinden in juli 2009.

Er dient te worden vermeld dat de inflatievooruitzichten sterk beïnvloed worden door grondstoffenprijzen en wisselkoersen, die de voorbije maanden een bijzonder volatiel verloop kenden.

De loonkostengroei overschrijdt de norm in de periode 2007-2008

In de periode 2007-2008 zou de gecumuleerde toename van de nominale loonkosten per uur in de marktsector 7,5 % bedragen, wat betekent dat de 5 %-norm uit het interprofessioneel akkoord van februari 2007 ruimschoots zou worden overschreden. Die overschrijding is zowel te wijten aan de hoger dan verwachte loonindexering, als gevolg van de toename van de voedings- en energieprijzen, als aan een sterker dan voorziene groei van de bruto-uurlonen vóór indexering.

De groei van de uurloonkosten in 2009 (3,7 %) wordt in belangrijke mate bepaald door de indexering (3,2 %), die met vertraging reageert op de prijsstijgingen in 2008. De evolutie van de lonen volgend jaar blijft echter moeilijk te voorspellen aangezien ze in belangrijke mate zal afhangen van de uitkomst van de loononderhandelingen voor de periode 2009-2010 die eind dit jaar van start gaan.

 

Kerncijfers voor de Belgische economie (Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld)
  2006 2007 2008 2009
Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 0.8
Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 1.8
Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4.6 1.3
 
Totaal van de nationale bestedingen 3.0 3.4 2.7 1.1
 
Uitvoer van goederen en diensten 2.6 3.8 2.9 3.0
Invoer van goederen en diensten 2.7 4.6 4.2 2.9
Netto-uitvoer (bijdrage tot de groei van het bbp) 0.0 -0.5 -1.0 0.1
 
Bruto binnenlands product 2.8 2.8 1.6 1.2
 
Nationaal indexcijfer der consumptieprijzen 1.8 1.8 4.7 2.7
Gezondheidsindex 1.8 1.8 4.2 2.6
Reëel beschikbaar inkomen van de particulieren 2.6 3.3 0.1 1.8
Spaarquote van de particulieren (in % van het beschikbaar inkomen) 12.5 13.1 11.9 12.7
Binnenlandse werkgelegenheid (jaargemiddelde verandering, in duizendtallen) 52.7 72.6 68.5 27.9
Werkloosheidsgraad (Eurostatstandaard, jaargemiddelde) 8.3 7.5 6.8 6.9
Saldo lopende rekening (betalingsbalans, in % van het bbp) 2.7 2.1 0.1 0.0
 
Wisselkoers van de euro in dollar (aantal dollars voor 100 euro) 125.6 137.1 150.8 144.5
Korte rente (Euribor, 3 maanden) (%) 3.1 4.3 4.8 4.5
Lange rente (OLO, 10 jaar) (%) 3.8 4.3 4.5 4.4

Voor meer informatie: Filip Vanhorebeek, 02/507.74.12, fvh@plan.be

  Beschikbare gegevens

None
Please do not visit, its a trap for bots