Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Working Paper 06-00 : Groei en werkgelegenheid in de dienstensector. Een vergelijkende analyse (05/09/2000)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

In de loop van de laatste dertig jaar, heeft de dienstensector aan heel wat belang gewonnen in de geïndustrialiseerde economieën. Vandaag vertegenwoordigt die sector meer dan 70 % van de toegevoegde waarde en neemt meer dan 70 % van het aantal banen voor zijn rekening. De groei was er de laatste tien jaar beduidend groter dan in de industrie: tegen constante prijzen steeg in Europa tussen 1985 en 1996 de toegevoegde waarde aan een gemiddeld jaarlijks tempo van 3,3 % in de verhandelbare diensten terwijl in de industrie 1,5 % werd opgetekend. De dienstensector wordt meer dan ooit beschouwd als de groeimotor van de activiteit, vooral dankzij de diensten die verbonden zijn met de nieuwe informatietechnologieën. De sector wordt ook gezien als een bron van nieuwe banen waardoor de macro-economische werkgelegenheidsgraad kan stijgen; in de meeste Europese landen wordt die als zwak beschouwd.

Dit document analyseert de verdere ontwikkeling van de tertiaire sector in de Belgische economie. In termen van toegevoegde waarde, werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit vergelijkt het de positie van de verschillende verhandelbare en niet-verhandelbare diensten in België met andere Europese landen en de Verenigde Staten. Het gaat ook de bijdrage van die sectoren na tot de groei en de werkgelegenheid vanaf 1993. Die periode betekende voor de meeste geïndustrialiseerde landen en in het bijzonder de Verenigde Staten, een heropleving van de activiteit.

Op basis van de op Europees niveau geharmoniseerde gegevens van de nationale boekhouding, is de sector van de verhandelbare diensten globaal gezien gunstig gepositioneerd in de Belgische economie in vergelijking met het Europese en zelfs het Amerikaanse gemiddelde. Dat geldt zowel in termen van bijdrage tot de toegevoegde waarde als in termen van het niveau van de arbeidsproductiviteit. De waargenomen prestaties tussen 1993 en 1997 zijn echter minder goed dan elders. De gemiddelde jaarlijkse groeivoet van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in de verhandelbare diensten is in België beduidend zwakker dan in verschillende Europese gebieden en de Verenigde Staten. Het vermogen van bepaalde sectoren zoals telecommunicatie of andere verhandelbare diensten (die de diensten aan ondernemingen en immobiliën vervatten) om te profiteren van een erg dynamische internationale vraag komt zo in het gedrang. De minder goede prestaties van sectoren die redelijk afgeschermd zijn van de internationale concurrentie (handel, horeca, bepaalde subsectoren van het vervoer en niet-verhandelbare diensten), hebben te maken met de beperktere groei van de binnenlandse vraag. De enige sector die onbetwistbaar goede resultaten heeft, is de financiële sector. In vergelijking met de andere landen waar de economie een heropleving kende, worden er in die sector een erg sterke groei van de toegevoegde waarde en erg hoge productiviteitswinsten opgetekend.

De Europese Commissie beschouwt vandaag dat de dienstensector het belangrijkste potentieel van de werkgelegenheid bezit voor de Europese landen. Zij heeft geraamd dat de dienstensector een potentieel van 300 000 extra banen heeft in België. Die ramingen zijn gedeeltelijk gebaseerd op een vergelijking van de werkgelegenheidsgraden die het werkgelegenheidspeil in elke sector meten ten opzichte van de bevolking op arbeidsleeftijd. De werkgelegenheidsgraad in de dienstensector is weliswaar veel zwakker in België dan in de Verenigde Staten, maar ligt daarentegen iets hoger dan het gemiddelde in de Europese Unie. Als de hypothese wordt gemaakt dat de dienstensector in België een soortgelijke werkgelegenheidsgraad kent als elders, dan kunnen werkgelegenheidsoverschotten of -tekorten gemeten worden. Bij vergelijkbare werkgelegenheidsgraden zoals in onze drie buurlanden zou de werkgelegenheid in de dienstensector met ongeveer 80 000 eenheden toenemen. Die toename zou nog groter zijn als België dezelfde werkgelegenheidsgraad zou hebben als de Scandinavische landen: de werkgelegenheid zou in de dienstensector hoger zijn dan 512 000 eenheden. Die stijgingen zouden vooral te danken zijn aan een toename van de werkgelegenheid in de handelssectoren, andere verhandelbare diensten (verhuur van goederen, diensten aan bedrijven en personen), de gezondheidszorg en maatschappelijk dienstverlening en de sociale en persoonsgebonden collectieve diensten. Maar als die redenering wordt doorgetrokken, zouden soortgelijke werkgelegenheidsgraden in elke sector impliceren dat er banen verloren zouden gaan in de transportsector en de financiële diensten.

Op die manier wordt het schatten van het aantal potentiële banen in elke sector snel een riskante oefening. In de eerste plaats ligt de algemene werkgelegenheidsgraad in België ten opzichte van andere Europese landen vrij laag - wat niet specifiek te maken heeft met de dienstensector. De factoren die de verschillen in werkgelegenheidsgraden per sector verklaren tussen de landen, zijn erg verscheiden. Voor de sectoren die aan de internationale concurrentie blootgesteld worden, kan er niet alleen een specialisatie van de nationale productiviteitsstructuren verwacht worden, maar kunnen er ook verschillende niveaus van arbeidsproductiviteit ontstaan die voor een deel afhangen van de productiekosten. Bij de afgeschermde sectoren, weerspiegelen de werkgelegenheidsgraden vooral het ’ontwikkelingsniveau’ van de binnenlandse vraag. Bovendien verschillen de resultaten naargelang het aantal tewerkgestelde personen of de voltijdse equivalenten als basis dienen.

Die analyse suggereert dat, om het groei- en werkgelegenheidspotentieel van de dienstensector te begrijpen, het noodzakelijk is de aanbodvoorwaarden en de vraagdeterminanten gedetailleerd te onderzoeken. Hierbij moet rekening gehouden worden met de huidige dynamiek op die markten waar technische en economische veranderingen steeds sneller gebeuren. In België verdienen twee sectoren bijzondere aandacht: telecommunicatie en diensten aan ondernemingen. Die sectoren kennen een productiviteitsniveau dat lager ligt dan het Europese gemiddelde (zie tabel). Momenteel kennen zij een nieuwe dynamiek en zij beschikken over een belangrijk groeipotentieel hoewel zij in de Belgische economie minder gunstig gepositioneerd lijken. De situatie van twee andere sectoren, die beschouwd worden als diensten aan de gemeenschap nl. gezondheidszorg en sociale en persoonsgebonden collectieve diensten, zou ook gedetailleerd geanalyseerd moeten worden. Het aantal banen per inwoner ligt in die sectoren gevoelig lager in België dan in andere Europese landen.

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

None

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots