Page Title

The Institution

The Federal Planning Bureau (FPB) is an independent public agency. It draws up studies and projections on economic, social and environmental policy issues and on the integration of these policies within a context of sustainable development.

Greet De Vil

Coordonnées

Teams

  • Social protection, demography and prospective studies (Coordinator)
  • La composition de la carrière des (futurs) salariés pensionnés
    De loopbaansamenstelling van (toekomstig) gepensioneerde werknemers

    Comme lors des législatures précédentes, le gouvernement prend de nouvelles mesures pour faire face à la hausse de la facture des retraites. Pour étayer ces mesures, les décideurs ont besoin d’informations détaillées sur la carrière des retraités récents et futurs. Ce rapport, produit par la KU Leuven et le Bureau fédéral du Plan à la demande de Sigedis, présente des statistiques actualisées sur les carrières des salariés récemment partis à la retraite ou qui le seront prochainement.


    Net zoals in de vorige legislaturen, neemt de regering nieuwe maatregelen om het hoofd te kunnen bieden aan de stijgende pensioenfactuur. Om deze maatregelen te onderbouwen moeten beleidsmakers beschikken over gedetailleerde informatie over de loopbanen van recent en toekomstig gepensioneerden. Dit rapport, gerealiseerd door de KU Leuven en het Federaal Planbureau op vraag van Sigedis, presenteert actuele statistieken over de loopbanen van recent en toekomstig gepensioneerden die hebben gewerkt als werknemer.

    REP_Pension_202201 [01/04/2022]
  • The evolution of the risk of poverty in Belgium among the population under 60 years of age

    The first part of this Working Paper discusses the main trends in Belgium regarding the risk of poverty, compared to those in the EU27 and neighbouring countries. A second part shows that the increase in the risk of poverty in the population under 60 years can be partly attributed to an increase in the concentration of the lack of paid work in certain households. Also, social security benefits and social assistance benefits are less and less successful in raising jobless households above the poverty threshold.

    Working Paper 06-21 [04/06/2021]
  • Impact macrobudgétaire d’un relèvement des allocations sociales minimales
    Macrobudgettaire impact van een verhoging van de minimale sociale uitkeringen

    Ce rapport a été réalisé à la demande du Vice-Premier ministre et ministre de l’Emploi, de l’Economie et des Consommateurs. Il présente l’impact macroéconomique et budgétaire à moyen terme d’un relèvement des allocations sociales fédérales minimums au niveau du seuil de pauvreté.  


    Dit rapport stelt de macro-economische en -budgettaire impact op middellange termijn voor van het optrekken van de federale sociale minimumuitkeringen tot de armoededrempel. Het werd gerealiseerd op vraag van de Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten.

    REP_MINIMA_11760 [11/01/2019]
  • Description et utilisation du modèle EXPEDITION
    Beschrijving en gebruik van het model EXPEDITION

    Dans le cadre de l’exercice de chiffrage des programmes électoraux, l’impact sur le revenu disponible d’un certain nombre de mesures proposées par les partis politiques sera calculé à l’aide de microdonnées administratives. Une telle approche permet d’isoler l’effet des mesures étudiées selon des caractéristiques des individus et des ménages. Les mesures pour lesquelles l’impact sur le revenu disponible sera chiffré relèvent du domaine de la sécurité sociale et de l’aide sociale complété par la réglementation relative aux allocations familiales, par les règles de cotisation et de retenue appliquées à ces allocations et par les règles en matière d’impôt des personnes physiques. L’instrument utilisé pour ces calculs est le modèle de microsimulation EXPEDITION. Le présent document décrit les caractéristiques principales de ce modèle et en illustre le fonctionnement à l’aide de deux simulations.


    In het kader van de doorrekeningsoefening wordt de impact van een aantal beleidsmaatregelen, voorgesteld door de politieke partijen, op het beschikbaar inkomen berekend met behulp van administratieve microgegevens. Deze aanpak laat toe om de impact van de bestudeerde maatregelen te verbijzonderen naar individuele en huishoudkarakteristieken. De beleidsmaatregelen waarvan de impact op het beschikbaar inkomen wordt doorgerekend zijn maatregelen die zich situeren binnen het domein van de sociale zekerheid en sociale bijstand, aangevuld met de regelgeving inzake kinderbijslag, de bijdrage- en inhoudingsregels die toegepast worden op deze uitkeringen en de regels inzake personenbelasting. Het instrument dat voor deze berekeningen wordt ingezet is het microsimulatiemodel EXPEDITION. De voorliggende nota beschrijft de belangrijkste eigenschappen van het model EXPEDITION en illustreert de werking van het model op basis van twee simulaties.

    DC2019_WP_03 [21/12/2018]
  • Reële herwaardering van lonen in de pensioenberekening van werknemers - Een verkenning van een aspect van het puntensysteem via een langetermijnmodel
    Revalorisation réelle des salaires pris en compte dans le calcul des pensions du régime salarié – une analyse exploratoire d’un des aspects du système de pensions à points au travers d’un modèle de long terme

    Ce rapport compare les évolutions futures du montant moyen des pensions et des dépenses de pension dans le régime salarié selon le système actuel et selon un système basé sur une revalorisation réelle des salaires. Cette revalorisation constitue un des aspects du système de pensions à points et s’accompagne de l’introduction d’un coefficient correcteur garantissant une neutralité budgétaire dans le calcul de la pension.


    Dit rapport vergelijkt de toekomstige evoluties van het gemiddeld pensioen en van de pensioenuitgaven volgens het huidige pensioensysteem met een systeem gebaseerd op een reële herwaardering van de lonen in de werknemersregeling. Deze herwaardering is één van de aspecten van het pensioensysteem met punten en gaat bovendien gepaard met de invoering van een correctiecoëfficiënt in de pensioenberekening om budgetneutraliteit te garanderen. 

    REP_CEP12_11678 [15/03/2018]
  • Une réforme de la régularisation des périodes d’études dans les régimes belges de pension - Estimation des effets budgétaires
    Een hervorming van de regularisatie van studieperiodes in de Belgische pensioenregelingen - Raming van de budgettaire effecten

    Selon la législation actuelle, le rachat des périodes d’études dans le cadre de la pension de retraite est possible dans les régimes salarié et indépendant, mais avec des modalités différentes. En revanche, les fonctionnaires bénéficient de la gratuité des bonifications pour diplôme pour le calcul de leur pension. Le gouvernement cherche à harmoniser les règles de régularisation des trois régimes de pension. À la demande du gouvernement, le Bureau fédéral du Plan a réalisé une estimation de l’impact de cette réforme sur le coût budgétaire du vieillissement ainsi qu’une estimation des recettes issues de cette harmonisation.


    Het afkopen van studieperiodes met het oog op de berekening van het rustpensioen is volgens de huidige wetgeving mogelijk in de werknemers- en zelfstandigenregeling, weliswaar met verschillende modaliteiten. De ambtenaren genieten daarentegen gratis diplomabonificaties in hun pensioenberekening. De regering stuurt aan op een harmonisatie van de regularisatieregels over de drie pensioenregelingen. Op vraag van de regering heeft het Federaal Planbureau een studie gerealiseerd waarin de impact op de budgettaire kosten van de vergrijzing en de inkomsten van die harmonisatie worden geraamd.

    REP_CEP8_11421 [24/04/2017]
  • Évolution de la qualité sociale des pensions du premier pilier au travers d’indicateurs macro-budgétaires
    Evolutie van de sociale kwaliteit van de eerstepijlerpensioenen op basis van macrobudgettaire indicatoren

    En soutien aux travaux du Conseil académique, ce rapport présente une évaluation de l’évolution future de la qualité sociale des pensions du premier pilier au travers de différents indicateurs tels que le taux de remplacement (rapport entre la pension moyenne de retraite des nouveaux pensionnés et le dernier revenu professionnel moyen), le benefit ratio (rapport entre la pension moyenne de l’ensemble des pensionnés et le revenu professionnel moyen de l’ensemble des travailleurs) et les minimas et maximas légaux. Ces indicateurs sont présentés pour les trois régimes de pension (salarié, indépendant et fonction publique) et ventilés, le cas échéant, par sexe. Les chiffres présentés dans ce rapport sont relatifs aux pensions exprimées en termes bruts (avant impôts et cotisations sociales) et se limitent au premier pilier. En d’autres termes, les compléments de pension du régime d’assistance sociale, du deuxième ou du troisième pilier ne sont pas pris en compte.


    Om de werkzaamheden van de Academische Raad te ondersteunen, toont dit rapport een evaluatie van de toekomstige evolutie van de sociale kwaliteit van de eerstepijlerpensioenen via verschillende indicatoren, zoals de vervangingsratio (verhouding tussen het gemiddeld rustpensioen van de nieuwe gepensioneerden en het laatste gemiddelde beroepsinkomen), de benefit ratio (verhouding tussen het gemiddeld pensioen van alle gepensioneerden en het gemiddeld beroepsinkomen van alle werkenden) en de wettelijke minima en maxima. Die indicatoren worden voorgesteld voor de drie pensioenregelingen (werknemers, zelfstandigen en overheidssector) en, indien van toepassing, uitgesplitst volgens geslacht. Merk op dat alle pensioenen in dit rapport in bruto termen (voor belastingen en sociale bijdragen) staan en het enkel om het eerstepijlerpensioen gaat. Eventuele aanvullingen in de vorm van sociale bijstandsuitkeringen of aanvullende pensioenen (2de of 3de pijler) worden dus niet meegerekend.

    REP_CEP2_11081 [31/03/2016]
  • Étude de l’impact d’une augmentation de l’assistance sociale: l’allocation de remplacement de revenus (ARR) et la garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA) - Étude réalisée à la demande de la secrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté
    Impactberekening van een hogere bijstandsuitkering: de inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) - Studie op vraag van de Staatssecretaris voor Armoedebestrijding

    Op vraag van de Staatssecretaris voor Armoedebestrijding stelt dit rapport de resultaten voor van twee impactstudies, nl. een verhoging (tot het niveau van de armoederisicodrempel) van de inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap en van de inkomensgarantie voor ouderen. De studie bestrijkt twee domeinen: enerzijds de macro-economische en budgettaire effecten met eventuele terugverdieneffecten en anderzijds de gevolgen op het armoederisico.


    Ce rapport, réalisé à la demande de la secrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté, présente les résultats de deux études d’impact, qui portent sur l’augmentation (jusqu’au niveau du seuil de pauvreté) de l’allocation de remplacement de revenus pour les personnes handicapées, et de la garantie de revenus aux personnes âgées. Le rapport comporte deux volets: d’une part, le calcul des effets macroéconomiques et budgétaires, en ce compris les éventuels effets de retour et, d’autre part, l’estimation de l’impact sur le risque de pauvreté.

    OPREP201605 [20/01/2016]
  • Analyse des effets de la réforme des pensions et du chômage avec complément d’entreprise
    Analyse van de effecten van de hervorming van de pensioenen en van de werkloosheid met bedrijfstoeslag

    Le présent rapport a été réalisé à la demande du Comité national des Pensions et de la cellule stratégique du Cabinet des pensions. Il présente les effets de la réforme des pensions (relèvement des conditions d’accès à la retraite anticipée, relèvement de l’âge légal de la retraite, suppression de la bonification pour diplôme dans l’évaluation de la condition de carrière pour une retraite anticipée dans le régime de la fonction publique, suppression du bonus de pension) et du chômage avec complément d’entreprise sur un certain nombre d’ indicateurs: la durée de carrière des personnes partant à la retraite, la proportion de personnes ouvrant le droit à une retraite anticipée, la composition socio-économique de la population et la pension moyenne.


    Dit verslag werd opgesteld op verzoek van het Nationaal Pensioencomité en de strategische cel van het kabinet Pensioenen. Het toont de effecten van de hervorming van de pensioenen (verstrenging van de voorwaarden voor vervroegd pensioen, verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd, afschaffing van de diplomabonificatie in de berekening van de loopbaanduur voor vervroegd pensioen in de overheidsregeling, afschaffing van de pensioenbonus) en van de werkloosheid met bedrijfstoeslag op een bepaald aantal indicatoren: de loopbaanduur van personen die met pensioen gaan, het aantal personen dat recht heeft op vervroegd pensioen, de socio-economische samenstelling van de bevolking en het gemiddeld pensioen.

    REP_CEP_01 [25/09/2015]
  • Étude de l’impact d’une augmentation du revenu d’intégration - Étude réalisée à la demande de la secrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté
    Impactberekening van een verhoging van het leefloon - Studie op vraag van de Staatssecretaris voor Armoedebestrijding

    This report presents the results of an impact assessment of an increase in the social integration allowance (assistance scheme). The study which was commissioned by the State Secretary responsible for poverty reduction consists of two parts, on the one hand, an assessment of the macroeconomic and budgetary effects, including the possible return effects, of the increase and, on the other hand, an estimate of its impact on the poverty risk.

    OPREP201512 [20/09/2015]
  • Perspectives économiques 2015-2020
    Economische vooruitzichten 2015-2020

    Les « Perspectives économiques 2015-2020 » annoncent une reprise de la croissance de l’économie belge. Bien que relativement modeste (1,5 % en moyenne annuelle), cette croissance irait de pair avec une progression assez soutenue de l’emploi (près de 34 000 par an en moyenne). Le poids économique de l’ensemble des administrations publiques, notamment en termes d’emploi, serait en recul, ce qui contribue, avec la baisse des charges d’intérêt, à la réduction très significative du déficit public, qui s’établirait à 1,1 % du PIB à l’horizon 2020.


    De ‘Economische vooruitzichten 2015-2020’ kondigen een groeiherstel van de Belgische economie aan. Die groei is nog relatief bescheiden (gemiddeld 1,5 % per jaar), maar zou gepaard gaan met een vrij sterke werkgelegenheidsgroei (gemiddeld bijna 34 000 jobs per jaar). Het economisch gewicht van de gezamenlijke overheid zou afnemen, o.m. in termen van werkgelegenheid, en samen met de daling van de rentelasten bijdragen tot de aanzienlijke vermindering van het overheidstekort, dat 1,1 % van het bbp zou bedragen in 2020.

    Economic outlook 2015-2020 [12/05/2015]
  • Les conséquences budgétaires du vieillissement à l’horizon 2060 pour la Belgique - Estimation de mars 2015 tenant compte des réformes du gouvernement Michel
    De budgettaire gevolgen van de vergrijzing voor België tot 2060 - Raming van maart 2015 met de hervormingen van de regering Michel

    Le Bureau fédéral du Plan contribue annuellement à la préparation du Programme de stabilité de la Belgique en produisant des perspectives économiques de moyen terme et des perspectives d’évolution à long terme des dépenses publiques liées à lʹâge (ʺage‐related public expenditureʺ). Ces dernières alimentent le volet ʺlong termeʺ du Programme de stabilité. Celui‐ci est traditionnellement basé sur le scénario de référence du dernier rapport disponible du Comité dʹétude sur le vieillissement (CEV ‐ dont le Bureau fédéral du Plan est chargé du secrétariat technique et administratif), sauf si des réformes appelées à modifier significativement ce scénario sont intervenues entre‐temps, comme c’est le cas cette année. Dans cette optique, le présent rapport propose un scénario d’évolution à long terme des dépenses publiques liées à l’âge qui intègre les mesures prises par le gouvernement Michel.


    Ieder jaar werkt het Federaal Planbureau mee aan de voorbereiding van het Belgisch Stabiliteitsprogramma door het opstellen van de economische vooruitzichten op middellange termijn en vooruitzichten van de leeftijdsgebonden overheidsuitgaven op lange termijn (ʹage‐related public expenditureʹ). Deze laatste worden gebruikt voor het ʹlangetermijnluikʹ van het Stabiliteitsprogramma. Dit wordt telkens gebaseerd op het referentiescenario van het laatst beschikbare rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV ‐ waarvoor het Federaal Planbureau fungeert als technisch en administratief secretariaat) , behalve wanneer er zoals dit jaar intussen hervormingen zijn doorgevoerd die dat scenario grondig wijzigen. Vanuit dat oogpunt stelt het huidige rapport een scenario voor van de evolutie van de leeftijdsgebonden overheidsuitgaven op lange termijn, rekening houdende met de maatregelen van de regering Michel.

    REP_LTMARCH2015_10994 [30/03/2015]
  • Perspectives économiques 2015-2020 - Version de mars 2015
    Economische vooruitzichten 2015-2020 Versie van maart 2015

    Dit rapport vormt een bijdrage tot de voorbereiding van het nieuwe Stabiliteitsprogramma en van het nieuwe Nationaal Hervormingsprogramma (NHP). Het vermeldt de voornaamste resultaten van de voorlopige versie van de “Economische vooruitzichten 2015-2020” die in mei 2015 gepubliceerd zullen worden.

     


    Ce rapport constitue une contribution à la préparation du nouveau Programme de Stabilité et du nouveau Programme National de Réforme (PNR). Il reprend les principaux résultats de la version préliminaire des « Perspectives économiques 2015-2020 » qui seront publiées en mai 2015.

    Economic outlook 2015-2020 0 [19/03/2015]
  • Monitoring van de relancestrategie van de Federale regering – Voortgangsverslag
    Monitoring de la stratégie de relance du Gouvernement fédéral - Rapport d’avancement

    The present document is the fourth biannual progress report in which the Federal Planning Bureau (FPB) gives an account of the monitoring of the economic stimulus strategy announced by the Federal government in the summer of 2012.

    This progress report gives an overview of the measures to follow up and reviews the progress of their implementation (situation on June 30, 2014).

    OPREP201403 [Contributor - 17/07/2014]
  • De evolutie van de armoede bij ouderen nader bekeken

    Ces dernières années, et en particulier durant la période 2005-2009, le montant de la garantie de revenu aux personnes âgées (la GRAPA, l'assistance sociale aux personnes âgées) a été revalorisée en termes réels. Parallèlement, entre 2003 et 2010, le pourcentage de personnes âgées en situation de risque de pauvreté est passé de 21 % à 20,2 %, en passant par un maximum de 23 % en 2005. Dans l'ensemble, le risque de pauvreté n’a donc diminué que très légèrement pendant la période 2003-2010. Nous observons cependant une baisse de l’intensité de la pauvreté des personnes âgées. Ce working paper a pour objectif de comprendre pourquoi les mesures très significatives visant à combattre la pauvreté chez les personnes âgées n’ont pas mené à une baisse plus importante de celle-ci. Le revenu des personnes âgées les plus pauvres est-il insuffisamment soutenu par les minima sociaux? Ou l'indicateur de la pauvreté utilisé et /ou les données sous-jacentes présentent-ils des faiblesses?


    De afgelopen jaren, en in het bijzonder de periode 2005-2009, worden gekenmerkt door reële herwaarderingen van de bijstand voor ouderen (inkomensgarantie voor ouderen, IGO). Tegelijk is in de periode 2003 tot 2010 het percentage ouderen dat in risico van armoede leeft geëvolueerd van 21% in 2003, via een maximum van 23% in 2005, tot 20% in 2010. Per saldo is gedurende de gehele periode 2003-2010 het armoederisico dus nauwelijks gedaald. Wel stellen we bij de ouderen een daling vast van de armoedekloof. Deze working paper behandelt de vraag waarom de substantiële maatregelen ter bestrijding van armoede bij ouderen niet tot een grotere daling van het armoederisico hebben geleid. Slaagt de minimuminkomenbescherming er niet of onvoldoende in om het inkomen van de armste ouderen op te krikken? Of is er iets mis met de gebruikte indicator van armoede bij ouderen, of met de achterliggende gegevens?

    Working Paper 06-13 [30/08/2013]
  • Perspectives économiques 2012-2017
    Economische vooruitzichten 2012-2017

    Economic outlook 2012-2017 [14/05/2012]
  • Sociale houdbaarheid wettelijke pensioenen

    SP120504_01 [04/05/2012]
  • Perspectives économiques 2011-2016
    Economische vooruitzichten 2011-2016

    Economic outlook 2011-2016 [12/05/2011]
  • Het leefloon en alternatieven voor de sociaalprofessionele integratievrijstelling in de berekening van het inkomen
    Le revenu d ’intégration sociale et des alternatives pour l ’exonération socioprofessionnelle dans le calcul des revenus

    Pour rendre financièrement attractif le passage d’un revenu d’intégration vers un emploi (à temps partiel), la législation actuelle prévoit que, dans le calcul du revenu d’intégration basé sur les ressources, les revenus du travail ou de la formation professionnelle soient exonérés jusqu’à un certain montant. C’est ce qu’on appelle l’exonération ISP, ou exonération des ressources en vue de favoriser l’intégration socioprofessionnelle. En raison notamment de son caractère forfaitaire, le système de l’exonération ISP présente plusieurs limites. Dans ce rapport, nous analysons les pièges à l’emploi pour les bénéficiaires du revenu d’intégration. Nous calculons pour différents types de ménages la différence entre le revenu net en cas d’inactivité complète, en cas de travail à temps partiel, et en cas de travail à temps plein. Nous simulons également pour les mêmes types de ménages le revenu net sur base de systèmes alternatifs. Nous nous basons à cet effet sur les systèmes d’exonération de revenus du travail pour les allocataires sociaux en France, aux Pays-Bas et en Allemagne. Nous étudions quel impact ces systèmes pourraient avoir sur la situation financière des bénéficiaires du revenu d’intégration en Belgique.

    Ce rapport rassemble les principaux résultats des travaux qui analysent la problématique décrite ci-avant. Les travaux de recherche ont été menés par le Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck et le Bureau fédéral du Plan à la demande de la Fondation Roi Baudouin.


    Om de overgang van een leefloon naar (deeltijds) werk financieel aantrekkelijk te maken, voorziet de huidige regelgeving dat bij de berekening van de bestaansmiddelen, en dus het recht op leefloon, inkomens uit werk of beroepsopleiding tot op zekere hoogte vrijgesteld worden. Dit is de zogenaamde sociaalprofessionele integratievrijstelling (SPI). Onder meer door het forfaitaire karakter, kampt het systeem van de SPI-vrijstelling met een aantal beperkingen. In dit rapport analyseren we de inactiviteitsvallen voor leefloners. We berekenen voor een aantal typegezinnen het verschil in netto-inkomen bij niet werken, deeltijds werken en voltijds werken. Daarnaast simuleren we voor dezelfde gezinstypes het netto-inkomen op basis van alternatieve systemen voor de SPI-vrijstelling. We baseren ons hiervoor op de vrijstellingen van arbeidsinkomens voor bijstandsgerechtigden die bestaan in Frankrijk, Nederland en Duitsland. We onderzoeken welke impact deze systemen zouden kunnen hebben op de inkomenssituatie van leefloners in België – dit is, indien ze in België toegepast zouden worden, ter vervanging van de huidige SPI-vrijstelling.

    Dit rapport bundelt de belangrijkste resultaten van het onderzoek waarin bovenstaande onderzoeksvragen geanalyseerd worden. Het onderzoek werd gerealiseerd door het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck en het Federaal Planbureau op vraag van de Koning Boudewijnstichting.

    RIS_LAS_2001_01 [30/03/2011]
  • Liaison au bien-être des prestations sociales et des allocations d’assistance
    Welvaartsbinding van sociale en bijstandsuitkeringen

    One of the main sections in the current draft of the 2011-2012 Interprofessional Agreement concerns the welfare adjustment of social benefits. This draft results from a long process and fits in with the law concerning the Solidarity Pact between the Generations, which established a structural mechanism at the end of 2005, linking social benefits to welfare evolution. This working paper ‘Welfare adjustment of social benefits’ describes the first stage of that process: estimating the disposable financial means for the welfare adjustment of social benefits for the period 2011-2012, to which the Federal Planning Bureau contributed. In the employees scheme these means amount to 233.8 million in 2011 and to 497.9 million in 2012, of which the draft of the Interprofessional Agreement proposes to utilize merely 60%. Furthermore, this paper offers an overview of Belgian social policy by portraying its main turning points on the one hand and analysing the evolution of the average amounts of the main social benefits since 1980 on the other. The outcome is marked with contrast: over the period 1980-2009 the relative standard of living globally improved for pensioners, as opposed to the unemployed and the disabled.

    Working Paper 04-11 [15/03/2011]
  • Adéquation des pensions et coût budgétaire du vieillissement: impacts de réformes et de scénarios alternatifs
    Toereikendheid van het pensioen en budgettaire kosten van de vergrijzing: evaluatie van beleidsmaatregelen en van alternatieve scenario’s

    Depuis le début des années 90, le BFP étudie la soutenabilité budgétaire à long terme des pensions légales à l’aide du modèle macro-budgétaire MALTESE. Depuis quelques années, le BFP dispose aussi du modèle de microsimulation dynamique MIDAS qui permet de compléter l’analyse de la soutenabilité budgétaire par celle de la soutenabilité sociale, ou, autrement dit, de l’adéquation des pensions légales. Ce Working Paper illustre la complémentarité de ces deux modèles au travers de l’analyse de différents scénarios macroéconomiques (concernant l’emploi et la croissance de la productivité) et de différentes réformes.


    Sinds het begin van de jaren 90 bestudeert het FPB de budgettaire houdbaarheid van de wettelijke pensioenen op lange termijn met behulp van een macrobudgettair model MALTESE. Sedert enige jaren hanteert het FPB ook een dynamisch microsimulatiemodel MIDAS om de budgettaire houdbaarheid aan te vullen met evaluaties van sociale houdbaarheid of toereikendheid van de wettelijke pensioenen. Deze Working Paper illustreert de mogelijkheden van het op elkaar afstemmen van beide modellen, dit aan de hand van de analyse van verscheidene scenario’s, met ofwel een andere macro economische omgeving (inzake werkgelegenheid en productiviteitsgroei) ofwel de impact van beleidsmaatregelen.

    Working Paper 22-10 [30/12/2010]
  • Perspectives économiques 2010-2015
    Economische vooruitzichten 2010-2015

    Economic outlook 2010-2015 [19/05/2010]
  • The long-term adequacy of the Belgian public pension system: An analysis based on the MIDAS model

    This working paper describes the second version of MIDAS (an acronym for ‘Microsimulation for the Development of Adequacy and Sustainability’), a dynamic population model with dynamic cross-sectional ageing. This model simulates the life spans of individuals in the base dataset, including with their interactions, for the years between 2003 and 2060. It enables to produce, on that period, adequacy assessment of pensions in Belgium that is coherent with the baseline budgetary projections of the 2009 report of the Study Committee for Ageing realized by the Federal Planning Bureau’s semi-aggregated MALTESE model. Indeed, MIDAS aligns its socio-economic and demographic projections and its macro-economic assumptions on the 2009 report of the Study Committee for Ageing. The adequacy of pensions is analysed through the replacement ratio, inequality measures among pensioners and poverty risk indicators of the elderly.

    Working Paper 10-10 [03/05/2010]
  • Les pensions du premier pilier en Belgique à la veille du vieillissement démographique : une analyse du système actuel et de son adéquation
    De Belgische eerstepijlerpensioenen aan de vooravond van de vergrijzing: doorlichting van bedragen, gerechtigden en adequaatheid

    A l’aube du vieillissement, à l’heure où, dans le contexte d’une progression continue de l’espérance de vie, les générations du baby boom d’après‐guerre arrivent à l’âge de la retraite, le débat politique et, plus largement, le débat de société sur l’avenir des pensions est plus que jamais d’actualité. Dans ce contexte, il est intéressant notamment d’avoir une vue d’ensemble et actuelle du système de pensions légales. Dans cette optique, cette étude offre une description du premier pilier de pensions sur base de statistiques sur les bénéficiaires et les montants de pensions.


    Aan de vooravond van de vergrijzing, met de naoorlogse babyboomgeneratie die de pensioenleeftijd bereikt en dit in een context van toenemende levensverwachting, is het politiek en maatschappelijk debat over de toekomst van de pensioenen volop aan de gang. In dat kader is het interessant om het huidige wettelijke pensioensysteem in kaart te brengen. Met deze Pa ‐ per trachten we hieraan tegemoet te komen via een beschrijving van de eerstepijlerpensioenen op basis van statistieken over de uitbetaalde pensioenen.

    Working Paper 04-10 [21/03/2010]
  • Perspectives économiques 2009-2014
    Economische vooruitzichten 2009-2014

    Economic outlook 2009-2014 [20/05/2009]
  • Sociale en maatschappelijke houdbaarheid van de vergrijzing - Presentatie in het kader van de nationale pensioenconferentie

    SP090121_01 [21/01/2009]
  • Perspectives économiques 2008-2013
    Economische vooruitzichten 2008-2013

    Economic outlook 2008-2013 [21/05/2008]
  • Perspectives économiques 2007-2012
    Economische vooruitzichten 2007-2012

    Economic outlook 2007-2012 [11/05/2007]
  • Linking household income to macro data to project poverty indicators

    The Belgian Study Group on Ageing of the High Council of Finance, in its Annual Report, publishes the results of research on the budgetary and social  effects of ageing. In this context, the Federal Planning Bureau, in its capacity as secretariat and main research body of the Committee, has in recent years been stepping up its efforts to deve lop models based on socioeconomic micro data. The results of one of these models, de signed to make short-term projections of poverty indicators, are presented in this paper.

    Working paper 05-06 [15/07/2006]
  • Perspectives économiques 2006-2011
    Economische vooruitzichten 2006-2011

    Economic outlook 2006-2011 [19/05/2006]
  • Perspectives économiques 2005-2010
    Economische vooruitzichten 2005-2010

    Economic outlook 2005-2010 [26/05/2005]
  • Perspectives économiques 2004-2009
    Economische vooruitzichten 2004-2009

    Economic outlook 2004-2009 [17/05/2004]
  • Perspectives économiques 2003-2008
    Economische vooruitzichten 2003-2008

    Economic outlook 2003-2008 [26/05/2003]
  • Perspectives économiques 2002-2007
    Economische vooruitzichten 2002-2007

    Economic outlook 2002-2007 [06/06/2002]
  • Les charges administratives en Belgique pour l’année 2000
    De administratieve lasten in België voor het jaar 2000

    A la demande du Conseil des Ministres et en collaboration avec l’Agence pour la simplification administrative, le Bureau fédéral du Plan a estimé le poids des charges administratives tel que déclaré par les entreprises et les indépendants pour l’année 2000. Le coût total des charges administratives reprend l’ensemble des moyens mis en oeuvre par les entreprises et les indépendants pour se conformer aux dispositions administratives en matière de fiscalité, d’environnement et d’emploi. Il convient de souligner que les charges administratives non récurrentes, comme par exemple celles encourues lors du lancement d’une activité économique ou lors d’une action en justice, ne sont pas prises en considération.


    Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, heeft het Federaal Planbureau voor het jaar 2000 de kosten geschat die ondernemingen en zelfstandigen in België ervaren voor de administratieve lasten. De totale kost van de administratieve lasten omvat alle middelen die de ondernemingen en zelfstandigen besteden aan het voldoen van de administratieve vereisten inzake fiscaliteit, milieu en tewerkstelling (dat laatste enkel voor de ondernemingen). We moeten hierbij opmerken dat eenmalige of specifieke administratieve lasten (zoals bijvoorbeeld bij de oprichting van een onderneming of een rechtsvordering) hier niet opgenomen worden.

    Planning Paper 92 [24/01/2002]
  • Production and diffusion of ICT in Belgium

    Information and communication technology (ICT) has become a significant economic activity in most industrialized countries as well as an important engine of innovation and changes in the rest of the economy. It has been recognized as one of the key factors boosting productivity growth and hence business sector competitiveness. Various initiatives have been recently adopted at regional, national and European levels in order to meet quickly the new challenges of ICT use and diffusion in Europe. A growing number of indicators are now available in order to assess the position of each country or region in terms of ICT development and to guide policy decisions in that field. The aim of this report is to provide a clear and succinct view of the relative development of ICT in Belgium by analyzing both the production and the diffusion of ICT in our economy 1 and to highlight the main weaknesses and strengths of the Belgian economy in that area. Even if the sector has been recently characterised by stock markets ups and downs and numerous bankruptcies, production of ICT goods and services has contributed significantly during the nineties to the growth of economic activity and employment in some industrialised countries as for instance in Anglo-saxon and Scandinavian countries. Has Belgian economic activity benefited from the boom in the ICT sector to the same extent as other industrialised countries? What kind of development can be expected in the future? These are the main questions addressed in the part of the report devoted to the analysis of the Belgian ICT production sector.

    Working Paper 01-02 [15/01/2002]
  • Benchmarking the framework conditions : A systematic test for Belgium

    Benchmarking [15/06/2001]
  • Perspectives économiques 2001-2006
    Economische vooruitzichten 2001-2006

    Economic Outlook 2001-2006 [15/05/2001]
Please do not visit, its a trap for bots