Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Het Zilverfonds dat in 2001 is opgericht als instrument om de houdbaarheid op lange termijn van de overheidsfinanciën te verzekeren werd in 2016 zo goed als onopgemerkt afgeschaft. De afschaffing ervan symboliseert de overgang van een strategie gericht op de voorfinanciering van de vergrijzingskosten, die dominant was in het begin van de jaren 2000, naar een strategie van hervormingen van het socio-economische model, die in de steigers is gezet na de grote crisis en de afgelopen jaren resoluut is versterkt. Het Federaal Planbureau kijkt terug op die twee decennia van budgettair beleid en stelt de vraag: welke strategie – en dus welke maatschappelijke keuze – zal de regering na de verkiezingen van mei 2019 aannemen op het vlak van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën?
Met de Economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau is het mogelijk een toekomst ‘bij ongewijzigd beleid’ te schetsen van de Belgische economie voor de komende vijf jaar. De Economische vooruitzichten 2018-2023 passen binnen een context waarin de conjunctuurcyclus in de eurozone zijn hoogtepunt voorbij is en de Europese economische groei op middellange termijn wordt afgeremd door de vergrijzing van de bevolking.
De Economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau laten toe om een toekomst ‘bij ongewijzigd beleid’ te schetsen van de Belgische economie voor de komende vijf jaar. De Vooruitzichten 2017-2022 houden rekening met een bescheiden economisch herstel in de eurozone en worden gekenmerkt door economische beleidsmaatregelen op Belgisch niveau die de groei arbeidsintensiever maken.
De ‘Economische vooruitzichten 2015-2020’ kondigen een groeiherstel van de Belgische economie aan. Die groei is nog relatief bescheiden (gemiddeld 1,5 % per jaar), maar zou gepaard gaan met een vrij sterke werkgelegenheidsgroei (gemiddeld bijna 34 000 jobs per jaar). Het economisch gewicht van de gezamenlijke overheid zou afnemen, o.m. in termen van werkgelegenheid, en samen met de daling van de rentelasten bijdragen tot de aanzienlijke vermindering van het overheidstekort, dat 1,1 % van het bbp zou bedragen in 2020.
De economische activiteit in België stagneert sinds midden 2011. Volgens de "Economische vooruitzichten 2013-2018" zou de Belgische economie opnieuw aanknopen met een beperkte positieve groei. Dat scenario gaat echter gepaard met belangrijke onzekerheden.
De "Economische Vooruitzichten 2012-2017" voor België situeren zich in een context van begrotingssanering en zwakke economische groei in Europa.
Deze in 2010 door de Nationale Bank van België en het Federaal Planbureau gemaakte analyse, is het antwoord op een vraag van de federale regering om een globale studie te maken over de financiering van de sociale prestaties en de impact van wijzigingen in deze financiering te onderzoeken, met als doel na te gaan in welke mate verschillende scenario's met betrekking tot de hervorming van de financiering van de sociale zekerheid de werkgelegenheidscreatie kunnen bevorderden en het concurrentievermogen van de ondernemingen ondersteunen. Deze studie beoogt bijgevolg de weerslag te analyseren van een herschikking van de fiscale en parafiscale druk, met een bijzondere aandacht voor beide voormelde doelstellingen, terwijl tegelijkertijd de zorg voor een duurzame langetermijnfinanciering van de sociale zekerheid niet uit het oog verloren wordt.
De nieuwe ‘Economische vooruitzichten 2011-2016’ voor België zijn gebaseerd op een scenario waarin de wereldeconomie zich verder herstelt.
De nieuwe economische vooruitzichten 2009-2014 voor België zijn opgesteld in een internationale context die gekenmerkt wordt door een financiële crisis en een daaruit voortvloeiende diepe economische recessie. Het internationaal macro-economisch scenario na 2010 is gebaseerd op een analyse van vorige financiële crisissen. Op basis daarvan wordt verondersteld dat de crisis niet zal gevolgd worden door een voldoende sterk conjunctuurherstel om het verlies aan economische activiteit goed te maken in de projectieperiode. Dit scenario gaat echter gepaard met uitzonderlijk grote onzekerheden.
Reeds verschillende jaren beveelt de Hoge Raad van Financiën (HRF) aan om vorderingenoverschotten te realiseren teneinde de houdbaarheid van de Belgische overheidsfinanciën op lange termijn te verzekeren. Hierdoor wordt de betaling van de budgettaire kosten van de vergrijzing mogelijk zonder op lange termijn een stabiele en lage schuldenlast in gevaar te brengen.
In het kader van het Generatiepact dat van kracht is sinds eind december 2005 werd een structureel mechanisme ingevoerd dat de sociale uitkeringen bindt aan de welvaartsevolutie. Het mechanisme is tweeledig en waarborgt flexibiliteit, terwijl de afwikkeling ervan toch bijzonder complex blijft. Enerzijds definieert het mechanisme een methode om de enveloppe beschikbaar voor welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen te berekenen. Anderzijds voorziet het in een overlegprocedure tussen sociale partners waardoor binnen deze budgettaire enveloppe concreet invulling gegeven wordt aan de welvaartsaanpassingen. Dat mechanisme werd een eerste keer toegepast in 2006, zowel wat betreft de bepaling van de omvang van de beschikbare budgettaire enveloppe als de concrete invulling van de verhogingen van de sociale uitkeringen in 2007-2008. In de voorliggende studie bekijkt het Federaal Planbureau de toepassing van dat mechanisme en geeft een gedetailleerde analyse van deze eerste concrete toepassing.