Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Economische vooruitzichten getekend door de financiële crisis (20/05/2009)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

De nieuwe economische vooruitzichten 2009-2014 voor België zijn opgesteld in een internationale context die gekenmerkt wordt door een financiële crisis en een daaruit voortvloeiende diepe economische recessie. Het internationaal macro-economisch scenario na 2010 is gebaseerd op een analyse van vorige financiële crisissen. Op basis daarvan wordt verondersteld dat de crisis niet zal gevolgd worden door een voldoende sterk conjunctuurherstel om het verlies aan economische activiteit goed te maken in de projectieperiode. Dit scenario gaat echter gepaard met uitzonderlijk grote onzekerheden.

Door de terugval van de wereldhandel bevindt de Belgische economie zich momenteel in de diepste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog. De daling van de economische activiteit zou bijna 4 % bedragen in 2009. Het geleidelijk wegebben van de crisis zou in 2010 leiden tot een nulgroei. Onder impuls van de internationale conjunctuur zou de economische groei vanaf 2011 aantrekken tot gemiddeld 2,3 % per jaar tijdens de periode 2011-2014, een groeitempo dat vergelijkbaar is met dat van de laatste twintig jaar, maar sterker dan de voorbije zes jaar.

Na een piek in 2008 (gemiddeld 4,5 %), zou de Belgische inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, gemiddeld niet meer dan 0,3 % bedragen in 2009, vooral als gevolg van de spectaculaire daling van de energieprijzen. Op middellange termijn zou de inflatie opnieuw aantrekken, maar beneden 2 % blijven.

Voor het eerst sinds 1986, liet het saldo van de lopende verrichtingen met het buitenland een tekort optekenen in 2008. Ondanks de sterke daling van de internationale energieprijzen, zou dat tekort nog oplopen in 2009 (-1,4 % van het bbp) als gevolg van tegenvallende uitvoerprestaties en een binnenlandse vraag die ondersteund wordt door de overheidsuitgaven. In 2010 zou het nog steeds vrij ongunstig internationaal klimaat en de stijging van de internationale energieprijzen het lopend tekort verder doen toenemen (-2,3 % van het bbp). Het tekort zou pas vanaf 2011 enigszins krimpen.

De gevolgen van de bruuske activiteitsafname voor de werkgelegenheid worden geleidelijk zichtbaar. De binnenlandse werkgelegenheid zou dit jaar gemiddeld met 37 000 eenheden dalen, terwijl voor 2010 een nog zwaarder verlies wordt verwacht van 53 000 eenheden. De economische opleving in 2011 zou niet veel banen opleveren. Pas vanaf 2012 zou de jobcreatie aanzienlijk worden (ruim 43 000 eenheden per jaar). Het arbeidsaanbod zou met 229 000 personen toenemen over de periode 2009-2014; die toename zou zowel worden ondersteund door demografische ontwikkelingen als door de stijgende activiteitsgraden van de vrouwen tussen 25 en 49 jaar en van de mannen en de vrouwen vanaf 50 jaar. Gegeven de evolutie van de werkgelegenheid en de stijging van het arbeidsaanbod, zou de werkloosheid (administratief concept, inclusief de niet-werkzoekende oudere werklozen) toenemen met 194 000 eenheden over de periode 2009-2011. De werkloosheidsgraad zou in drie jaar stijgen van 11,8 % tot 15,2 %, een naoorlogs record. Vanaf 2012 zou er een lichte afname volgen, waardoor de werkloosheidsgraad uitkomt op 14,5 % in 2014.

De doelstelling inzake broeikasgasemissies uit het Kyoto-protocol zou ruimschoots worden behaald, onder meer andere door de sterke terugval van de industriële activiteit in de periode 2009-2010. De broeikasgasemissies zouden gemiddeld 125,7 miljoen ton CO2-equivalenten bedragen over de periode 2008-2012 en dus ruim onder het vastgestelde plafond van 134,8 miljoen ton uitkomen. De doelstellingen om het energieverbruik en de broeikasgasemissies verder terug te dringen tegen 2020, die voor België werden gedefinieerd in het kader van het Klimaat/Energiepakket van de Europese Unie, vormen echter een nieuwe uitdaging.

De toename van het overheidstekort tijdens de recessie schrijft zich in binnen de aanbevelingen van de Europese Commissie om de automatische stabilisatoren te laten spelen en budgettaire maatregelen te nemen om de activiteit te ondersteunen. Het vorderingentekort van de gezamenlijke overheid zou 4,3 % van het bbp (14,8 miljard euro) bedragen in 2009 en 5,6 % van het bbp (19,4 miljard euro) in 2010. Het einde van de recessie zou dat tekort evenwel niet doen afnemen. Het zou zelfs verder oplopen tot 6,1 % van het bbp in 2012 en pas nadien licht dalen. Bij ongewijzigd beleid zou het primair saldo negatief worden in 2009 en er zou in 2010 een einde komen aan de ononderbroken daling van de rentelasten, die twintig jaar geleden begon. Het sneeuwbaleffect van de overheidsschuld komt opnieuw op gang: de schuld stijgt van 89,3 % van het bbp eind 2008 tot meer dan 106 % van het bbp in 2014. Alle deelsectoren van de overheid dragen bij tot de budgettaire achteruitgang. Meer dan de helft van het overheidstekort situeert zich echter bij de federale overheid, mede als gevolg van de toename van de alternatieve financiering, die het tekort van de sociale zekerheid minder doet oplopen.

  Beschikbare gegevens

None
Please do not visit, its a trap for bots