Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
De Europese Verordening nr. 538/2014 (tot wijziging van Verordening nr. 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die sinds 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2018.
Rapporten - REP_AEA2020_12202 (fr), (nl),
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die sinds 2013 worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en ‑diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2008-2018.
Rapporten - REP_ETEA2020_12201 (fr), (nl),
De Europese Verordening nr. 538/2014 (tot wijziging van Verordening nr. 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2008-2018.
Rapporten - REP_PEFA2020_12203 (fr), (nl),
In de Economische vooruitzichten van juni 2020 hebben de gezondheidscrisis in 2020 en het daaruit voortvloeiende verlies aan economische activiteit in 2020 en op middellange termijn de Belgische overheidsfinanciën aanzienlijk verslechterd. In dit rapport wordt uitgelegd hoe de institutionele organisatie van het land op het vlak van de budgettaire bevoegdheden van de verschillende overheidsniveaus, in termen van inkomsten en uitgaven, en op het vlak van de financieringsmechanismen van de gemeenschappen, de gewesten en de lokale overheden door de federale overheid, leidt tot een geringere verslechtering van de financiën van Entiteit II dan die van Entiteit I.
Rapporten - REP_12178 (fr), (nl),
Dit rapport kwantificeert de marginale externe transportkosten (congestie- en milieukosten) aan de hand van het PLANET-model van het Federaal Planbureau en vergelijkt ze met de geheven vervoersbelastingen. Die indicatoren kwamen niet aan bod in de ‘Vooruitzichten van de transportvraag in België tegen 2040’, die in 2019 gepubliceerd werden door het Federaal Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer. In die zin vult dit rapport die vooruitzichten aan.
Rapporten - REP 12117 (nl),
De Demografische vooruitzichten 2019-2070 werden begin maart 2020 gepubliceerd, net vóór de eerste tekenen van COVID-19 op het Belgische grondgebied. In het licht van de evolutie van de epidemie en de maatregelen die zijn genomen door de Nationale Veiligheidsraad (NVR) om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, leek een actualisering van die vooruitzichten onontbeerlijk.
In deze actualisering werden alleen de hypothesen met betrekking tot de internationale migratie en het sterftecijfer aangepast. Bij gebrek aan informatie over de impact van de epidemie op de vruchtbaarheid en de interne migratie, werden die componenten niet geactualiseerd.
Rapporten - REP_POP1970 (fr), (nl),
Naast de gezondheids- en economische impact, heeft de covid-19-crisis een negatieve impact op het welzijn van de Belgen en de belangrijkste determinanten ervan, zoals gezondheid of sociale relaties. Sommige groepen zijn bijzonder kwetsbaar: de vrouwen, de 16-49-jarigen, personen met een laag inkomen, zij die alleen wonen, arbeidsongeschikt of werkloos zijn. Op basis van de beschikbare informatie meent het FPB dat de impact van de crisis op het welzijn groter is dan tijdens de financieel-economische crisis van 2008.
Rapporten - REP_12141 (fr),
We vergelijken de levenscycluskost van elektrische wagens met deze van diesel- en benzine-wagens. “Kleine” elektrische wagens hebben alleen een lagere levenscycluskost voor een levensduur die hoger ligt dan de normale planningshorizon bij de aankoop van auto’s. “Middelgrote” elektrische wagens hebben een lagere levenscycluskost dan conventionele wagens indien de afstand afgelegd over hun totale levensduur lang genoeg is. Voor “grote” elektrische wagens is deze kost zelfs groter voor elke redelijke waarde van de gebruiksprofielen.
Rapporten - REP_VHSTCOBEV_12036 (en),
Het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2019 maakt een balans van 51 opvolgingsindicatoren van de Sustainable Development Goals (SDG’s): die doelstellingen zullen in België niet worden bereikt met een voortzetting van de huidige trends. Daarna evalueert dit Rapport het huidige beleid inzake duurzame ontwikkeling. Het stelt vast dat de federale overheidsdiensten concrete resultaten hebben bereikt, hoewel een politieke impuls om de SDG’s te realiseren ontbrak. Dit Rapport analyseert ook de impact op alle SDG's van verschillende toepassingsmodaliteiten van een CO2-taks en van alternatieven voor bedrijfswagens.
Rapporten - Sustainable development Report 2019 (en), (fr), (nl),
Dit rapport werd opgesteld naar aanleiding van het verzoek van de Vice-eerste minister en minister van Werk, Economie en Consumenten om de potentiële impact op de vermindering van de broeikasgasemissies te analyseren van een lijst van concrete maatregelen voorgesteld door de Klimaatcoalitie. Het rapport is hoofdzakelijk gebaseerd op bestaande studies die door het Federaal Planbureau werden uitgevoerd.
Rapporten - OPREP201902 (fr),
Dit rapport stelt de macro-economische en -budgettaire impact op middellange termijn voor van het optrekken van de federale sociale minimumuitkeringen tot de armoededrempel. Het werd gerealiseerd op vraag van de Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten.
Rapporten - REP_MINIMA_11760 (mix),
In de voorbereiding van het 2018 Pension Adequacy Report door de Europese Commissie en het Social Protection Committee hebben teams uit België, Zweden en Italië samengewerkt om met hun microsimulatiemodellen mogelijke ontwikkelingen in de toereikendheid van pensioenen te simuleren, uitgaande van de scenario’s en projecties die door de AWG werden ontwikkeld. Dit rapport is dus complementair aan de simulaties van de AWG betreffende de budgettaire impact van de vergrijzing. De resultaten uit dit rapport worden samengevat in paragraaf 5.1.2 van het 2018 Pension Adequacy Report.
Rapporten - REP_11732 (en),
PROMES (PROjecting Medical Spending) is een microsimulatiemodel ontwikkeld op het Federaal Planbureau in opdracht van en samenwerking met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Het model heeft als doel de evolutie van de ZIV-uitgaven voor gezondheidszorg beter te begrijpen en te projecteren op korte en middellange termijn.
Rapporten - OPREP11700 (fr), (nl), (nl),
Dit rapport stelt de impact voor van de invoering van een reële loonherwaardering en rekening houdend met budgetneutraliteit op het gemiddeld pensioen van de toekomstige generaties gepensioneerden in de werknemersregeling. Deze analyse werd gerealiseerd aan de hand van het microsimulatiemodel MIDAS.
Rapporten - REP_CEP13_11694 (fr),
Dit rapport vergelijkt de toekomstige evoluties van het gemiddeld pensioen en van de pensioenuitgaven volgens het huidige pensioensysteem met een systeem gebaseerd op een reële herwaardering van de lonen in de werknemersregeling. Deze herwaardering is één van de aspecten van het pensioensysteem met punten en gaat bovendien gepaard met de invoering van een correctiecoëfficiënt in de pensioenberekening om budgetneutraliteit te garanderen.
Rapporten - REP_CEP12_11678 (nl),
Op 22 december 2017 werd het Federaal Planbureau aangezocht door het Kabinet van federaal Minister van Energie Mevr. Marghem om een nieuwe studie uit te voeren. De aanleiding van deze opdracht was de vraag naar bijkomende cijfers na het verschijnen van de gemeenschappelijke Visienota opgesteld door de vier Ministers van Energie. De opdracht van deze extra studie bestaat erin de impact van bepaalde socio-economische indicatoren te analyseren voor vier elektriciteitsscenario’s met als tijdshorizon het jaar 2030.
Rapporten - OPREP201802 (mix),
Het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2017 vertrekt van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN. Het maakt de balans van 34 indicatoren over de evolutie van België naar de SDG’s en onderzoekt de kloof tussen bestaande scenario’s en de SDG’s voor 3 domeinen: armoede, energie en vervoer. De huidige evoluties gaan in het algemeen in de goede richting, maar ze blijven ver verwijderd van de bestaande becijferde doelstellingen.
Rapporten - Sustainable development Report 2017 (fr), (nl),
De aanvullende tabel 29 ‘Verworven pensioenrechten in de sociale verzekering’ van het Eurostat transmissie programma heeft betrekking op de wettelijke en de aanvullende pensioenstelsels van de sociale verzekering in België. In een working paper die gepubliceerd werd in mei 2017 presenteerde het Federaal Planbureau een eerste methode om te kolommen van de tabel in te vullen die betrekking hebben op de wettelijke pensioenstelsels. Volgend op deze publicatie en de datatransmissie naar Eurostat midden 2017 werd beslist het model aan te passen en de PBO-methode in te voeren in de projectie van de pensioenen. Bovendien bevatte het eerste model een fout in de programmering wat tot een overschatting van de verworven rechten leidde. Deze fout werd gecorrigeerd en bijgevolg zijn de verworven pensioenrechten nu lager dan wat in de working paper werd gepresenteerd.
Rapporten - REP_11311 (en),
Op vraag van de federale minister van Energie werd dit rapport opgesteld als verlengstuk van de kosten-batenanalyse die in februari 2017 door het Federaal Planbureau werd uitgevoerd. Het is een aanvulling op de februaristudie aangezien een aantal bijkomende elementen die een impact hebben op het Belgische productiepark in detail worden bestudeerd. Vier onderwerpen worden behandeld. Een eerste betreft de impact van een toename met 2 GW van de Belgische grensoverschrijdende transmissiecapaciteit op de werking van het binnenlandse flexibele thermische productiepark. Het effect van die toename op de draaiuren, de marginale kosten van het systeem, de CO2-emissies, de benodigde aardgasvolumes en de tewerkstelling wordt beschreven. Ten tweede wordt een evaluatie gemaakt van de kosten om de huidige gasgestookte centrales operationeel te houden. Een vergelijking wordt gemaakt met de kosten om nieuwe flexibele betrouwbare eenheden te bouwen. Ten derde wordt de socio-economische impact onderzocht van een verhoogd risico op een black-out. De economische asymmetrie die ontstaat in de kosten en baten van het behouden van voldoende binnenlandse productiecapaciteit om het wettelijk gedefinieerde Loss of Load (LOLE) criterium van 3h te honoreren, wordt gedocumenteerd. Ten slotte wordt in het rapport ook de vraag onderzocht van een voortijdig sluiten van in de Belgische markt aanwezige gasgestookte centrales die nog niet aan het einde van hun operationele werkingsduur zijn gekomen. Dat gebeurt aan de hand van verschillende indicatoren.
Rapporten - CBA_201702 (en),
Het afkopen van studieperiodes met het oog op de berekening van het rustpensioen is volgens de huidige wetgeving mogelijk in de werknemers- en zelfstandigenregeling, weliswaar met verschillende modaliteiten. De ambtenaren genieten daarentegen gratis diplomabonificaties in hun pensioenberekening. De regering stuurt aan op een harmonisatie van de regularisatieregels over de drie pensioenregelingen. Op vraag van de regering heeft het Federaal Planbureau een studie gerealiseerd waarin de impact op de budgettaire kosten van de vergrijzing en de inkomsten van die harmonisatie worden geraamd.
Rapporten - REP_CEP8_11421 (mix),
Dit rapport stelt een kosten-batenanalyse voor van beleidsscenario’s die coherent zijn met een toereikend Belgisch elektriciteitssysteem tegen 2027. De beleidsscenario’s zijn gebaseerd op gegevens uit twee rapporten die in 2016 door de nationale transmissienetbeheerder Elia zijn opgesteld. De rapporten van Elia handelen over de nood aan toereikendheid en flexibiliteit van het toekomstig Belgisch elektriciteitssysteem door de behoefte aan een ‘structureel blok’ en het vereiste volume ervan te berekenen. Het structurele blok wordt gedefinieerd als het nationale volume aan regelbaar vermogen dat nodig is om te voldoen aan de huidige wettelijke criteria qua bevoorradingszekerheid opdat op elk moment productie en verbruik in evenwicht zouden zijn. De kosten-batenanalyse buigt zich dan over de implicaties van verschillende invullingen van het structurele blok voor een aantal componenten van de sociaal-economische welvaart. Ze biedt een antwoord op de bezorgdheid die werd geuit door een aantal stakeholders na de publicatie van de Elia-rapporten.
Rapporten - CBA_2017 (en),
Deze paper vormt de bijdrage van het Federaal Planbureau aan het rondetafelgesprek met de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling van 11/2/2016 in het kader van taak 1.3. van het onderzoeksproject SUSPENS. Deze paper geeft een korte beschrijving van het klimaat- en sociaal beleid in België. De focus ligt daarbij op de beleidsdoelstellingen die de Belgische overheid heeft aangegaan en de mate waarin ze zijn bereikt. Uit de analyse blijkt dat België aanzienlijke inspanningen zal moeten leveren om die doelstellingen te behalen en dat een grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk is om de transitie naar een koolstofarme samenleving te realiseren.
Rapporten - REP 11362 (nl),
Op vraag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven heeft het Federaal Planbureau de impact onderzocht van een btw-verhoging op voeding en op alcoholvrije dranken. Dit rapport vat, op basis van een simulatie met het HERMES-model, de voornaamste macro-economische, sectorale en budgettaire resultaten samen van een verhoging van de btw-voet op beide consumptiecategorieën van 6 % tot 7 %. Aangezien de maatregel in deze simulatie niet gecompenseerd wordt door een equivalente vermindering van andere heffingen, ligt het voor de hand dat de maatregel ongunstig is voor de economische activiteit en de werkgelegenheid, maar de overheidsfinanciën ten goede komt. De budgettaire winst wordt op middellange termijn evenwel beperkt door afgeleide effecten, waardoor een belangrijk deel van de meeropbrengst gecompenseerd wordt door bijkomende overheidsuitgaven.
Rapporten - REP_11361 (mix),
Als antwoord op een vraag van het kabinet van de Eerste Minister, raamt dit rapport de netto terugverdieneffecten voor de sociale zekerheid van de verminderingen van de persoonlijke sociale bijdragen van zelfstandigen waartoe beslist werd in het kader van de tax shift.
Rapporten - REP 11379 (mix),
In antwoord op een vraag van het kabinet van de Eerste Minister raamt dit rapport de netto terugverdieneffecten van de arbeidskostenverminderingen zoals beslist in het kader van de tax shift in de veronderstelling van een ex ante equivalente verhoging van de fiscale druk.
Rapporten - REP 11301 (mix),