Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Demografische vooruitzichten 2021-2070 : 1,3 miljoen inwoners meer tegen 2070, vergeleken met 1,5 miljoen in de afgelopen 30 jaar. De coronacrisis heeft geen invloed op deze groei [ Flash 002 - ]

De coronacrisis heeft een impact gehad op de demografische groei van België in 2020, maar minder dan verwacht in de Vooruitzichten van vorig jaar. De internationale migratie is slechts in beperkte mate beïnvloed door de beperkingen op internationale verplaatsingen. Nu deze beperkingen grotendeels zijn opgeheven, zou de pandemie niet langer de migratiestromen beïnvloeden. Tijdens de eerste lockdown in 2020 is het aantal concepties gedaald (weinig geboorten 9 maanden later), terwijl er aan het einde van deze eerste lockdown een tijdelijk herstel is, met een stijging van het aantal geboorten in maart-april 2021. Meer in het algemeen wordt niet verwacht dat de coronacrisis een impact zal hebben op de onderliggende trends inzake vruchtbaarheid, sterfte en migratie, en bijgevolg ook niet op de demografische groei op lange termijn.

  Auteurs

, , Jean-Marc Paul (A), Marie Vandresse (A)
 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Vooruitzichten

De vooruitzichten presenteren de toekomstige evoluties in België, zowel in socio-economische, budgettaire en energiedomeinen als voor de transportvraag.

Demografische projecties in het COVID-19-tijdperk

De actualisering van de demografische projecties is voor het tweede opeenvolgende jaar gebeurd in een context van onzekerheid over de toekomstige evolutie van de coronapandemie. Op korte of middellange termijn beïnvloedt deze epidemie de componenten van de bevolkingsgroei, met name de sterfgevallen, maar ook de vruchtbaarheid en de migratiestromen. In 2020 had COVID-19 een significante impact op het sterftecijfer (een oversterfte van ongeveer 14 %), alsook op de internationale migratie, maar minder dan verwacht. De eerste waarnemingen van de impact van COVID-19 op de vruchtbaarheid laten gemengde effecten zien, die in detail zullen moeten worden geanalyseerd naarmate de waarnemingen vollediger worden.

In deze demografische vooruitzichten 2021-2070 zijn de hypothesen op korte en middellange termijn over de evolutie van het sterftecijfer, de vruchtbaarheid en de (interne en internationale) migratie geactualiseerd op basis van alle waarnemingen die midden december 2021 beschikbaar waren. Ook andere langetermijnfactoren, zoals de determinanten van het aantal immigranten of de emigratiegraad naar het buitenland, zijn geactualiseerd.

Het sterftecijfer in 2021 en de volgende jaren blijft gespaard van de coronacrisis.

Terwijl het jaar 2020 werd gekenmerkt door een oversterfte met een daling van de levensverwachting tot gevolg, blijkt uit de sterftegegevens, die maandelijks door Statbel worden gepubliceerd, geen significante oversterfte over het volledige jaar 2021, ondanks de voortzetting van de epidemie. In 2021 is de levensverwachting voor vrouwen al hoger dan in 2019, terwijl die voor mannen het niveau van 2019 nadert. Ervan uitgaande dat de coronacrisis geen langetermijneffect op het sterftecijfer zal hebben, zal de levensverwachting vanaf 2021 opnieuw een opwaartse trend vertonen en tegen 2070 90 jaar bedragen voor vrouwen en 88 jaar voor mannen. Deze hypothese houdt dus geen rekening met:

  • De impact van een mogelijke vermindering van de doeltreffendheid van de vaccins op het sterftecijfer als gevolg van het ontstaan van nieuwe varianten.
  • De mogelijke impact van de coronacrisis op indirecte sterfgevallen (als gevolg van zorguitstel of verslechterende socio-economische omstandigheden).
 
 

Geboorten: de eerste lockdown heeft de timing van de concepties op zeer korte termijn gewijzigd. Op lange termijn neemt de vruchtbaarheid opnieuw toe, maar in beperkte mate.

De vruchtbaarheid wordt op korte termijn beïnvloed door gebeurtenissen zoals economische of gezondheidscrisissen. COVID-19 is geen uitzondering:

  • Uit de maandelijkse geboortestatistiek blijkt een aanzienlijke daling van het aantal geboorten in de periode december 2020 tot februari 2021, of een daling van het aantal concepties tijdens de eerste lockdown in maart-april 2020.
  • Anderzijds worden de maanden maart-april 2021 gekenmerkt door een herneming van het aantal geboorten, wat verklaard zou kunnen worden door een lichte euforie in de weken na de eerste lockdown.
  • Tijdens de periode van april tot oktober 2021 worden opnieuw de niveaus van vóór 2020 bereikt. Op te merken valt dat het gemiddelde voor 2011 tot en met 2019 hoger ligt dan de niveaus voor 2020 en 2021 als gevolg van de neerwaartse trend in het gemiddeld aantal kinderen per vrouw sinds 2010.

In een meer globaal perspectief wordt het gemiddeld aantal kinderen per vrouw in 2021 op basis van deze nietexhaustieve statistiek geraamd op 1,59, of een lichte stijging ten opzichte van 2020 (1,54). Voor de komende vijf jaar wordt er echter van uitgegaan dat een reeks onzekerheden, zowel op gezondheids- als op economisch gebied, de vruchtbaarheid nog steeds zal beïnvloeden.

Op lange termijn zou de vruchtbaarheid zich herstellen tot 1,7 kinderen per vrouw, maar niet terugkeren naar de niveaus van eind jaren 2000 (1,9 kinderen per vrouw). Dit weerspiegelt een gedeeltelijk herstel van het aantal geboorten na de sinds 2010 waargenomen daling. De vele onzekerheden over de toekomstige ontwikkeling van onze samenleving lijken een (neerwaarts) effect te hebben op het aantal door koppels gewenste kinderen, en niet alleen op het tijdstip waarop kinderen worden gewenst. Het niveau van 2008 wordt in de projectie dus niet meer bereikt.

 
 

De maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, hebben de internationale migratiestromen beïnvloed, maar in beperkte mate.

Verwacht werd dat de maatregelen van de verschillende overheidsniveaus om de verspreiding van het virus tegen te gaan, de in- en uitstroom op het grondgebied grotendeels zouden beperken. Daarom werd er in de vorige projectie van uitgegaan dat de internationale migratiestromen (in- en uitstroom) in 2020 met 50 % zouden afnemen ten opzichte van 2019. De door Statbel gepubliceerde statistiek wijst echter op een daling in 2020 met ongeveer 15 % ten opzichte van 2019. Maatregelen om de internationale verplaatsingen te beperken hebben dus een beperkte impact gehad op de internationale migratie in België. Aangezien deze maatregelen momenteel minder restrictief zijn dan in het jaar 2020, zouden de migratiestromen niet langer (of slechts in geringe mate) worden beïnvloed door de coronacrisis.

Op lange termijn blijven de migratiestromen op een hoog niveau, maar met een beperkte groei. Dit laatste kan worden verklaard door verschillende ontwikkelingen naar gelang van de nationaliteit van de personen die het grondgebied binnenkomen. De toename van de stromen uit derde landen  zal worden gecompenseerd door een afname van de stromen uit de nieuwe EU-lidstaten. Voor laatstgenoemde landen kan de neerwaartse trend worden verklaard door de verwachte daling van de bevolking in deze landen (de bevolking die kans loopt te migreren neemt af) en de afname van de relatieve economische aantrekkelijkheid van België. De toename van de immigratie uit derde landen is het gevolg van de verwachte bevolkingsgroei in deze landen. De emigratie volgt in de projectie de evolutie van de immigratie met een zekere vertraging.

De zwakke bevolkingsgroei in 2020 is tijdelijk, maar de verwachte jaarlijkse groei op lange termijn is lager dan de groei van de afgelopen decennia.

Rekening houdend met de hypothesen inzake vruchtbaarheid, sterftecijfer en internationale migratie, bereikt het aantal inwoners in België 12,85 miljoen in 2070 (11,52 miljoen in 2021), of een stijging met 1,3 miljoen inwoners. In vergelijking met de afgelopen 30 jaar is het gemiddeld aantal bijkomende inwoners per jaar met de helft gedaald: + 27 000 inwoners per jaar over de periode 2021- 2070, tegenover + 52 000 over de periode 1992-2020.

Het migratiesaldo (immigratie min emigratie) blijft gedurende de volledige projectieperiode de belangrijkste drijvende kracht achter de demografische groei.

Het natuurlijk saldo (geboorten min sterfgevallen) zal de groei nog blijven stimuleren tot 2040, maar deze zal vertragen naarmate er meer sterfgevallen dan geboorten zijn.

 
 

De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe, evenals de bevolking die in collectieve huishoudens woont.

De vergrijzing van de bevolking komt tot uiting in een stijging van de gemiddelde leeftijd van de bevolking in België. Op dit moment is dat 42 jaar, maar die leeftijd stijgt tot 44,8 jaar in 2050 en tot 45,5 jaar in 2070. Deze stijging van de gemiddelde leeftijd kan worden verklaard door de hogere levensverwachting (meer mensen bereiken een hogere leeftijd), maar vooral, en met name tot 2050, door een generatie-effect. De ‘babyboomgeneratie’ doet de aantallen in de oudere leeftijdscategorieën in de periode 2020-2040 geleidelijk toenemen.

Deze vergrijzing heeft ook gevolgen voor de toename van het aantal mensen dat in collectieve huishoudens woont, met name de 80-plussers. Hun aantal in de rusthuizen zal vanaf 2030 toenemen en verdubbelen tegen 2070, ervan uitgaande dat het aandeel van personen (volgens leeftijd) in collectieve huishoudens constant blijft.

 
 

In projectie is de bevolkingsgroei in het Brussels Gewest zeer laag. In de twee andere gewesten remt het natuurlijk saldo de groei af.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Terwijl het aantal inwoners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de periode 1992-2020 met gemiddeld 9 000 inwoners per jaar is gestegen, bedraagt deze stijging in de periode 2021-2070 2 000 inwoners per jaar. Op lange termijn wordt de positieve impact van het natuurlijk en internationaal migratiesaldo op de bevolkingsgroei vrijwel gecompenseerd door de migratiebewegingen van het Brussels Gewest naar de twee andere gewesten van het land. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat in 2021 1,2 miljoen inwoners telt, zal in 2070 1,3 miljoen inwoners tellen, wat overeenkomt met een stijging met bijna 100 000 mensen.

Waals Gewest - De evolutie van het natuurlijk saldo, dat negatief is gedurende de hele projectieperiode en in het bijzonder vanaf 2030, remt de demografische groei van het Waals Gewest af. De gemiddelde toename bedraagt 4 000 inwoners per jaar over de periode 2021-2070, tegenover 13 000 inwoners per jaar over de periode 1992-2020. In 2070 zal de bevolking 3,85 miljoen bedragen ten opzichte van 3,65 miljoen in 2021, of een stijging met 200 000 inwoners.

Vlaams Gewest - In projectie vertoont het Vlaams Gewest een jaarlijkse bevolkingsgroei (+21 000 per jaar) die weliswaar lager is dan de sinds 1992 waargenomen groei (+30 000 per jaar), maar die wordt ondersteund door het internationaal en vooral intern migratiesaldo. Op het einde van de projectieperiode (2070) zal het Vlaams Gewest 7,7 miljoen inwoners tellen, tegenover 6,7 miljoen in 2021, of een stijging met 1 miljoen inwoners. 

Zo zal de bevolking in Vlaanderen in de periode 2021-2070 met 15 % toenemen, tegenover 7 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 6 % in het Waals Gewest (12 % voor België).

België en zijn demografische evoluties

De volgende evoluties kunnen worden belicht op basis van de demografische projecties. Ten eerste is de vergrijzing van de bevolking, waarop reeds verscheidene decennia wordt gewezen, een realiteit geworden en zal zij in de komende jaren snel toenemen. Ten tweede zijn en blijven de migratiestromen de belangrijkste drijvende kracht achter de demografische groei van België. Ten slotte wordt de vruchtbaarheid beïnvloed door de evolutie van onze samenleving, en met name door de toenemende onzekerheid over haar toekomst.

Deze evoluties beheren, moet het voorwerp zijn van een debat onderbouwd door objectieve en transparante studies. De demografische vooruitzichten maken deel uit van dit arsenaal aan informatie-instrumenten voor het beleidsdebat. We herinneren eraan dat zij moeten worden gebruikt in het licht van alle gekozen en gehanteerde hypothesen, als één van de hulpinstrumenten voor besluitvorming.

 
 
 
 

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots