Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de ondernemingen en zelfstandigen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt. Deze Planning Paper toont de resultaten die betrekking hebben op de administratieve lasten voor het jaar 2020.
Planning & Working Papers - Planning paper 118 (fr), (nl),
Wat ondersteunt de groei van de arbeidsproductiviteit in België? De gegevens van de EUKLEMS-databank van het Federaal Planbureau geven hierop een antwoord.
Fact Sheets - Fact Sheet 006 (en), (fr), (nl),
De kapitaalvoorraad, die beschikbaar is in de nationale rekeningen, geeft informatie over de waarde van alle activa in de economie op een bepaald moment. Die voorraad bestaat uit verschillende vaste activa en is het resultaat van de investeringen van de verschillende economische actoren.
Artikels - Article 011 (en), (fr), (nl),
Deze paper beschouwt de evolutie van bedrijfsdynamiek en de mogelijke link met productiviteitsgroei in België. Gegevens over de oprichting van bedrijven, de stopzetting van ondernemingen en de herverdeling binnen een bedrijfstak worden besproken. Data van Belgische bedrijven, over de periode 2003-2017, worden gebruikt voor een decompositie van de productiviteitsgroei. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor de substantiële bijdrage van de productiviteitsgroei van start-ups in de eerste jaren na hun oprichting.
Planning & Working Papers - WP 05-21 (en),
Het nationaal plan voor herstel en veerkracht geeft aan hoe de Europese dotatie van 5,925 miljard euro in het kader van de gelijknamige faciliteit zal worden aangewend. Het grootste deel van het Belgische plan, nl. 88 %, is rechtstreeks bestemd voor de toename van de kapitaalvoorraad van de Belgische economie, via overheidsinvesteringen en steun voor investeringen in de privésector. Op korte termijn, op het hoogtepunt van het relance-effect van het plan, zou de toename van de economische activiteit 0,2 % bedragen in vergelijking met een scenario zonder plan. Hoewel de impuls tijdelijk is, zijn er langetermijneffecten door de toename van de kapitaalvoorraad van de overheid en de steun voor O&O-activiteiten die de rendabiliteit van de kapitaalvoorraad van de ondernemingen verbeteren en de accumulatie ervan aanmoedigen. Tegen 2040 zou het bbp nog steeds 0,1 % boven het groeitraject zonder plan liggen. Deze raming houdt geen rekening met het hervormingsluik van het plan, noch met de bredere relance-, investerings- en hervormingsplannen die door de gewesten en de federale regering zijn aangekondigd, noch met het effect van buitenlandse plannen op de Belgische economie.
Reports - REP 12401 (en), (fr), (nl),
Is het productieproces van de bedrijfstakken die het meest aan O&O doen in België de afgelopen tien jaar gewijzigd? Deze analyse tracht hierop een antwoord te formuleren aan de hand van zowel sectorale gegevens als bedrijfsgegevens.
Planning & Working Papers - WP 07-20 (fr), (nl),
In deze studie wordt een raming gemaakt van de werkgelegenheid die direct en indirect gerelateerd is met de uitvoer, aan de hand van een input-outputtabel die heterogeen is naar uitvoer. In die tabel werden de bedrijfstakken van de verwerkende nijverheid opgesplitst naar exportintensiteit van de ondernemingen, om rekening te kunnen houden met verschillen in hun productieprocessen. De resultaten tonen dat in België in 2010 1,32 miljoen banen uitvoer gerelateerd waren, wat neerkomt op 29,5 % van de totale werkgelegenheid.
Planning & Working Papers - WP 11-19 (fr),
Deze Working Paper analyseert de concurrentiepositie van de Belgische farmaceutische industrie over de periode 2000-2017. De evolutie van het prijs-/kostenconcurrentievermogen en de niet-kostencompetitiviteit wordt bestudeerd op basis van een vergelijking met onze buurlanden Frankrijk, Nederland en Duitsland, en met Denemarken, Ierland, Slovenië en Zwitserland. De studie analyseert ook een reeks globale factoren en factoren die specifiek zijn voor de farmaceutische industrie en die mogelijk een invloed hebben op het concurrentievermogen.
Planning & Working Papers - Working Paper 05-19 (fr),
België heeft zich ertoe verbonden investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) te verhogen tot 3% van het bbp tegen 2020. In het kader van deze verbintenis, heeft de federale overheid verschillende fiscale stimulansen ingevoerd ter ondersteuning van O&O door bedrijven. In dit document worden de resultaten van de derde evaluatie van de efficiëntie van deze belastingvoordelen gepresenteerd, met betrekking op de periode 2003-2015.
Planning & Working Papers - Working Paper 04-19 (en),
Voor een meer verfijnde analyse van de integratie van het concurrentievermogen en de waardeketens presenteert deze Working Paper een op microgegevens gebaseerde opsplitsing van de bedrijfstakken van de verwerkende nijverheid in de Belgische aanbod- en gebruikstabellen en input-outputtabellen van 2010 in uitvoergerichte industriële ondernemingen en industriële ondernemingen gericht op de binnenlandse markt. Uitvoergerichte ondernemingen worden gedefinieerd als ondernemingen die minstens 25 % van hun omzet exporteren. Uit de analyses op basis van de resulterende uitvoer-heterogene IOT komen verschillen tussen die twee groepen ondernemingen naar voren in termen van inputstructuur en invoergedrag: uitvoergerichte bedrijven vertonen een lagere verhouding tussen toegevoegde waarde en output, en ze voeren verhoudingsgewijs meer in van de intermediaire producten die ze gebruiken. Verder genereert de export van uitvoergerichte bedrijven heel wat toegevoegde waarde in andere Belgische ondernemingen, in het bijzonder in ondernemingen uit de dienstensector. De beleidsimplicatie van deze resultaten is dat het externe concurrentievermogen niet alleen afhankelijk is van uitvoerders, maar ook van ondernemingen die hoofzakelijk de binnenlandse markt bedienen. Om het effect van exportpromotie te maximaliseren in termen van binnenlandse toegevoegde waarde, moet bijgevolg de volledige waardeketen van de uitvoerproductie in rekening worden gebracht.
Planning & Working Papers - Working Paper 11-18 (en),
Deze working paper analyseert de economische impact van een hervorming van de gereglementeerde professionele dienstverlening in België aan de hand van simulaties met het DSGE-model QUEST III R&D van de Europese Commissie.
Planning & Working Papers - Working Paper 09-18 (en),
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau om de twee jaar een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de ondernemingen en zelfstandigen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt. Deze Planning Paper toont de resultaten die betrekking hebben op de administratieve lasten voor het jaar 2016.
Planning & Working Papers - Planning paper 116 (fr), (nl),
De reorganisatie van productieprocessen tijdens de afgelopen decennia heeft geleid tot een meer doorgedreven internationale arbeidsverdeling en tot delokalisaties van industriële activiteiten en van zakelijke dienstverlening. Hoewel ondernemingen met deze reorganisaties productiviteitswinsten nastreven, geven de ermee verbonden delokalisaties in geïndustrialiseerde landen zoals België aanleiding tot bezorgdheid, in het bijzonder over de werkgelegenheid. In dit artikel worden delokalisaties en de gevolgen ervan voor België geanalyseerd. Het is een FPB-vertaling van een in “Reflets & perspectives de la vie économique” gepubliceerd artikel dat de in het Engels geschreven FPB working papers over delocalisatie (“offshoring”) van de laatste jaren samenvat.
Artikels - Article 20171121
Het rapport beoogt een beeld te geven van de voornaamste determinanten van de economische groei en de productiviteitsontwikkeling in België, in vergelijking met de drie buurlanden en de Verenigde Staten over een lange periode, van 1970 tot 2015. Het bevat ook een gedetailleerde analyse van de recente periode (2000-2015) die de impact toont van de economische en financiële crisis van 2008.
Planning & Working Papers - Working Paper 11-17 (en),
De traditionele toewijzing van de verantwoordelijkheid voor de uitstoot van broeikasgassen (BKG) aan het producerende land kan een vertekend beeld opleveren als gevolg van internationale handelsstromen. De invoer van emissie-intensieve producten draagt immers bij aan het verkleinen van de op productie gebaseerde uitstoot van een land. Die vaststelling heeft geleid tot de berekening van koolstofvoetafdrukken, die alle broeikasgassen omvatten die (rechtstreeks en onrechtstreeks) vervat zitten in de producten bestemd voor de finale consumptie van de ingezetenen van een land. Deze Working Paper presenteert ramingen voor de Belgische koolstofvoetafdruk berekend aan de hand van globale multiregionale input-outputtabellen die in overeenstemming zijn gebracht met gedetailleerde Belgische nationale rekeningen. Uit onze berekeningen blijkt dat de Belgische koolstofvoetafdruk aanzienlijk groter is dan de emissies op basis van productie, wat betekent dat België een netto-invoerder is van BKGemissies. Onze resultaten tonen bovendien aan dat overeenstemming met gedetailleerde nationale rekeningen wel degelijk van belang is voor de raming van de koolstofvoetafdruk gebaseerd op MRIO, in het bijzonder voor een kleine open economie zoals België.
Planning & Working Papers - Working Paper 10-17 (en),
Deze paper introduceert een nieuw model om rekening te houden met niet-geobserveerde heterogeniteit in empirische modellen. Het model breidt het welbekende « latente klassen model » uit door gebruik te maken van de Johnson familie van verdelingen. Als gevolg van de grote variëteit aan vormen die deze verdelingen kunnen aannemen, legt ze niet de gebruikelijke a priori restricties op betreffende de aard van de gecombineerde verdelingen.
Planning & Working Papers - Working Paper 14-17 (en),
De Belgische overheidsinvesteringen, en in het bijzonder het deel ervan dat aan infrastructuur wordt besteed ligt relatief laag in historische context en in vergelijking met de buurlanden.. Een simulatie met het QUEST III- model van de Europese Commissie suggereert dat een permanente stijging van de overheidsinvesteringen met 0,5% van het bbp leidt tot een groei in bbp, particuliere consumptie en particuliere investeringen. De impact van alternatieve financieringsmechanismen wordt vergeleken. Ten slotte blijkt dat een budget-neutrale verschuiving van overheidsinvesteringen ten gunste van infrastructuurwerken belangrijke voordelen oplevert in termen van het bbp en zijn belangrijkste componenten, en dit reeds op middellange termijn.
Planning & Working Papers - Working Paper 01-17 (en), (en),
Recente studies tonen het belang aan van startende en jonge bedrijven voor jobcreatie, productiviteit en economische groei. Sommige onderzoekers stellen dat de dalende toetreding van nieuwe ondernemingen, voor een deel de, in de meeste OESO‑landen vastgestelde, groeivertraging van de productiviteit kan verklaren. België onderscheidt zich ongunstig van andere landen met een zeer lage startupratio. Deze paper biedt een overzicht van empirische studies voor verschillende landen, aangevuld met bijkomende analyses van de rol van jonge bedrijven in de bedrijfstakdynamiek van werkgelegenheid en productiviteit in België en besluit met een bespreking van de implicaties voor het economisch beleid.
Planning & Working Papers - Working Paper 06-16 (en),
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau om de twee jaar een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Deze achtste enquête volgt dezelfde methodologie als de vorige zeven enquêtes die peilden naar de administratieve lasten voor de jaren 2000 tot 2012. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de zelfstandigen en de ondernemingen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt. Deze Planning Paper toont de resultaten die betrekking hebben op de administratieve lasten voor het jaar 2014. Het heeft als doel de kwantitatieve en kwalitatieve trends te beschrijven, zonder de oorzaken ervan na te gaan. Dit rapport geeft dus geen enkele verklaring van de perceptie van de administratieve lasten bij de ondernemingen en de zelfstandigen.
Planning & Working Papers - Planning paper 115 (fr), (nl),
In de context van de verdergaande structurele transformatie van de economie (en een slabakkende globale productiviteitsgroei) richten beleidsmakers en overheden in de meeste ontwikkelde landen (ook in België) hun hoop in toenemende mate op de digitalisering van de economie als drijfveer voor een transformatie richting een kennis- en innovatiegedreven economie. Als “general purpose technology” biedt ICT opportuniteiten die de zuivere ICT-sectoren overstijgen en kan het op die manier de welvaart en het maatschappelijk welzijn gevoelig verhogen. Naast de impact op de productiviteit kan verdere digitalisering bovendien potentieel ook bijdragen aan oplossingen voor een aantal complexe uitdagingen waarmee de maatschappij geconfronteerd wordt zoals demografische veranderingen (vergrijzing), de toenemende vraag naar mobiliteit, de transitie naar hernieuwbare energieproductie,…
Others - OPREP201511 (fr), (nl),
Deze studie bespreekt de productie en het gebruik van ICT in België en identificeert waar het land ten opzichte van de buurlanden sterk of zwak in staat. Het betreft zowel ICT-goederen als -diensten, met de kanttekening dat de productie van de diensten bijna zeven keer zo hoog is als die van de goederen. Het gebruik wordt in deze studie beperkt tot het gebruik als productiemiddel, niet als consumptiegoed. De ICT-bedrijfstakken kenmerken zich in de Belgische economie als dynamische bedrijfstakken, met een hoge toetredingsratio, een hoge arbeidsproductiviteit en een relatief hoge rendabiliteit. De ICT-diensten leveren bovendien een belangrijke bijdrage tot de buitenlandse handel. De ICT is sterk met de Belgische economie verweven. Ten opzichte van de buurlanden is het aandeel van de ICT in de economie echter klein. Ook ten opzichte van de buurlanden is het aandeel in de buitenlandse handel van goederen klein en valt de innovatie in termen van patentaanvragen tegen. Het ICT-kapitaal levert naar verhouding een minder sterke bijdrage tot de economische groei. Die bijdrage lijkt bovendien af te nemen. Binnen de Belgische ICT steekt de telecommunicatie relatief gunstig af, met een relatief groot aandeel in de economie en de uitvoer van diensten. In België is ze de belangrijkste gebruiker van ICT-producten en kan zo een motor voor de ontwikkeling van ICT zijn.
Planning & Working Papers - Working Paper 07-15 (nl),
Deze paper analyseert de langetermijntrend van de Belgische economische groei en de recentere evolutie van de arbeidsproductiviteit, waaronder de impact van de crisis. De oorzaken van de dalende trend van de productiviteitswinsten worden aangeduid door de structurele veranderingen in de economie te analyseren en de groeiverklarende methode toe te passen op sectorgegevens. Tot slot worden mogelijke beleidsmaatregelen uiteengezet die de negatieve kortetermijnimpact op de totale vraag beperken en de positieve impact op de groei van de arbeidsproductiviteit vergroten.
Planning & Working Papers - Working Paper 06-15 (en),
In deze paper worden de resultaten voorgesteld van een tweede evaluatie van de fiscale voordelen die de Belgische federale regering tussen 2005 en 2008 heeft ingevoerd om de O&O-activiteiten van particuliere ondernemingen te ondersteunen. In vergelijking met de eerste evaluatie, die plaatsvond in 2012, breidt deze evaluatie de beschouwde periode uit met twee jaar (2010 en 2011) en toont de resultaten van een eerste evaluatie van het belastingkrediet voor O&O-investeringen en van de belastingaftrek van 80 % voor bruto-inkomsten uit octrooien die in 2007 werden ingevoerd. Deze tweede evaluatie gaat ook dieper in op de moeilijkheden van schattingsprocedures om het 'oorzakelijk' verband vast te stellen van overheidssteun en het belang om rekening te houden met de sterke persistentie van de O&O-uitgaven van ondernemingen.
Planning & Working Papers - Working Paper 05-15 (en),
Short Term Update (STU) is the quarterly newsletter of the Belgian Federal Planning Bureau. It contains the main conclusions from the publications of the FPB, as well as information on new publications, together with an analysis of the most recent economic indicators.
Short Term Update - Short Term Update 01-15 (en),
In deze studie wordt een traditionele decompositieanalyse (shift-share) gebruikt om de impact van drie effecten op de evolutie van de uurloonkosten in België te bepalen: verschuivingen in de bedrijfstakverdeling van het arbeidsvolume (het compositie-effect), veranderingen in de werkgelegenheidsstructuur naar werknemerscategorie in de bedrijfstakken (het structuureffect van de werkgelegenheid) en de ontwikkelingen in de uurloonkosten van de individuele categorieën loontrekkenden (het looneffect).
Planning & Working Papers - Working Paper 01-15 (fr),