Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Economische vooruitzichten 2018-2019 - juni [ Economic outlook 2018-2019 - June 2018 - ]

De groeivooruitzichten voor de Belgische economie in 2018 zijn – in vergelijking met onze februarivooruitzichten – licht neerwaarts herzien tot 1,6 % als gevolg van een tegenvallend eerste kwartaal. Voor 2019 wordt dezelfde jaargroei verwacht. De werkgelegenheid zou over beide jaren samen toenemen met 106 000 personen. Onder de hypothese van stabiele olieprijzen in 2019 koelt de inflatie dan merkbaar af tot 1,7 %, tegenover 2 % dit jaar. Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten kaderen in de voorbereiding van de begroting voor 2019.

  Auteurs

Gemeenschappelijke publicatie
 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Vooruitzichten

De vooruitzichten presenteren de toekomstige evoluties in België, zowel in socio-economische, budgettaire en energiedomeinen als voor de transportvraag.

De conjunctuurpiek lijkt achter de rug in de eurozone…

De eurozone leverde met een groei van 2,4 % in 2017 zijn sterkste prestatie van de voorbije tien jaar, ondersteund door een aantrekkende wereldhandelsgroei, lage financieringskosten en gunstige werkgelegenheidscijfers. De vertrouwensindicatoren wijzen momenteel op een minder uitgesproken dynamiek van de economische activiteit in de eurozone in de loop van 2018, al wordt de groeivertraging in het eerste kwartaal deels aan tijdelijke factoren toegeschreven. Door een gunstig overloopeffect, zou de bbp-groei dit jaar toch nog op 2,3 % uitkomen. Voor 2019 wordt een groeivertraging tot 1,9 % verwacht naarmate het ultrasoepele beleid van de ECB wordt teruggeschroefd en de wereldhandelsgroei wat aan kracht inboet. De Amerikaanse bbp-groei zou – ondersteund door een expansief begrotingsbeleid – daarentegen versnellen tot 2,8 % in 2018 en zich handhaven op 2,6 % in 2019.

Bovenstaand scenario gaat gepaard met diverse risico’s, zoals een verslechtering van de internationale handelsrelaties, een forse prijsstijging voor ruwe olie door geopolitieke spanningen en onzekerheid over het resultaat van de brexit-onderhandelingen. Daarnaast kan een sterke toename van het begrotingstekort in de Verenigde Staten of politieke onzekerheid in sommige eurolanden er leiden tot een forse klim van de langetermijnrentevoeten. Dat kan het vertrouwen van de financiële markten in landen met een hoge schuldgraad ondermijnen en de vrees voor een nieuwe eurocrisis aanwakkeren.

… waardoor ook de Belgische bbp-groei wat vaart verliest

In navolging van de Europese economie bleef de Belgische bbp-groei in het eerste kwartaal van 2018 (0,3 %) onder de verwachtingen. Onder impuls van zowel de uitvoer als de binnenlandse vraag zou zich een lichte herleving voordoen in het tweede kwartaal (0,5 %), maar vervolgens zouden beide geleidelijk aan kracht verliezen, waardoor de gemiddelde kwartaalgroei zich in 2019 situeert tussen 0,3 % en 0,4 %. Op jaarbasis zou de Belgische bbp-groei licht vertragen van 1,7 % in 2017 tot 1,6 % in 2018 en 2019.

De geleidelijke Europese conjunctuurvertraging zou de volumegroei van de Belgische uitvoer doen afremmen van 4,9 % in 2017 tot 4,4 % in 2018 en tot 4 % in 2019. De bijdrage van de netto-uitvoer tot de economische groei wordt daardoor licht negatief in 2019. Samen met de (in vergelijking met vorig jaar) gestegen olieprijzen zou dat het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans doen oplopen tot 0,5 % van het bbp.

Het reëel beschikbaar inkomen van de particulieren zou dit jaar en volgend jaar met resp. 1,8 % en 2 % sterker toenemen dan in 2017, dankzij bijkomende verlagingen van de personenbelasting en een sterkere groei van de brutolonen. De particuliere consumptie zou daarop met enige vertraging reageren (waardoor de spaarquote van de particulieren licht herneemt), maar met een volumegroei van resp. 1,6 % en 1,7 % de sterkhouder van de binnenlandse vraag blijven. De investeringen in woongebouwen zouden een groei van resp. 0,5 % en 1,1 % laten optekenen, geholpen door de gunstige koopkrachtontwikkeling en de nog steeds aantrekkelijke kredietvoorwaarden.

De volumegroei van de bedrijfsinvesteringen bleef in 2017 beperkt tot 0,7 %. Dat cijfer werd evenwel neerwaarts vertekend door enkele belangrijke (maar volledig ingevoerde) aankopen van investeringsgoederen in 2016. Onderliggend was de investeringsactiviteit in 2017 veel dynamischer. Het investeringsklimaat blijft positief dankzij de hoge industriële capaciteitsbezettingsgraad, de hoge rendabiliteit en gunstige financieringsvoorwaarden. Daardoor zouden de bedrijfsinvesteringen in 2018 en 2019 verder toenemen met telkens 3,2 %.

Rekening houdend met de maatregelen die voldoende duidelijk gespecifieerd zijn, zou de volumegroei van de overheidsconsumptie in 2018 en 2019 uitkomen op resp. 1 % en 0,8 %. De sterke volumegroei van de overheidsinvesteringen in 2018 (10,6 %) is zowel toe te schrijven aan de lokale besturen – in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen – als aan de gewesten en gemeenschappen. In 2019 zou die volumegroei beperkt blijven tot 2,2 %, waarbij de terugval van de lokale overheidsinvesteringen wordt gecompenseerd door een toename van de federale investeringen in defensie.

De werkgelegenheidsgroei blijft aanzienlijk

De binnenlandse werkgelegenheid nam in 2016 en 2017 niet alleen toe door de aantrekkende conjunctuur, maar kreeg ook een impuls van de sedert 2015 genomen maatregelen ter vermindering van de arbeidskosten. Die maatregelen maakten de groei van de activiteit in de marktsector bijzonder arbeidsintensief, waardoor het aantal jobs de voorbije twee jaar samen met 123 000 eenheden is toegenomen (een gemiddelde stijging van 1,3 % per jaar). Tegen de achtergrond van een sterkere loonkostenstijging wordt een minder uitgesproken werkgelegenheidstoename verwacht in 2018 en 2019 van in totaal 106 000 personen (gemiddeld 1,1 %). Het aantal loontrekkenden in de marktsector zou met ruim 85 000 personen toenemen en het aantal zelfstandigen met 20 000 personen, terwijl de jobcreatie bij de overheid (die de voorbije twee jaar nog 7 000 personen bedroeg) beperkt zou blijven tot bijna 1 000 personen.

Het aantal werklozen (met inbegrip van de niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen) zou over 2018 en 2019 samen verder worden teruggedrongen met 71 000 personen. De geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad zou afnemen tot 6,3 % in 2019.

De inflatie wordt sterk bepaald door het energieprijsverloop

De Belgische inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, bleef ondanks de hogere groei van de olieprijzen nagenoeg stabiel in 2017 (2,1 %) t.o.v. 2016 (2 %). De opwaartse invloed van de grondstoffenprijzen op de inflatie in 2017 werd immers gecompenseerd door het wegvallen van de impact van enkele maatregelen (o.a. de toename van het btw-tarief op elektriciteit) die de inflatie in 2016 omhoogduwden.

De loonkosten werden in 2015 en 2016 beperkt door maatregelen, maar sinds 2017 nemen de loonkosten per eenheid product opnieuw toe. De opwaartse invloed daarvan op de onderliggende inflatie wordt echter afgeremd door de appreciatie van de euro ten opzichte van de meeste andere munten. Gegeven de beperkte dynamiek van de onderliggende inflatie wordt de evolutie van de consumptieprijsinflatie vooral bepaald door het energieprijsverloop. In 2018 nemen de prijzen van alle energiegrondstoffen verder toe, waardoor de inflatie met 2 % nauwelijks afkoelt t.o.v. 2017. In 2019 zou de olieprijs zich nagenoeg stabiliseren t.o.v. 2018, waardoor de inflatie terugvalt tot 1,7 %.

De groei van de gezondheidsindex, die niet wordt beïnvloed door het prijsverloop van o.m. benzine en diesel, zou in 2018 (1,6 %) achterblijven op de inflatie en er in 2019 (1,7 %) gelijke tred mee houden. Overeenkomstig onze maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex, zou de huidige spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen (105,10) in augustus 2018 worden overschreden. De volgende spilindex (107,20) zou niet worden overschreden in 2019.

  Verwante documenten

    None

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots