Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Economische begroting - Economische vooruitzichten 2015-2016 (September) [ Economic outlook 2015-2016 (Sept) - ]

Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten kaderen in de opmaak van de federale begroting voor 2016.

  Auteurs

Gemeenschappelijke publicatie
 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Vooruitzichten

De vooruitzichten presenteren de toekomstige evoluties in België, zowel in socio-economische, budgettaire en energiedomeinen als voor de transportvraag.

De Belgische economische groei zou 1,2% bedragen in 2015 en uitkomen op 1,3% in 2016

Deze vooruitzichten houden op beleidsvlak geen rekening met de regeringsmaatregelen die in juli werden aangekondigd in het kader van de federale begrotingsopmaak en van de taxshift. De recente btw-verhoging op elektriciteit voor huishoudelijk gebruik wordt evenmin in rekening gebracht. Die maatregel maakt immers deel uit van een globaal akkoord waarvan de modaliteiten niet tijdig beschikbaar waren voor integratie in deze vooruitzichten.

De economie van de eurozone herstelt zich geleidelijk

De groei van de wereldeconomie zou in 2015 en 2016 ondersteund worden door een aanhoudend herstel in de geavanceerde economieën, met voorop de VS, maar zou dit jaar niettemin vertragen door de afkoeling van de Chinese economie, die een negatieve invloed heeft op de uitvoer en de economische groei van de opkomende landen. De bbp-groei in de eurozone als geheel zou aantrekken van 0,9% in 2014 tot 1,4% in 2015 en tot 1,7% in 2016, geholpen door lagere olieprijzen, een gedeprecieerde euro en een begrotingsbeleid dat geen negatief effect meer heeft op de economische activiteit. In vergelijking met onze junivooruitzichten is de economische groei in de eurozone (net als die van de overige geavanceerde economieën) licht neerwaarts herzien als gevolg van een meer uitgesproken groeivertraging van de opkomende economieën.

De belangrijkste onzekerheden omtrent dit internationaal scenario betreffen de Chinese economie (met het risico op een harde landing) en de impact van een eerste renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank, die dit jaar nog kan plaatsvinden.

De particuliere consumptie levert in 2015 een belangrijke bijdrage tot de Belgische bbp-groei. De economische groei in 2016 is neerwaarts herzien

Na een inzinking rond de jaarwisseling zou de uitvoer in de loop van 2015 profiteren van de geleidelijke internationale conjunctuurverbetering en de depreciatie van de euro, zodat de uitvoergroei dit jaar toch nog op 3,4% zou uitkomen. Onder impuls van een groeiversnelling van de buitenlandse afzetmarkten en van de gunstige ontwikkeling van de binnenlandse kosten, die een rechtstreeks gevolg is van de reeds vóór juli 2015 genomen maatregelen gericht op het beperken van de arbeidskosten, zou de uitvoergroei aantrekken tot 4,2% in 2016. Het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans loopt aanzienlijk op door een gunstige ruilvoetontwikkeling in 2015 (als gevolg van de lage olieprijzen) en door een sterke toename van de netto-uitvoer in volume in 2016.

De ontwikkeling van het reëel beschikbaar gezinsinkomen wordt in 2015 en 2016 ondersteund door de toename van de werkgelegenheid, maar wordt tegelijkertijd afgeremd door het beleid van loonmatiging.

Gunstige prijseffecten (vooral door de lagere energieprijzen) zorgen ervoor dat de toename van het reëel beschikbaar inkomen in 2015 toch nog 1,1% bedraagt, maar in 2016 zou de koopkrachtstijging beperkt blijven tot 0,5%. De particuliere consumptie zou, onder meer door de verbeterde situatie op de arbeidsmarkt, in beide jaren sterker toenemen dan het beschikbaar inkomen. Met een groeiversnelling tot 1,9% levert de particuliere consumptie daardoor in 2015 een belangrijke bijdrage tot de economische groei. De toename is minder uitgesproken in 2016 (0,6%). Door een negatief eerste kwartaal zouden de investeringen van de gezinnen in woningbouw daarentegen dit jaar met amper 0,2% toenemen, maar in 2016 zouden ze stijgen met 1,1%.

De bedrijfsinvesteringen lieten vorig jaar een opvallende toename van 6,8% optekenen, zouden dit jaar verder stijgen met 2,8% en in 2016 met 0,8% dalen. Die cijfers worden evenwel beïnvloed door enkele uitzonderlijke aankopen in 2014 en in 2015 van investeringsgoederen en patenten die ingevoerd worden (en die bijgevolg geen effect hebben op het bbp). Gezuiverd voor die transacties blijken de investeringen van de ondernemingen in de jaren 2014-2016 een belangrijke motor voor de economische groei, met een toename van resp. 2,6%, 2,8% en 2,9%.

De volumegroei van de overheidsconsumptie zou in 2015 en 2016 uitkomen op resp. 0,3% en 0,7%. De overheidsinvesteringen kennen in 2015 een sterke volumegroei (7,2%) die – net als vorig jaar – in belangrijke mate toe te schrijven is aan scholenbouw. In 2016 zouden de totale overheidsinvesteringen nagenoeg een nulgroei laten optekenen.

De werkgelegenheidscreatie wordt ondersteund door de geringe toename van de uurloonkosten

Vorig jaar resulteerde de economische groei in een werkgelegenheidstoename van naar schatting 0,4% (een nettotoename van 17 700 banen). Voor 2015 en 2016 wordt een stijging van resp. 0,6% en 0,7% verwacht (in totaal 62 000 bijkomende jobs). De jobcreatie wordt sinds 2014 veel minder ondersteund door de expansie van de dienstenchequewerkgelegenheid dan tijdens voorgaande jaren. Bovendien zou de werkgelegenheid bij de overheid afnemen. De marktsector daarentegen kent, onder invloed van de beperkte toename van de uurloonkosten, een gunstige werkgelegenheidsevolutie, waardoor de productiviteitsgroei in dat segment van de economie laag blijft.

Gegeven de verdere toename van de beroepsbevolking, zou het aantal werklozen (met inbegrip van de niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen) dit en volgend jaar in totaal met 38 000 personen afnemen. De geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad zou dalen van 8,5% in 2014 tot 8,3% in 2016.

De inflatie herneemt in 2016

In tegenstelling tot de inflatievooruitzichten die op 1 september op de website van het Federaal Planbureau werden gepubliceerd, houden de voorliggende vooruitzichten geen rekening met de btw-verhoging op elektriciteit voor huishoudelijk gebruik (cf. inleiding). De Belgische inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, zou aldus uitkomen op 0,4% in 2015 en op 1,2% in 2016 (tegenover 0,5% en 1,5% indien wel rekening gehouden wordt met de btw-verhoging op elektriciteit). De gezondheidsindex, die niet beïnvloed wordt door het prijsverloop van o.m. benzine en diesel, zou toenemen met resp. 0,9% en 1,2% (tegenover 1% en 1,5%). De volgende overschrijding van de spilindex (momenteel 101,02) door de afgevlakte gezondheidsindex zou in dit geval niet plaatsvinden vóór 2017. Daarbij wordt de afgevlakte gezondheidsindex gedefinieerd in overeenstemming met de wet van 23 april 2015, die de indexsprong introduceert.

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots