Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Het Federaal Planbureau (FPB) is op zoek naar een Nederlandstalige of Franstalige expert voor een contract van onbepaalde duur om verschillende opdrachten uit te voeren binnen de Task Force Duurzame Ontwikkeling (TFDO). Wil je beleidsbeslissingen op het gebied van duurzame ontwikkeling helpen ondersteunen? Ben je enthousiast, nieuwsgierig en hou je van uitdagingen? We zijn geïnteresseerd in jouw profiel.
In overeenstemming met de Europese Verordening nr. 691/2011 presenteert het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (EW-MFA) voor de periode 2008-2022.
In overeenstemming met de Europese Verordening Nr. 691/2011 presenteert het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit (ETEA) voor de periode 2008-2022.
De genderpensioenkloof (GPG) en de genderpensioendekkingskloof (GPCG) zijn indicatoren van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen inzake pensioenen. Dit rapport bespreekt de omvang en evolutie van de GPG en GPCG in de landen van de EU. Ook worden zij beoordeeld op hun kwaliteit als indicatoren voor genderongelijkheid voor ouderen, en worden voorstellen voor mogelijke verbeteringen gedaan.
In vergelijking met EU-landen zit België in de middenmoot op het vlak van de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen. Ook is het geslachtsverschil bij 65-plussers zonder eigen pensioen groot in België, waarmee ons land op een vierde plaats staat in de EU. Ongelijkheden op de arbeidsmarkt verklaren de pensioenkloof, al kunnen pensioensystemen met een herverdelende werking deze verkleinen. Dat blijkt uit onderzoek van het Federaal Planbureau op vraag van de FOD Sociale Zekerheid in het kader van het Belgische voorzitterschap van de EU.
Het Vlaamse Gewest hervormde zijn belasting op inverkeerstelling en zijn jaarlijkse verkeersbelasting voor personenwagens in respectievelijk 2012 en 2016. We tonen aan dat deze hervormingen een versnelde, maar kleine, daling heeft veroorzaakt in de CO2-emissiefactoren van nieuwe wagens verkocht in Vlaanderen.
De maandelijkse evolutie van de index van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex, die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen.
Het Interfederaal Instituut voor de Statistiek (IIS), waarvan het Federaal Planbureau deel uitmaakt, heeft het zesde nummer van zijn 'IIS nieuwsbrief' gepubliceerd. Via deze nieuwsbrief wil het IIS professionele gebruikers van officiële statistieken tweemaal per jaar een overzicht geven van zijn activiteiten.
Het Federaal Planbureau zoekt een demografisch analist binnen het team ‘Sociale bescherming, demografie en toekomstverkenning’.
Deze publicatie presenteert de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten van de enquête over de administratieve lasten van Belgische ondernemingen en zelfstandigen in 2022.
Dit rapport presenteert 78 indicatoren en een balans van hun vooruitgang naar de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals) aangenomen in 2015 door de VN. Het geeft een gedetailleerd overzicht van de internationale positie van België en, voor het eerst, een opsplitsing volgens gewest en volgens verschillende bevolkingscategorieën zoals leeftijd, geslacht of inkomen. Ten slotte analyseert het de evolutie van het welzijn van de Belgen en de houdbaarheid ervan voor de toekomstige generaties.
Het Federaal Planbureau (FPB) heeft de vooruitgang die België boekt op het vlak van duurzame ontwikkeling opnieuw geëvalueerd. Daaruit blijkt dat ons land op weg is om minder dan een derde van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te halen en dat de welzijnsindicator zich in 2022 dicht bij het laagste niveau sinds 2005 bevindt.
Het Federaal Planbureau heeft economische vooruitzichten tot 2029 opgesteld. Deze vooruitzichten vormen een bijdrage tot de voorbereiding van het nieuwe Stabiliteitsprogramma en het nieuwe Nationaal Hervormingsprogramma.
De Belgische economie zou in 2024 met 1,4% groeien en nagenoeg hetzelfde tempo aanhouden tot 2029. De binnenlandse werkgelegenheid zou in die periode stijgen met 253 000 personen, waardoor de werkgelegenheidsgraad aantrekt tot 74,3% in 2029. De inflatie wordt dit jaar geraamd op 2,8% en zou terugvallen tot minder dan 2% vanaf 2025. Het overheidstekort wordt geraamd op 4,6% van het bbp in 2024. Bij ongewijzigd beleid zou het daarna geleidelijk oplopen tot 5,6% in 2029.
Het aantal inwoners blijft in België de komende jaren stijgen, met jaarlijks gemiddeld 25 000 bijkomende inwoners tot 2070 (een stijging van 10% tussen 2023 en 2070). Op regionaal vlak lopen de evoluties uiteen. De bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daalt tussen 2023 en 2070 met 4%. In Wallonië is de bevolkingsgroei tussen 2023 en 2070 met 2% erg laag; met een negatieve groei vanaf het einde van de jaren 2040. In het Vlaams Gewest blijft deze groei dynamischer en stijgt het aantal inwoners met 17% tegen 2070.
Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw neemt al meer dan 10 jaar af, van 1,86 kinderen per vrouw in 2008 naar 1,52 in 2022. Dit kan enerzijds worden verklaard door het uitstellen van geboortes tijdens crisisperioden, maar ook door een vermindering van het aantal door koppels gewenste kinderen als gevolg van maatschappelijke veranderingen. Bijgevolg heeft het Federaal Planbureau de vruchtbaarheidshypothese die sinds 2020 wordt gehanteerd in zijn demografische projecties neerwaarts herzien.
De migratiestromen zouden in België de komende decennia stabiliseren op een relatief hoog niveau, en blijven zo een belangrijke drijvende kracht achter de Belgische bevolkingsgroei. Ook blijft het vruchtbaarheidscijfer laag en nadert de levensverwachting de 90 jaar. Door de toenemende vergrijzing zal het aantal éénpersoonshuishoudens aanzienlijk stijgen. En vanaf het einde van de jaren 2040 zou de bevolking enkel in Vlaanderen nog stijgen, maar in Wallonië en Brussel dalen. Dat blijkt uit de bevolkingsvooruitzichten voor de periode 2023-2070 van het Federaal Planbureau (FPB).
Dit document maakt deel uit van de voorbereidende werkzaamheden voor de doorrekening van de prioriteiten van de politieke partijen bij de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers in juni 2024 (DC2024).
De startnota is een van de documenten die de handleiding vormen voor de doorrekening 2024, opgesteld voor de politieke partijen, de media en het grote publiek. Deze nota definieert de perimeter van de doorrekening, lijst de instructies op voor politieke partijen om maatregelen in te dienen bij het Federaal Planbureau en preciseert de praktische modaliteiten die uit de wet voortvloeien. Ten slotte worden de instrumenten beschreven die zullen worden gebruikt om de resultaten van de doorrekening te genereren en de vorm waarin die laatste zullen worden gepresenteerd.
In het kader van de doorrekening van de prioritaire verkiezingsmaatregelen van de politieke partijen bij de verkiezing van juni 2024 heeft het Federaal Planbureau (FPB) zijn startnota gepubliceerd. Ze definieert het toepassingsgebied van de doorrekening en de richtlijnen voor de politieke partijen om maatregelen uit hun partijprogramma’s in te dienen bij het FPB. De nota preciseert ook hoe de wet op de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s in de praktijk uitgevoerd wordt. De resultaten worden op 7 mei, 1 maand vóór de verkiezingen, bekendgemaakt.
Op donderdag 1 februari 2024 (11u00-12u30) organiseert het Federaal Planbureau, in samenwerking met de Universiteit Gent, een tweede gratis webinar over de 4-dagenwerkweek met arbeidsduurvermindering en loonbehoud.
Dit rapport toont dat de minimumregelingen (de minimumpensioenen alsook het minimumrecht per loopbaanjaar) en de gelijkgestelde periodes de pensioenongelijkheid tussen mannen en vrouwen verminderen. Als we veronderstellen dat er geen minimumregelingen bestaan, dan zou de pensioenkloof 37% bedragen in plaats van 31%. Veronderstellen we dat de gelijkgestelde periodes niet langer worden toegekend, dan zou de kloof 43% bedragen in plaats van 31%. De gelijkstelling deeltijds werk met behoud van rechten – één welbepaald type gelijkstelling – heeft een beperkte impact op de pensioenongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zonder deze gelijkstelling zou de pensioenkloof 0,4 procentpunt hoger liggen.
Omdat minimumregelingen (de minimumpensioenen en het minimumrecht per loopbaanjaar) en gelijkgestelde periodes overwegend ten goede komen aan gepensioneerde vrouwen, verkleinen ze de pensioenongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zonder minimumregelingen zou de pensioenkloof 37% bedragen in plaats van 31% en zonder gelijkgestelde periodes 43% in plaats van 31%. Dat blijkt uit een onderzoek van het Federaal Planbureau op basis van gegevens van 2017. Het onderzoek werd gefinancierd door de FOD Sociale Zekerheid.
De Studiecommissie voor overheidsinvesteringen publiceert haar eerste rapport om een permanente basis te leggen voor haar toekomstige werkzaamheden. De SCOI zet haar visie op overheidsinvesteringen uiteen en belicht de verschillende mogelijke vormen van betrokkenheid van de overheidssector en de maatschappelijke, ecologische en economische rol van overheidsinvesteringen. Het rapport geeft ook aan hoe het werk van de Studiecommissie de bevoegde ministers zal helpen bij het opstellen van het beleid inzake overheidsinvesteringen. Daarnaast kondigt de SCOI haar werkprogramma voor 2024 aan.
Als basis voor haar toekomstige werkzaamheden, belicht de Commissie de definitie van overheidsinvesteringen door de verschillende soorten kapitaal (vast, menselijk, sociaal, natuurlijk) en de verschillende mogelijke betrokkenheden voor de overheidssector. Het verslag illustreert vervolgens de rol van overheidsinvesteringen in het verwezenlijken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, die verschillende dimensies van het leven in de samenleving bestrijken: maatschappelijk, milieu en economisch.
Ben je geïnteresseerd in overheidsinvesteringen en de uitdagingen ervan voor de transitie? Wil je beleidsbeslissingen op dit gebied helpen ondersteunen? Wil je je carrière starten in overheidsinstellingen bezig met de economie? Of ben je een doctorandus/postdoctorandus in publieke economie en wil je je onderzoek voortzetten bij een gerenommeerde economische onderzoeksinstelling? Aarzel niet om te solliciteren!