Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Analyse van de rubber- en kunststofnijverheid [ Working Paper 12-05 - ]

Deze studie van de rubber- en kunststofnijverheid werd uitgevoerd op vraag van de speciale commissie voor de chemie van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
De studie geeft gedetailleerde informatie over de evolutie van de productie, toegevoegde waarde, tewerkstelling en investeringen in de rubber- en kunststofnijverheid in België in de periode 1995-2003. Aan de hand van gegevens over toegevoegde waarde, loonkosten, O&O-uitgaven en het handelssaldo wordt de situatie in België vergeleken met die in andere Europese landen en de Verenigde Staten. De studie geeft ook een aanzet tot de analyse van de bronnen van de groei in de rubber- en kunststofproductie.

  Auteurs


 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Working Papers

De Working Paper presenteert een studie of analyse die het FPB op eigen initiatief uitvoert.

De rubber- en kunststofproductie in België bestaat uit drie grote groepen die sterk verschillen wat betreft belang, productiegroei en uitvoerprestaties.


De eerste en belangrijkste groep is de productie van rubber en kunststoffen in primaire vorm. Dat is één van de hoofdactiviteiten van de basischemie. De totale productie van die primaire vormen in België bereikt sinds 2000 jaarlijks waarden van meer dan 8 miljard euro in lopende prijzen.


De reële jaarlijkse groei in de productie van rubber en kunststoffen in primaire vorm versnelde van 3,4 % in de periode 1998-2000 tot 5 % in de periode 2001-2003. België heeft traditioneel een groot positief handelssaldo in primaire vormen van kunststof. Dat positieve handelssaldo nam nog toe tussen 1998 en 2002.


Ten tweede is er de vervaardiging van producten van kunststof. De productie van producten van kunststof bereikte sinds 2000 een waarde van meer dan 5 miljard euro. De vervaardiging van kunststoffen kende in de periode 1997-2000 een reële groei van 4,9 %. In de periode 2001-2003 viel die terug tot 0 %.


Deze groeicijfers hebben betrekking op alle productie van kunststoffen, ongeacht de bedrijfstak. In de kunststofbedrijfstak zélf, die in 2000 zo’n 61 % van de verwerkte kunststofproductie vertegenwoordigde en ook andere goederen produceert, was de reële jaarlijkse productiegroei 2,2 % in de periode 2001-2003. Dit laatste cijfer is afkomstig van de nationale rekeningen en werd gunstig beïnvloed door de opname in deze bedrijfstak van een aantal snel groeiende ondernemingen afkomstig uit andere bedrijfstakken.


De evolutie is ook niet dezelfde bij de verschillende producten van kunststof. De vervaardiging van verpakkingsmateriaal van kunststof, kunststofelementen voor de bouw en overige producten van kunststof kenden een negatieve reële jaarlijkse groei in de periode 2001-2003. De productie van platen, vellen, buizen en profielen van kunststof (de grootste deelsector) kende daarentegen een positieve reële groeivoet van 3,7 % in dezelfde periode. Ook werd, met uitzondering van verpakkingsmateriaal van kunststof, waarin België een handelstekort heeft, een groeiend positief handelssaldo gerealiseerd voor de deelproducten van de kunststofnijverheid.


Uit de vergelijking van de productie van kunststofproducten met in- en uitvoercijfers blijkt dat de uitvoer de belangrijkste bron is voor de evolutie in de globale productie van producten van kunststof in België. Zelfs de productie van bouwmaterialen van kunststoffen, die traditioneel sterk op de binnenlandse vraag gericht is, is in 2003 reeds voor meer dan 50 % gericht op de uitvoer.


Ten derde is er de vervaardiging van producten van rubber. De productiewaarde van producten van rubber, die in 2000 nog een waarde van 666 miljoen euro bereikte, is in 2003 teruggevallen tot minder dan 500 miljoen euro. Die evolutie is onder meer het gevolg van de stopzetting van de bandenproductie in Herstal door Continental Benelux in de periode 2001-2002. Ook de productie van overige producten van rubber daalde tussen 2000 en 2002, maar hernam gedeeltelijk in 2003.


België heeft een toenemend negatief handelssaldo inzake banden van rubber. De grote in- en uitvoerstromen van banden en overige producten van rubber die losstaan van de productie ervan, wijzen op het bestaan van een belangrijke transitohandel in die goederen.
De outputprijzen van rubber en kunststoffen in primaire vorm en van producten van kunststoffen en rubber schommelden aanzienlijk in de periode 1995-2003. De gedaalde outputprijzen na 2000 zorgen ervoor dat de jaarlijkse productiegroei in lopende prijzen tussen 2001 en 2003 in de kunststofnijverheid licht negatief was (-0,3 %).


De toegevoegde waarde in de kunststofnijverheid kende niettemin een grote jaarlijkse nominale groei van 6,6 % in de periode 2001-2003. Die gunstige evolutie is het gevolg van een daling van het intermediair gebruik. Met 7,1 % overtrof de jaarlijkse groei van de loonkosten die van de toegevoegde waarde in de kunststofnijverheid in dezelfde periode. De rendabiliteit werd er ook negatief beïnvloed door de groei van de afschrijvingen.


In de rubbernijverheid kende de toegevoegde waarde en de rendabiliteit grote schommelingen. In 1999 en 2000 werd een groot netto exploitatieoverschot gerealiseerd. In 2001, toen de stopzetting van de bandenproductie in Herstal doorgevoerd werd, was de rendabiliteit negatief. Nadien volgde een gedeeltelijk herstel van de rendabiliteit.


In vergelijking met de basischemie gelden in de rubber- en kunststofnijverheid lage loonkosten. In vergelijking met het geheel van de verwerkende nijverheid, zijn de loonkosten in de vervaardiging van producten van rubber en kunststof en hun verdeling volgens dagloonklassen echter gemiddeld.


De bruto-investeringen in de rubber- en kunststofnijverheid zijn afgenomen sinds 2000, maar gaan in reële termen niet onder het niveau van 1995. Vanaf 2002 volstonden de bruto-investeringen echter niet om het verbruik van vaste activa te compenseren, waardoor de netto kapitaalgoederenvoorraad daalde.


Door het ongunstige saldo van bruto-investeringen en afschrijvingen is ook de kapitaalsintensiteit van de rubber- en kunststofnijverheid afgenomen tussen 1995 en 2003. Dit in tegenstelling tot de evolutie in de chemie en de verwerkende nijverheid als geheel. Dat de kapitaalsintensiteit niet verder afgenomen is in de rubber- en kunststofnijverheid, is enkel te danken aan een gevoelige vermindering van de tewerkstelling na 2001. Het aantal werkzame personen in de rubber- en kunststofnijverheid daalde van 27 000 in 2001 tot 25 400 in 2003.
Alhoewel een internationale vergelijking bemoeilijkt wordt door het ontbreken van vele cijfers, kunnen toch enkele besluiten worden getrokken.
Het aandeel van de rubber- en kunststofnijverheid in de totale toegevoegde waarde in België bedraagt 0,74 %. Dat is lager dan gemiddeld in Europa. Het (direct) tewerkstellingsaandeel van de rubber- en kunststofnijverheid bedraagt slechts 0,63 %, wat relatief gezien, nog lager is.
Uit de groeiende positieve handelssaldi voor deze producten blijkt dat België gespecialiseerd is in de productie van primaire vormen van kunststof, die van platen, vellen, buizen en profielen van kunststof, van bouwmaterialen van kunststof en van overige producten van kunststof. België heeft daarentegen een toenemend negatief handelssaldo inzake primaire vormen van rubber, producten van rubber (waaronder banden) en verpakkingsmateriaal van kunststof.


In de Belgische rubber- en kunststofnijverheid worden hogere loonkosten per uur betaald dan in de andere EU-landen (met uitzondering van Luxemburg) en de VS. De relatief hoge loonkosten per uur in België gaan wel gepaard met een hoge toegevoegde waarde per uur.
In termen van arbeidskosten per eenheid product (kostprijs per geproduceerde eenheid) was België in 2002 nog steeds lichtjes goedkoper dan Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het voordeel t.o.v. Duitsland is evenwel duidelijk verminderd ten opzichte van 1995. De Belgische kunststofnijverheid heeft bovendien hogere arbeidskosten per eenheid product dan een aantal Centraal- en Zuideuropese landen.
De groep met een snellere productiegroei dan België in de rubber- en kunststofnijverheid bestaat vooral uit een aantal Centraal- en Zuid-Europese landen (behalve Italië) en anderzijds uit landen zoals Finland en Zweden. Zowel landen met lage als met relatief hoge loonkosten kunnen dus een goede groeiprestatie neerzetten.


De middelmatige groeiprestatie van België voor wat betreft producten van kunststof en rubber mag niet doen vergeten dat ons land wél een opmerkelijke prestatie neerzet, zowel in termen van reële productiegroei als export inzake primaire vormen van kunststof. Het positieve handelssaldo voor kunststoffen in primaire vormen is tussen 1998-2002 toegenomen met 1 miljard euro tot 4,5 miljard. Dat is meer dan het handelsoverschot van Nederland en Duitsland in die productgroep.


In de studie werd ook een begin gemaakt met de analyse van de mogelijke motoren van de groei van de productie van rubber en kunststoffen. Zo blijkt dat de groei in de vervaardiging van producten van kunststof vaak gerealiseerd werd door ondernemingen afkomstig uit andere bedrijfstakken dan de rubber- en kunststofnijverheid. De grootste productiegroei inzake producten van rubber en kunststoffen (niet in primaire vormen) werd blijkbaar gerealiseerd vanuit de chemie. Ook vanuit de groothandel en enkele andere industriële bedrijfstakken werd een opmerkelijke groei vastgesteld.


Het aandeel van de extracommunautaire handel in de uitvoer en de invoer is groter geworden. Opmerkelijk is wel dat de invoer van rubber en kunststoffen in primaire vormen en producten van rubber sterker internationaal gekleurd is (met een extracommunautair aandeel van bijna 30 %) dan de uitvoer.

  Verwante documenten

    None

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

  JEL

None

  Keywords

None


Please do not visit, its a trap for bots