Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Het FPB bestudeert de overheidspartcipaties in België (28/02/2000)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

Nu nieuwe vormen van samenwerking tussen de overheid en de privé-sector aan de orde van de dag zijn, wordt in deze studie aandacht besteed aan de participaties van de verschillende Belgische overheden in de marktsector. Een samenvatting van de studie wordt voorgesteld in de kwartaalpublicatie van het FPB, Short Term Update, februari 2000.

In de studie komen twee delen aan bod. In een eerste deel wordt een theoretische benadering gegeven van het overheidsoptreden. In het tweede, en tevens belangrijkste deel van de studie, wordt een statistisch overzicht gegeven van de overheidsparticipaties in België. Er wordt ondermeer een antwoord gezocht op enkele vragen als: in hoeveel bedrijven participeert de overheid; welke overheid participeert; wat vloeit naar de overheid terug en welke waarde kan aan de overheidsparticipaties gegeven worden. Dergelijke studie met een volledige inventaris werd in België nog niet eerder gemaakt en is een noodzakelijk instrument in de discussies omtrent de rol van de overheid.

Welke overheid, hoeveel partcipaties

De analyse is gebaseerd op gegevens uit de balanscentrale en heeft betrekking op 1997. In de studie is er sprake van een overheidsparticipatie zodra de overheid voor minstens 10% direct of indirect participeert in het kapitaal van de onderneming. Hiertoe behoren 1400 ondernemingen (de banken en verzekeringsmaatschappijen zijn niet onderzocht). In 250 van deze ondernemingen bezit de overheid 100% van het kapitaal. Hoewel hiervan slechts 10 ondernemingen in handen van de federale overheid zijn, gaat het hier toch om enkele grote bedrijven (de NMBS, De Post, de Federale Participatiemaatschappij). De gemeenten hebben veel intercommunales opgericht (200 van de 243 zijn in de analyse opgenomen) en participeren in talrijke huisvestingsmaatschappijen. De gewesten hebben 642 participaties maar slechts bij één op vijf beschikken zij over een meerderheidscontrole. 

Deze 1400 ondernemingen creëerden in 1997 een toegevoegde waarde van 633 miljard BEF. Dit is 14,5% van de totale toegevoegde waarde van de ondernemingen die in de balanscentrale zijn opgenomen. Indien rekening gehouden wordt met het belang van de overheidsparticipatie in elk bedrijf (de toegevoegde waarde werd gewogen met het aandeel van de overheid in het kapitaal van de onderneming) daalt dit belang tot 9,8%. In vergelijking met het Europees gemiddelde, is dat aandeel in België niet erg verschillend. In Frankrijk echter is dit gevoelig hoger, terwijl dit in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland lager is. 

Het belang van de overheid op sectoraal vlak wordt geconcentreerd in: “Energie en waterhuishouding” en “Vervoer en communicatie”. In andere belangrijke sectoren van de economie, zoals industrie, horeca of financiële dienstverlening is het belang van de overheid zeer klein.

Durfkapitaal

De overheid is wel zeer actief in het verschaffen van durfkapitaal. In de periode 1996-1997 nam de overheid 73% van alle deelnemingen in ondernemingen door durfkapitaalfondsen voor haar rekening. Bij 75% hiervan ging het om een participatie door een onderneming waarin de overheid minstens 50% van het kapitaal bezit. De overheid participeerde, gemiddeld gezien, in ondernemingen met een hogere toegevoegde waarde, met meer werkgelegenheid maar met een lagere winstgevendheid.

Belastingvoet en rendabiliteit

Hoewel de wettelijke belastingvoet voor vennootschappen in België 40,17% bedraagt, is de effectieve belasting nooit zo hoog. Van alle actieve naamloze vennootschappen in de balanscentrale bedraagt het gemiddelde belastingtarief in 1997 15,7% terwijl dit voor de overheidsparticiapties slechts 9,4% is. Gewogen komt dat neer op 7,5%. Sommige overheidsparticipaties genieten van belastingvrijstelling zoals de sociale huisvestingsmaatschappijen.

De nettorendabiliteit van het eigen vermogen is gelijk aan de procentuele verhouding tussen het resultaat van het boekjaar na belasting en het eigen vermogen. De rendabiliteit voor de ondernemingen in de balanscentrale is 10,1% in 1997. De nettorendabiliteit voor alle ondernemingen waarin de overheid participeert, bedraagt 9,3%. De verschillen tussen ondernemingen onderling zijn echter bijzonder groot. Indien enkel de winstgevende ondernemingen worden beschouwd, is de netto rendabiliteit 11,6%.

Inkomsten voor de overheid, waarde van de participaties

Hoewel dit ongetwijfeld niet de belangrijkste doelstelling is van het overheidsoptreden, is het toch interessant om na te gaan wat de overheid direct financieel terugkrijgt via haar participaties. De overheid krijgt belastingen betaald door de ondernemingen waarin ze participeert (8,4 miljard BEF, gewogen met het overheidsbelang) en vergoedingen van de overheidsaandelen, dat zijn de dividenden, waarin de gerealiseerde meerwaarden ook zitten (125,6 BEF miljard).

Het overheidsaandeel in het totaal eigen vermogen van de ondernemingen bedraagt 905,2 miljard BEF. Voor de gecontroleerde ondernemingen (>50% overheidsaandeel) is dat 829,4 miljard BEF. Die cijfers zijn echter geen ideale maatstaf voor de waarde van de overheidsparticipaties. De marktwaarde bij de verkoop kan immers aanzienlijk hoger zijn dan de boekhoudwaarde.

Beheerscontracten

In de hiervoor beschreven cijfers werd steeds uitgegaan van ondernemingen waarin de overheid voor minstens 10% participeert. Hoe langer hoe meer mag dit “belang” niet volledig gelijkgesteld worden met “invloed”. In ondernemingen met een beheerscontract heeft de overheid haar eigen rol teruggeschroefd ten voordele van het management. In de komende jaren zal deze evolutie zich waarschijnlijk verder zetten onder meer door de verdere vrijmaking van de markten.

Nieuwe vormen van samenwerking tussen de overheid en de ondernemingen leiden onder meer tot gemengde publiek-privaatrechtelijke ondernemingen (autonome overheidsbedrijven zoals de NMBS, De Post en Belgacom of de publiekrechtelijke NV de VRT en RTBF). Deze vormen zorgen soms voor een verminderde transparantie van het statuut en de taak van de overheid. Het zou daarom wenselijk zijn om de rol van de overheid, duidelijk te omschrijven en te streven naar transparante gegevens van alle ondernemingen.

 

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

None

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots