Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

De vooruitzichten 2008-2015 voor de wereldeconomie (17/09/2008)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

Het Federaal Planbureau stelt zijn nieuwe internationale macro-economische projectie 2008-2015 voor in de publicatie ‘The NIME Outlook for the World Economy’ van augustus 2008. Dit nummer omvat eveneens een thematische studie ‘Focus’ die gewijd is aan de Amerikaanse residentiële vastgoedmarkt.

Het in deze mondiale projectie voorgestelde scenario werd opgesteld op basis van de gegevens over de mondiale economie die midden augustus 2008 beschikbaar waren. De gekozen internationale economische omgeving in de nieuwe Belgische economische vooruitzichten van 12 september 2008 is gebaseerd op meer recente internationale hypothesen, onder meer wat betreft de bbp-groei in de eurozone in 2008.

De nieuwe wereld vooruitzichten gaan uit van een mondiale economische groei van 3 % in 2008. Dit betekent een daling ten opzichte van 2007 (3,8 %). De mondiale economische groei zou dus lager zijn dan de gemiddelde jaarlijkse groeivoet van 3,2 % die over de periode 1997-2007 werd opgetekend. De groei zou nog verder dalen en in 2009 nog amper 1,5 % bereiken als gevolg van de zwakkere groei in de eurozone, Japan en de rest van de wereld (zone met daarbij China, Canada, Brazilië, Rusland en India). De tamelijk synchrone terugval van de groei in de belangrijkste zones van de wereldeconomie zou vooral een gevolg zijn van de economische cycli die beïnvloed worden door de gewijzigde ruilvoet ten gevolge van de scherpe stijging van de olieprijs en de overige grondstoffenprijzen. In 2010 zou de wereldeconomie opnieuw opveren en jaarlijks gemiddeld 3 % bedragen over de periode 2010-2015. De mondiale economische groei zou vooral gedragen worden door de toename van de particuliere consumptie, ondersteund door de groei van de werkgelegenheid en de lonen. De lonen zouden geschraagd worden door een voortdurende productiviteitsstijging. De projectie toont echter dat de demografische evolutie in Europa en Japan de economische groei op middellange termijn zou afremmen door de trendmatige daling van de bevolking op arbeidsleeftijd.

Vooruitzichten voor de eurozone

Volgens het centraal scenario zou het bbp in de eurozone in 2008 met slechts 1.5 % groeien als gevolg van een beperkte toename van de particuliere consumptie, gekoppeld aan lage jobcreatie en een zwakke stijging van het reëel beschikbaar gezinsinkomen. In 2009 zou de bbp-groei uitkomen tussen 0,1 % en 1,8 %, met een centraal vooruitzicht van slechts 1 %. De groei van het bbp zou in 2009 sterk afnemen als gevolg van een grote negatieve bijdrage van de netto-uitvoer tot de groei. De economische groei in de eurozone zou tussen 2010 en 2011 een tijdelijke heropleving kennen; de groei van het bbp zou na 2011 afnemen als gevolg van een daling van de bevolking op arbeidsleeftijd en beperkingen van de productiecapaciteit van de privésector. De inflatie zou, als gevolg van de daling van het potentieel productieniveau, slechts onder controle kunnen worden gehouden door aanzienlijke renteverhogingen. De toestand van de overheidsfinanciën binnen de eurozone zou tegen eind 2011 licht verbeteren, maar nadien verslechteren. De lopende rekening van de eurozone zou in 2008 opnieuw een tekort vertonen en die situatie zou tot eind 2015 blijven duren.

Vooruitzichten voor de Verenigde Staten

De groei van het bbp in de Verenigde Staten hield stand tijdens het eerste semester van 2008, maar zou tijdens de tweede helft van het jaar sterk afzwakken. De Amerikaanse economie zou in 2008 aan de recessie ontsnappen, maar op jaarbasis slechts met 1.8 % stijgen. De vastgoedcrisis en de malaise in de financiële sector zouden verder aanslepen tot eind 2009, waardoor de groei in 2009 beperkt zou blijven tot 2,1 %. In 2010 zou de groei 2,3 % bereiken en gemiddeld 2 % per jaar bedragen over de periode 2011-2015. In de veronderstelling dat de belastingverlagingen die tussen 2001 en 2005 door de huidige Amerikaanse regering werden ingevoerd, uitdoven en verdwijnen zoals voorzien in het huidige tijdsschema, zou het Amerikaans federaal begrotingsdeficit enigszins dalen in 2011 en 2012, maar daarna opnieuw toenemen. Het tekort op de lopende rekening zou slechts licht dalen van 4,9 % van het bbp in 2008 tot 4,1 % van het bbp tegen 2015.

Vooruitzichten voor Japan

In 2008 zou de Japanse economische groei slechts 1 % bedragen, als gevolg van een massale afkoeling van de investeringen in woongebouwen en een verzwakking van de uitvoergroei. De bbp-groei zou zelfs terugvallen tot 0,4 % in 2009 door een daling van de uitvoer groei en het teruglopen van de particuliere investeringen. Over de periode 2008-2015, zou de gemiddelde jaarlijkse groei van het bbp slechts 0,9 % bedragen ten gevolge van een aanhoudende daling van de bedrijfsinvesteringen en de verzwakking van de uitvoer. Volgens de projectie zou de bevolking op arbeidsleeftijd jaarlijks gemiddeld met 0,8 % per jaar afnemen over de periode 2008-2015, waardoor de werkgelegenheid met 1,4 % per jaar zou dalen over dezelfde periode. Het overschot op de buitenlandse lopende rekening van Japan zou inkrimpen van 4,9 % van het bbp in 2008 tot 3,2 % van het bbp in 2015. Indien er niet snel nieuwe en aanzienlijke inspanningen worden geleverd om tot een duurzame begrotingsconsolidatie te komen, zou het begrotingstekort van de Japanse regering aanzienlijk vergroten tijdens de projectieperiode.

Vooruitzichten voor de rest van de wereld

De economische groei in de zone die de rest van de wereld omvat (zone met daarbij China, Canada, Brazilië, Rusland en India) zou 6,1 % bedragen in 2008, maar terugvallen tot nauwelijks 1,9 % in 2009. De groei zou vervolgens opveren en gemiddeld 5,1 % per jaar bereiken over de periode 2010-2015. De projectie voorziet een trendmatige daling van de groei van de invoer in volume voor deze zone. De invoer zou in 2008 een sterk groeitempo van 8,5 % aanhouden, maar vervolgens dalen door de verzwakking van de economische groei in de zone over de periode 2008-2015. De uitvoer van de rest van de wereld zou toenemen in een gematigd tempo van 2,5 % in 2008. De uitvoer zou vervolgens sneller stijgen en jaarlijks gemiddeld met 3,2 % toenemen over de periode 2008-2015. De inflatie in deze zone bedraagt 5,2 % in 2008, een toename ten opzichte van 2007 als gevolg van forse stijgingen van de olie- en andere grondstoffenprijzen. De inflatie zou zich daarna stabiliseren op 5,2 % per jaar.

Belangrijkste onzekerheden

Op korte termijn wordt het mondiaal economisch scenario door neerwaartse risico’s omgeven die gerelateerd zijn aan de ontknoping van de huidige kredietcrisis. Die crisis zou langer kunnen aanhouden en zwaarder en omvangrijker zijn dan momenteel wordt verwacht. In dat geval zou de mondiale economische groei zwakker zijn dan de huidige verwachtingen voor 2008 en 2009. Op middellange termijn zou de aanhoudende stijging van de energieprijzen een aanzienlijke aanbodschok kunnen teweegbrengen, waardoor de potentiële groei van de wereldeconomie lager zou uitvallen dan voorzien in de huidige projectie. Tot slot, zou een mogelijke onderschatting van de trendmatige productiviteitsstijging, in het bijzonder in de Europese Unie en Japan, kunnen leiden tot een onderschatting van de economische groei op middellange termijn in beide zones.

Focus gewijd aan de evolutie van de Amerikaanse residentiële vastgoedmarkt

Onze nieuwe vooruitzichten bevatten een analyse van de evolutie en de vooruitzichten van de Amerikaanse residentiële vastgoedmarkt. De instorting van de Amerikaanse residentiële vastgoedmarkt wordt daarin vooral toegeschreven aan een buitensporige vraag naar residentieel vastgoed tijdens de periode 2001-2006, die werd veroorzaakt door een te soepel monetair beleid en speculaties over de prijs van het residentieel vastgoed. De analyse geeft een uitvoerige beschrijving van de hypothesen in verband met de Amerikaanse vastgoedmarkt die de basis vormen van de resultaten van onze projectie voor de Verenigde Staten. Volgens die hypothesen zouden de investeringen in woningen en de Amerikaanse residentiële vastgoedprijzen blijven dalen tot eind 2009. Onze projectie houdt inderdaad rekening met een daling van de residentiële vastgoedprijzen van 15,8 % in 2008 en 12,4 % in 2009. Die prijsdaling zou gepaard gaan met een daling van de investeringen in woningen van 20,2 % in 2008 en 3,8 % in 2009. De woningsector zou pas echt opnieuw opveren in 2010 en aanknopen met een prijsstijging van 2,2 % en een toename van de investeringen van 10,7 %.

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots